Sociologen beschreven het fenomeen al járen geleden: organisaties opgetuigd om een bepaald probleem aan te pakken, zullen alles in het spel brengen om dat probleem in stand te houden casu quo hun bestaansrecht. Tijdelijke oplossingen bestaan in de wereld van organisaties eigenlijk niet. Eenmaal tot leven gebracht zijn ze lastig te stoppen.
Het zijn de mensen die lastig zijn te stoppen. Mensen die zich boegbeeld wanen, raken verslaafd aan dat zoeklicht op hen gericht. Bij sommigen kun je dat letterlijk opvatten, maar in de meeste gevallen is het een combinatie van letterlijk en figuurlijk. De aandacht is immers gericht op de organisatie, waaraan jij léiding geeft. Díe combinatie is nog verslavender: ook intern ben je dan de top dog.
Als je maar goed genoeg blijft kijken, zie je die patronen vast wel. De mensen die van de ene commissie, task force of tijdelijke adviesorganisatie naar de andere schuiven. Daarin figureert een redelijk beperkt aantal namen. Mochten er nieuwe namen in 'het circuit' komen, dan is dat niet per sé vanwege hun kennis. Belangrijker zijn de netwerken: wie kent wie.
Het mechanisme is in zijn bedoeling conservatief. Ik vind het dan ook nog steeds enorm komisch te merken dat ook in de wereld van (institutionele) innovatie precies hetzelfde mechanisme werkt. Ga maar eens na: het gros van de 'toonaangevende' innovatie-adviseurs heeft géén innovatie op zijn of haar naam staan. De innovatoren zie en hoor je zelden. Wel de mensen die óver hen spreken.
Hoe sterk dat conservatisme is, is ook terug te zien. Neem de televisie. Een succesvol format wordt bijna niet aangepast, zo lijkt. Jaar in, jaar uit komt het programma terug. Tot het je neus uit komt. Als dat genoeg mensen gebeurt, gaat het programma er tóch aan. Net als een bedrijf kan een programma failliet gaan. En vernieuwen doen we, gelijk de meeste bedrijven, evenmin (al te rigoureus). Dus zien we veel te lang hetzelfde.
Raar?!
Ga maar eens na welke topfunctionarissen - in de hiërarchische betekenis van het woord - in functie(niveau) bewegen. Degenen die pleiten voor innovatie, vernieuwing, flexibiliteit en demotie, zijn gegarandeerd zélf de slechtste voorbeelden van flexibiliteit. In veel gevallen zullen ze zelfs het idee hebben dat het (bedrijfs)succes aan hen persoonlijk kleeft. Bizar.
Dat wordt nog wat: die flexibele arbeidsmarkt. Zullen we over tien jaar nog eens terugkijken wat daarvan voor wie werkelijkheid is geworden en met welk gevolg? Mijn voorspelling? Lees dit blog maar...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten