donderdag 5 september 2013

De verloren strijd van innovatieprojecten

In de categorie ervaringsfeiten zijn er ook die niet leuk zijn om te weten. Bijvoorbeeld: grondige, principiële, disruptive innovatie komt nooit van binnenuit. De mensen met de leukste baan die je je kunt voorstellen én de grootste frustraties, zijn de mensen met een 'innovatie-functie'. Werkelijk, die zijn een partij bi-polair; worstelend tussen twee werelden en twee emoties. Aan de ene kant juichend en optimistisch over kansen en mogelijkheden en aan de andere kant een wereld te winnen die niet begrijpt waarover ze het hebben. Een pijnlijke spagaat.

In iedere organisatie zijn ze te vinden; de mensen met ideeën, de mensen die verder kijken dan hun neus lang is en de mensen die zich voeden met nieuwe informatie en kennis. Meestal worden ze meewarig gedoogd. In de vergadering krijgen ze beleefd (even) het woord, waarna de manager weer snel terug stapt naar hém bekend terrein van targets en benchmarks. Die is al blij als hij kan afsluiten met: 'Zet het even op papier, voorzien van een business case'.

Nieuw afmeten aan oud.

Je kúnt er niets anders van maken. Dat bewijst de praktijk ook wel. In de meeste bedrijven zijn de 'innovaties' die 'door het MT komen', de initiatieven die binnen de bestaande concepten passend geld in het laatje brengen. Ook mijn laatste werkgever had er een handje van dat 'innovaties' te noemen. Op den duur, binnen de kortste keren zelfs, stokt alles. Medewerkers voelen zich niet gewaardeerd en alleen door nieuwe mensen aan te trekken wordt tijdelijk leven in de brouwerij gebracht.

Afgezien van die laatste heb ik lang gewerkt in organisaties die leefden van innovatie, ideeën, vernieuwing; en niet van marktkansen en winst. Zij zagen ontwikkeling en vernieuwing als hun primaire taak. Dáár om heen was de organisatie gebouwd. Dat is een wezenlijk verschil.

Uitermate cynisch kun je worden van de ervaring met projecten van binnen uit. Als uiteindelijk puntje bij paaltje komt, wordt beoordeeld op de dan dominante criteria, de interne.
Ik heb OL2000 ten onder zien gaan - een andere omschrijving is er niet voor - aan het getouwtrek en gemarchandeer. Toen de beschermheren wegvielen, verdween het project/programma in het vergeethuis ICTU. De enorme hoeveelheden subsidie die zijn gebruikt, hebben niet veel meer opgeleverd dan een summiere mentaliteitsverandering.
En nu gaat Ambtenaar20 er aan. Blijkbaar kan het programma geen goede business case produceren en evenmin een adoptie-departement vinden. En dus 'gaat de stekker er uit'.

En terecht.

Da's provocerend bedoeld. Want zowel OL2000 als Ambtenaar20 zijn zeker geen zínloze activiteiten geweest. Maar ze waren al kansloos bij de start. Vooral eigenlijk omdat ze zo afhánkelijk waren van partijen die ze juiste zouden willen veranderen: overheden. Met gouden koorden van subsidies en gedetacheerde ambtenaren zaten ze vast. En op enig moment vroeger of later krijg je dan te maken met De Confrontatie.

Dat is niets anders dan het moment waarop beslissers maskers laten vallen en duidelijk maken dat ze je hebben gedoogd in de hoop dat je in hún belang effect zou hebben, geld zou opbrengen. Nu dat uitblijft, is het tijd te stoppen. De dekmantel valt weg. Niet visie, maar berekening blijkt de drijfveer. En aan die berekening heb je meegewerkt door subsidie en subsidievoorwaarden te accepteren en beoordelingscriteria te accepteren.

Het lijkt een wrange conclusie: innovatie en subsidie hebben een haat-liefde verhouding. Toch valt dat alleszins mee. Kortlopende (start)subsidies zijn nog steeds goud waard. Het probleem zit 'm in de langdurigheid.

Daardoor ontstaat afhankelijkheid en eindigt de vrijheid die nodig is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten