Jarenlang is het voor velen een oneindige oceaan: het Internet. Zoals de Middeleeuwers moeten hebben gekeken naar de einder en hebben gedacht dat er geen eind aan zou komen. Of dat je er af zou vallen. Alleen de ontdekkingsreizigers wisten beter; die voeren recht op die einder af. Pas na járen, decennia en eeuwen was het werk gedaan en de bol rond in kaart gebracht.
Onbekende gebieden roepen dat effect op. Waar je nog bent geweest, lijkt groter en verder weg dan je je op de terugweg herinnert. De terugweg lijkt veel sneller te gaan dan de heenweg. Dat heeft alles te maken met het nieuwe, het onbekende karakter waardoor je veel meer details opneemt dan in het geval het een routine reis is (en je dus veel níet meer ziet!). Het heeft ook alles te maken met het gegeven dat je nog helemaal niet weet hoe groot het gebied is wat vóoŕ je ligt.
Dat geldt voor het Internet ook.
We blijven het zien als een oneindige bron aan informatie. Een bron die ook maar blijft groeien, want iedere seconde komt er informatie bij. Sneller, groter, meer. Niet verwonderlijk dat je je verloren en kleintjes kunt voelen. Natuurlijk is er wél sprake van een information overload. Natuurlijk is er óók sprake van een filter failure. Het ís ongecontroleerd spuitende oliebron, zo lijkt het.
Toch is er wel degelijk een grens.
Informatie heeft een ingebakken zelfvernietigingsmechanisme: ze veroudert. Een belangrijk aspect van informatie is zijn relevantie. Dat wat niet relevant is, slaan we niet op. Ik durf te wedden dat het je - al is het een beetje - moeite kost je het weer voor de geest te halen van verleden week dinsdag. Dat van 11 mei 1989 weet je in elk geval niet. Het is ook irrelevant.
In je huis en op je werk zijn ook ongetwijfeld onnutte informatieverzamelingen te vinden. Die heeft iedereen; van die stapels papier, halfbijgehouden ordners, directories op harde schijven met informatie die je wellicht nog eens nodig hebt. Om je vakantieherinnering terug op te roepen, om de belastingdienst te bewijzen dat je die kosten écht maakte, omdat je de verzekeringspolissen nooit helemaal begreep en ze dus allemaal maar bewaarde. Weesverzamelingen, want ze dienen geen ander doel dan het geruststellen van jouw angst.
Bij een grote schoonmaak als een verhuizing of baanwissel blijk je zo'n driekwart weg te gooien.
In een digitale wereld is die bewaardrang nog makkelijker te bevredigen. Bits en bytes nemen geen extra fysieke ruimte in en zijn eindeloos kopieerbaar. En dus groeit de verzameling. En de backup ervan ook. Alsmede de backup van de backup, want 'je weet maar nooit'.
Naast de ingebouwde zelfvernietiger in de vorm van relevantie is er nog eentje: de leesbaarheid.
Vooruitgang is alleen mogelijk in combinatie met veroudering. Da's mooi, want daardoor is er ook van die kant een grens ingebouwd: sommige informatie is stomweg niet meer benaderbaar, omdat er inmiddels nieuwe software of hardwareversies zijn en het overzetten van de informatie uit de oude omgeving naar de nieuwe 'niet meer loont'. Als kopieën gemaakt met de eerste kopieermachines die vervagen...
Waarom dat niet eerder gebeurde? Het gebeurde altijd al, maar nu is het tempo niet meer bij te houden. Teveel zou moeten worden gemigreerd in te korte tijd. Keuzes maken is dan aan de orde. Precies dat is wat steeds duidelijker wordt en steeds meer zal gaan gebeuren.
Enorme privacy bedreigende dataverzamelingen; leuk, maar voor hoe lang?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten