Je zou er haast een beeld bij krijgen van een netjes geordende wereld; die uit de jaren vijftig. Halverwege is mijn leven begonnen.
Het aardige is dat ook ik heb geleerd dat die periode er een is van verzuiling en van een machtig maatschappelijk middenveld. Een periode ook waarin keuzes werden voorgekookt door het bestaan van die zuilen. In één van mijn studieboeken, herinner ik me, staat het voorbeeld van het bestaan van diverse geitenfokverenigingen in één gemeente, op geloofsgrondslag. Of het voorbeeld van de katholieken die bij de katholieke bakker kochten. Daarvan is het onderwijs nog over; met de vreemde titel 'bijzonder onderwijs' hebben we artefacten als protestants-christelijke scholen. In het sectarisch spectrum komen daar de 'vrije scholen' en de Jenaplannen cum suis nog bij. De verzuiling is helemaal niet voorbij. Ze is verfijnder geworden.
Als ik in mijn herinnering probeer te graven, is er in het dagelijks leven in de jaren zestig niet veel te merken van die scheidslijnen. De krachtigste was die katholieke kerk. Ik zat op een katholieke jongensschool. Mijn jongere broer eveneens, en ons zusje zat aan de overkant van de straat op de katholieke meisjesschool. Wij hadden meesters. Zij nonnen. Ellendig werd het voor mijn jongste broer: die is van de eerste generatie jongens die naar de meisjesschool aan de overkant moest. Ik vermoed dat veel mensen zich niet kunnen voorstellen hoe dat was.
Maar op straat, in het dagelijks leven was die scheiding al aan het verdwijnen; of wellicht zelfs nooit zo scherp zichtbaar geweest. We gingen naar de winkels op de Lindelaan: een De Gruyter, Paagman - de boekhandelaar -, een groenteboer - met een aardappelschilmachine - en een apotheker. Die had aan de gevel nog zo'n kop met uitgestoken tong waarop een tablet lag: de gaper. Een reliek uit een verleden, maar verdomd handig om snel een apotheker te herkennen. Ik heb, eerlijk gezegd, nooit het idee gehad dat we sommige winkels bewust meden of juist gebruikten.
Mijn hele leven heb ik een aversie tegen die verhokkingsmentaliteit. Hoe je het wendt of keert; het zijn selectiemechanismen. Hokjes zorgen voor een 'wij'-'zij'situatie, voor buitengeslotenen. Als je het verkeerd doet, zelfs tot superioriteitsdenken van de ingeslotenen. Bijzonder onderwijs gaat vaak helemaal niet over de kwaliteit van onderwijs - dat wordt er met de haren bijgesleept - maar over hokjesdenken. Een dogma wordt leidend.
Jezelf ontwikkelen, je eigen voor- en afkeuren, sterke en zwakke punten ontdekken vereist de mógelijkheid die te ontdekken. Gesloten groepen doen dat niet. Die bevestigen. Het verbaast me niets dat we inmiddels tot de ontdekking zijn gekomen dat de produktiefste - in de betekenis van creëren - groepen, die groepen zijn die gemêleerd zijn en waarin de leider niet dominant is. Anders gezegd: veel verschillende meningen en karakters die elkaar in hun waarde laten. Voor dat 'laten' moet waarschijnlijk ook staan 'durven en kunnen', want veel teams zijn daartoe niet in staat. Ze volgen het dominantste geluid; net als de richtinggeving tijdens de verzuiling.
In Leiden staat een gebouw dat me hier erg aan doet denken. Toevallig ook vanwege zijn vorm: een bakstenen kolos in een straat die daardoor helemaal wordt gedomineerd. Maar wel een mooi gebouw. En min of meer leeg; of beter: passief. Binnen bevindt zich een museale opslag - het is het oer-Naturalis - en dat was het dan zo ongeveer. Doodzonde, natuurlijk.
Maar wat gebeurt er dan? Er komt heel interessant initiatief in: Raamsteeg2. Een club die zich richt op de crossover van ´kunst en wetenschap of reflectie daarop'. Nu heeft dat wel mijn interesse, dus mij trekt het wel. Maar tegelijk realiseer ik me dat dit het zoveelste 'kunst en wetenschap'-initiatief is. We worden er haast mee doodgegooid. Alsof er geen ander Leiden bestaat. Alsof alleen dat wat past in een concept relevant is.
Vanochtend zat ik wat te mijmeren en dacht: 'Wat zou het mooi zijn als Leiden - in casu Naturalis - in Raamsteeg2 bijvoorbeeld ook een biljartclub, een klaverjasclub, koersballers en leesclubs toelaat. Mensen die die hobby beoefenen en die, haast nonchalant, in aanraking komen met kunst, wetenschap of biologie. Iets wat zij wellicht anders minder snel zouden doen. Verleiden, dus". Want inmiddels is het hokjesdenken alweer aardig de kop aan het opsteken in Leiden, waardoor er groepen in- en uitgesloten worden: ook als het verhaal is 'dat iedereen kan aansluiten'. Ja, als je pást in de cultuur. Maar een ontmoeting van cultuuruitingen?!
Dát zou echt crossover zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten