Leiden is een rare stad.
Het bekendst is wellicht de gebouwde omgeving: we hebben hier de hoogste monumentdichtheid die je je kunt voorstellen. Het Florence van Nederland is wat overdreven, maar toch... Het barst hier van de oude gebouwen, pittoreske doorkijkjes en veel, heel veel water. Dat kan allemaal overigens ook in je nadeel werken als je wilt vernieuwen. Links- of rechtsom: altijd ligt er wel een monument in de weg.
Het idiote aan Leiden zit 'm er in dat de stad niet echt aan de weg timmert om 'de stad' bekend te maken, anders dan als museumstad. Sinds enkele jaren is dat héél langzaam wat aan het veranderen. Maar Leiden lijkt zich wel te schamen, zich vooral niet te willen neerzetten stad die zich met een gerust hart kan meten met andere grote steden. Als je maar weet waar je moet zoeken. Levende muziek? Het barst er van, zoals je ziet.
Nu blijken we ook nog eens een disruptive museum te herbergen: De Lakenhal.
Da's niet niks. In de wereld van innovatie is de status 'ontregelend' top. Het geeft aan dat je in staat bent een fundamentele verandering in gang te zetten. De Lakenhal kan dat blijkbaar.
Daar ben ik het helemaal mee eens.
De Lakenhal doet iets bijzonders. Als ik het zou mogen samenvatten, is het museum van mening dat een museum niet moet worden beperkt door z'n fysieke omgeving. De Lakenhal lijkt zich te ontwikkelen naar het eerste netwerkmuseum van Nederland. Het eerste museum dat zich op meerdere plaatsen tegelijk manifesteert en ook nog in onderling verband. Let wel: da's dus wel iets heel anders dan museumstukken uitlenen of lesbrieven maken voor scholieren. Dat is ook belangrijk, maar De Lakenhal gaat een grote stap verder.
In De Lakenhal kun je bijvoorbeeld binnenkort een pracht tentoonstelling zien over Utopia. Natuurlijk; het begint met kunst. Maar het stopt niet bij kunst. De tentoonstelling is opgezet langs twee lijnen in de avant gardekunst: de expressionisten en de constructivisten. Wat zo bijzonder is, is dat die worden opgevat als sociale bewegingen, als bewegingen gericht op een nieuwe samenleving.
Dat is nogal afwijkend. De Lakenhal werpt z'n oude, oubollige jas definitief af. Niet langer bepalen museale tradities mede de inhoud, maar bepaalt de inhoud de inhoud. De tentoonstelling laat je dus ook film zien, architectuur, mode, huishoudelijke voorwerpen, kinderspeelgoed, typografie, dans. Want in al die vormen is het utopisch denken van beide stromingen terug te vinden. De Lakenhal stelt zich, volkomen terecht, op het standpunt dat alleen beeldende kunst een té beperkt beeld geeft.
Maar het mooiste is dat De Lakenhal zich in dezelfde periode ook buiten het museum manifesteert. Een lezingencyclus, artikelen in tijdschriften, een dansvoorstelling - uit de periode 1920-1940 - en een voorstelling van de film Aelita in de Leidse Schouwburg (met levende muziek). Allemaal als satellietprogramma van Utopia.
Denk nu niet dat dat alleen dán gebeurt of gekoppeld aan deze tentoonstelling. In de Leidse Meelfabriek vind je De Lakenhal ook terug. In de digitale wereld ook, volgend jaar. Met heel andere projecten.
Kijk. Dát is dus waar Leiden waanzinnig trots op zou moeten zijn. Op een museum dat actief naar buiten treedt, dat wil verbinden. En die trots moeten we dan niet vóór ons houden. Die moet wereldkundig worden gemaakt. Door de stad zélf!
Weet je wat mij daarnaast zo opviel? De Lakenhal is een 'vrouwenmuseum'. Het waren vrouwen die vandaag de (internationale) pers een voorproefje gaven van de tentoonstelling. Eerlijk gezegd, denk ik dat dat een belangrijke sleutel is: wij mannen zijn te 'competitief' om dergelijke samenwerkingen tot stand te brengen. Het zal vast niet helemaal kloppen. Maar ik weet zéker dat ik dicht bij een kern van waarheid zit.
De Lakenhal bewijst het: een 'vrouwelijke aanpak' leidt tot de realisatie van mooie, nieuwe concepten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten