Natuurlijk. Ik kán het me verbeelden. We verrechtsen.
Een paar jaar geleden werd er vrij plots gesproken over "de onzinnigheid van de tegenstelling links-rechts". Terwijl de waterscheiding steeds meer de trekjes kreeg van Mozes' actie met de Dode Zee, probeerden steeds meer mensen een flexibele positie te krijgen; niet links, niet rechts.
De nieuwe nadenkende kiezer liet zich niet meer in die hokjes duwen. Populair was de D66-houding van 'pragmatisch, intellectualistisch en innovatief'. Dergelijke karakteristieken werden meer gebezigd en meer op prijs gesteld dan de aloude links-rechts-, socialist-kapitalisttegenstelling.
Tegenstellingen hadden afgedaan. Perspectief, de toekomst, en samenwerken aan een betere toekomst zouden de nieuwe idealen zijn. Vooral in de jonge, creatieve klasse hoorde ik die geluiden. Idealistisch en vol vertrouwen; een levenshouding die energiek en positief oogt.
Mijn indruk is dat daarvan weinig overeind blijft. Mijn indruk is dat veel van die jonge creatieven steeds meer zijn bekend tot klassieke kapitalistische waarheden als vrije markt, concurrentie en nadruk op het individu.
De PvdA is een partij in een spagaat door hun regeringsdeelname. Die spagaat is echter voor een deel ook toe te schrijven aan het verlaten van een ideologische basis. Op dat moment komen de 'oude partijleden en -bonzen' tegenover de 'jonge honden en vernieuwers van de partij' te staan.
Zorgwekkend is het dat die vernieuwing wordt ingegeven door eigenbelang. Daar waar D66 niets anders is dan een onderafdeling van de VVD, zo worstelt ook 'links' met een identiek dilemma: een sociaal gezicht willen hebben en toch de vrijheid van de marktwerking willen meepikken.
Om me heen zie ik ze heel veel. De (jonge) mensen die van zichzelf vinden dat ze sociaal zijn en tegelijk normen, waarden en een toekomstvisie hanteren die niet sociaal zíjn. Met name degenen die zich bewegen in de innovaties - of die nu sociaal, medisch of bestuurlijk zijn - blijken steeds vaker argumenten te gebruiken die ooit in 'het rechtse repertoire' thuishoorden.
Als ZZPer ís het van belang dat je ruimte hebt om te overleven. Een andere kwestie is of je die ruimte sámen bewerkstelligt of dat je vanuit concurrentie en eigenbelang redeneert. En, nee, beweren dat je toch in een gróep ZZPers opereert, is onvoldoende. Dat is niet meer dan een schaamlap, een rookgordijn. Ook een groep ZZPers kan zich heel goed gedragen als een commercieel bedrijf. Alleen de vorm is anders; moeilijker herkenbaar.
Mijn geloof in jonge mensen is nog niet versplinterd. Wel zie ik barsten in mijn hoop. De toekomstvaste mentaliteit - naar ík hoop - is nog wel te vinden op plaatsen en in concepten als Seats2meet. Jammer genoeg zie ik ook mensen succesvoller worden en zich tot andere paradigma's bekeren. Niets menselijkers dan dat. Overleven is wezenlijk.
Mijn verklaring is dat ook deze verwatering een direct gevolg is van technologie. Net als Janus heeft technologie twee koppen. Tegenover positieve gevolgen staan ook negatieve. Ik heb de indruk dat ook individuen zo'n spagaat ervaren. Een handige coping strategie is om het ongewenste af te zwakken of zelfs te ontkennen.
Dan krijg je dus situaties waarin we niet meer (willen) zien dat technologische ontwikkelingen ook dictatoriaal kunnen uitpakken. Dan wordt het lastig te erkennen dat er ook (grote?) groepen mensen buiten de boot gaan vallen.
Dan wordt het lastig.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten