Najaar. Grijs weer. Wind. Guur. De tijd van de doeltreffend-warme in plaats van de verleidelijk-dunne kleding. De tijd van de háástige stap in plaats van het lome zitten. De tijd van korte dagen en een aanslag op je hoeveelheid vitamine B.
Je stemming wordt beïnvloed door je omgeving. Of je nu wilt of niet. Je moet wel een ongelooflijk groot zonhater zijn om niet het opwekkend effect te (her)kennen van een zonnige dag. Of het nu zomer of winter is: een zon-dag máákt verschil. Je mag het context noemen; je omgeving. Het weer is daarin de factor die je het minst (niet) kunt beïnvloeden. Een andere groep mensen om je heen? Kun je voor kiezen (alhoewel ontslag nemen omdat je collega's niet precies dat zijn wat je zoekt, gaat wel ver). Een andere fysieke ruimte? Idem dito. Het is een vrij keuze tussen twee kwaden.
Deze tijd van het jaar herinnert me aan een invloedsfactor die we licht over het hoofd zien: de invloed van licht. Niet dat zonlicht; dat is wel de vorm die we allemaal het nadrukkelijkst ervaren. Maar heb je weleens gekeken naar al ons kunstlicht? Dat kan (nog) niet tippen aan het licht van de zon. Maar we zien er ervaren het veel.
De ontwikkeling naar milieuvriendelijke lampen lijkt logisch. Daarbij doen zich van die kleine wreveligheden voor zoals het plots niet beschikbaar zijn van nou net dat ene gloeilampje dat in je armatuur paste. Een ander effect is de moeite waard echt bij stil te staan: de kleur.
In verleden tijden was licht warm. Eenieder die romans heeft gelezen - of tekenfilms zag - kent vast wel het beeld: door een openstaande deur of raam naar buiten vallend licht. Dat is warm licht (ook omdat de hoofdpersoon ondertussen staat te vernikkelen van de kou of ellende).
Met de komst van elektrisch licht is het suizen van de gaslamp al vervangen door stilte. Het gloeien bleef; aangestoken door vuur of elektrische weerstand. De gloeilamp bracht gelig, warm licht. Niet voor niets hebben gasontladingsbuizen het niet tot de huiskamers geschopt. Enorm geschikt als fel, kil licht in de keuken, boven de snelweg of als 'buigzaam licht' voor neonreclames (die zie je ook niet veel meer).
Maar ik zie het kille licht oprukken.
Als je over straat gaat, zie je het verschil goed. De kerstversieringen die zijn gemaakt met de aloude gloeilamjes en die met de ledlampjes. Die laatste zijn feller wit, en echt wit in plaats van gelig.
Natuurlijk onze kennis over de invloed van licht op ons leven is groter dan ooit. Maar ik zit me nu dus wel af te vragen in hoeverre dat killere licht ook onze geestesgesteldheid beïnvloeden gaat. Lekker sluipend, want wie maakt zich nu zorgen over licht? Licht is licht. Toch? Als er maar genoeg licht is om te doen wat je wilt doen.
Ga je je dan uitgebreid druk maken over de kleurtemperatuur van licht? Of draaien we de goedkoopste variant er in?
En als dan killer licht algemeen wordt; worden wij dan ook killer?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten