vrijdag 31 mei 2013

Spijkers op laag water

Dat je, wachtend in een warm lentezonnetje, wat met je slimme telefoon speelt. Wat mail ophaalt. Wat twittert. Wat nieuws leest. En dan op een berichtje stuit als dit, in de De Telegraaf:
Werkloos door dom social media gebruik

LONDEN - Een op de tien jongeren grijpt naast een baan door onverstandige updates op sites als Facebook en Twitter. Steeds meer werknemers worden geselecteerd op basis van online profielen.

Dat blijkt uit een onderzoek van het Britse On Device Research. Gênante foto's, ongepaste statusupdates of scherpe commentaren op sociaalnetwerksites worden door toekomstige werkgevers hard afgestraft. Vaak krijgt men na zo’n media-inspectie niet eens meer een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek.
Tweederde van de ondervraagden maakt zich geen zorgen om hun profielaccounts en gebruiken social media dan ook niet terughoudend. Ze geven meer om wat vrienden van ze denken dan potentiële werkgevers.
18.000 jongvolwassenen tussen de 16 en 34 jaar deden mee aan het onderzoek. Deelnemers kwamen uit zes verschillende landen: China, India, Nigeria, Brazilië, Engeland en de VS.
Eerder deze week waarschuwde Google-topman Eric Schmidt tieners voor "onverstandig gedrag dat je levenslang achterna kan zitten".

Het onderzoek waarnaar de krant verwijst, is dit:
http://www.slideshare.net/OnDevice/young-peoples-consumer-confidence-index-22121437

Zoals het de De Telegraaf betaamt, dekt de kop de lading niet helemaal. Uit de kop trek je de conclusie dat jongeren hun baan kwíjtraken door social media. Uit het artikel en het onderzoek maak je op dat het gaat om het niet kríjgen van banen: in China, India, Nigeria, Brazilië, Engeland en de VS.

Wat moet je er dus mee? Niets?!

Da's maar de vraag. Natuurlijk kun je - terecht - aanvoeren dat dit nu niet bepaald een representatief onderzoek is voor álle jeugd in álle landen. Eerder zijn het repressieve of conservatieve landen waar ofwel de staat ofwel mores (nog) bijzonder belangrijk worden gemaakt. China scoort hoog. India scoort vrij hoog. Brazilië daarentegen scoort laag.

Het is een 'lastig' onderzoek; de aantallen respondenten wijzigen nogal waardoor je iedere keer goed moet kijken wie nu eigenlijk welke antwoorden gaf. Maar ik neem aan dat de conclusie dat werkgevers zich tijdens de selectieprocedure ook baseren op andere bronnen dan je brief en cv, klopt.

Dat is precies waar het wringt.

De belangrijkste vraag die gesteld moet worden, is of werkgevers dat recht hébben: om hun keuze te baseren op duidelijk privé informatie. Mag, in de oude wereld, een werkgever zich baseren op dorpsroddel en stedelijke achterklap? Als je realistisch bent, dan stel je vast dat dat weinig elegant is, maar dat het wél gebeurt. Als de werkgever die informatie tenminste krijgt. Dat is wel een verschil: de informatie is makkelijk(er) beschikbaar. Daar gaat het dus principieel mis, want dat betekent dat de werkgever áctie onderneemt om die infromatie zélf te vergaren. Ze wordt hem niet aangereikt: hij doet 'antecendentenonderzoek'. Laat dat nu net iets zijn wat in de oude wereld niet zomaar gedaan wordt door jan en alleman. De nieuwe situatie maakt het allemaal een stuk ónduidelijker, mínder transparant. Homosexualiteit is bijvoorbeeld géén onderwerp voor antecedentenonderzoek. Wie zegt dat de social media antecedentenonderzoeker dat niet tóch meewoog?

In antecedentenonderzoek wordt gekeken naar de formele werkelijkheid: veroordelingen, schulden, kwetsbaarheden. In social media lijkt het vaak ook (vooral?) te gaan om de informele werkelijkheid: die tussen vrienden en familie. Het lijkt ook allemaal zo logisch en voorstelbaar. Een drugshulpverlener die op feesten joints rokend op z'n Facebookpagina staat. Niet handig, want z'n cliënten zien dat waarschijnlijk ook. Zoals ook 'stille alcoholisten' op het werk zijn te vinden, is de vraag - net als bij hen - vooral: wat is het effect op collega's en werk?

Dat is precies wat míj zorgen baart. De grenzen lijken te schuiven. Ik schreef het al eerder. De grens tussen werk en privé vervaagt wat. Het is echter zeer de vraag in wiens voordeel. Het gaat té ver, veel te ver, als werkgevers zich baseren op privé informatie, óók(!!) als die openbaar beschikbaar is. Een werkgever dient zich zo professioneel op te (kunnen) stellen dat die informatie geen rol speelt. Die eis mág worden gesteld, omdat ze ook aan de werknemer wordt gesteld als het gaat om het openbaren van 'bedrijfsgeheimen'. Dat wat je in het kader van het werk ter ore komt, wordt je geacht níet naar buiten te brengen. Van tweeën een.

Dat de verhoudingen schuiven werd vanochtend overigens ook op een andere manier geïllustreerd. In de De Volkskrant staat dit over Zweden:

Photo 31-05-13 17 27 39

Het is overduidelijk nog volop zoeken naar hoe ons te gedragen en beschermen in die nieuwe omgeving.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten