Als er iets is wat mij zorgen baart, is het de manier waarop we met elkaar omgaan. Op z'n Hollands-helderst: dat gaat beroerd. Onze innovatiedrang heeft daarin een belangrijke rol. Wellicht komen we er ooit achter dat we stomweg zelfdestructief zijn, als mensheid.
Innovatie - hier téchnische innovaties, geen sociale - heeft wel wat bijzonderheden. Zo is mobiliteit een van de belangrijkste velden als het om vernieuwing gaat. Voortbewegen hebben we altijd al 'verbeterd'. Met een wiel, een fiets, een stoomauto, een benzine-auto: de eerste toepassingen vergemakkelijkten en versnelden onze voortbeweging.
Parallel aan die ontwikkeling loopt ook de ontmenselijking.
Het bekendste voorbeeld is de auto. Was de eerste nog gebaseerd op de bekende paard en wagen - weet je nog? Innovatie is vaak het bestaande automatiseren - de modernste denken. Dat denken wordt aan jou verkocht als 'denken in jouw belang'. Want da's toch veel veiliger? Een auto met stuurbekrachtiging, met ABS, met airbags, met 'Gordel Om!'waarschuwingen, met navigatie, met alcoholslot: stapsgewijs neemt de auto het heft in handen.
Da's allemaal bekend, toch?! Maar heb je weleens op straat gekeken?
De effecten zijn de zaken die me zorgen baren. Of het terecht is die één op één toe te schrijven aan deze vernieuwingen, weet ik niet helemaal zeker. Wat ik wel weet, is dat ik de indruk heb dat dat zo ís.
Mijn indruk is dat onze intolerantie op straat voor een groot deel is bepaald door de mate van innovatie. Mijn theorie gaat in de richting: de automobilist is steeds verder verwijderd geraakt van het leven buiten de auto, buiten zijn instrumentenpaneel. Binnen de auto beschikt hij, in zijn eigen cocon, over zoveel veiligheidssystemen dat-i zich wel haast onfeilbaar móet gaan wanen. Zelfs deukjes worden voorkomen door parkeersystemen en achteruitrij-afstandmetertjes.
Op straat is de auto aanwezig, niet de automobilist. De vergelijking met voortbewegende huiskamers is wellicht zo gek nog niet. De aandacht voor de leefbaarheid ín het apparaat is groot. Hifi-muziek, telefoon, versiering, tv... Hoe ziet jouw huiskamer er uit? En daarbuiten, bijna onhoorbaar, is de boze buitenwereld.
De ontmenselijkte mens is de mens die niet meer vertrouwt op eigen kennis en intuïtie, maar op techniek.
Maar dat zijn dan toch alleen maar automobilisten voor wie dat opgaat?
Nou, nee dus. Want het systeem 'verkeer' bestaat uit meer elementen; de grootste groepen zijn de voetgangers en de wielrijders, het langzame verkeer. Samen met de automobilisten, en anderen, vormen zij een verkeerssysteem. En dát betekent dat die elementen op elkaar effect hebben. Zie daar het effect van innovatie: het gedrag van automobilisten roept een reactie op bij andere weggebruikers.
Het nadrukkelijk snel rijden, het met veel poeha voortbewegen, het venijnig geluid maken om de aanwezigheid te benadrukken, het nadrukkelijk gebruik maken van de uitstraling van macht en kracht van de auto; dat alles wordt gezien, dat alles wordt ervaren, dat alles roept een reactie op. Waarom zou de fietser zich inferieur achten? Waarom zou de voetganger zijn plaats niet opeisen? En dus begint een wedloop-achtige situatie waarin regels steeds meer worden genegeerd.
Nu kun je blijven volhouden dat dat allemaal individuele beslissingen zijn. Je kunt die ook interpreteren als reacties op de omgeving, inclusief andermans gedrag. Dan is dat individuele toch echt een stuk minder individueel; zeker in drukke - lees: complexe - omgevingen.
De vraag die je dient te gaan stellen, denk ik, is of we met die gevolgen niet omgevingen scheppen die helemaal niet meer geschikt zijn voor mensen. Dat klinkt dramatisch. Maar als je nu door je wimpers naar stadsleven kijkt; wat zie jij dan?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten