Aan de lange tafel in het theaterrestaurant zat een uur vóór voorstelling niemand. Vanaf zesenveertig minuten vóór voorstelling begon het druppelen. Een jonger meisje dat meteen en duidelijk gewend een laptop tevoorschijn toverde en aansloot op het in de tafel verborgen stopcontact. Binnen een minuut scheen er witblauwig licht op haar gezicht en samengevouwen handen. De concentratie leek op die van een in gebed verzonken kloosterzuster.
De druppels werden golven. Een heuse vloedgolf zat er ook tussen.
Aan de tafel nestelde zich een gezelschap dames en heren die ook een avondje theater gingen doen: twee oudere dames, een tweetal begin vijftig mannen en een stuk of vier vrouwen in diezelfde leeftijdscategorie. Onmiddellijk slaat de sfeer om. De luidruchtigheid neemt toe. Het begroeten brengt onrust in de kalmte doordat mensen draaien, opstaan, kussen.
Of het nu oudtantes met neven en nichten zijn die de voorstelling gaan kijken waarin één hunner zussen meespeelt?! Of ouders met kinderen op leeftijd?! Het effect is hetzelfde en het patroon ook. Er is altijd wel één vrolijke frans die als een soort alpha-mannetje de aandacht opeist. Niet dat-i de regie voert. Dat doet één van de vrouwen. Niet direct in het oog springend, maar wel bepalend: "Zullen we die stapel jassen maar gewoon aan de kapstok hangen?".
Inmiddels is ook een tweetal mensen aan de andere kant van de tafel gaan zitten; tegenover elkaar. Zwijgend. Die kennen elkaar vast al jaren, waardoor de informatiewisseling tot een minimum beperkt is geraakt. Gelukkig schuiven er nog twee mensen aan. Een zachtzoemend gesprek is nu mogelijk. Jammer dat het stemgeluid van één van de tantes het onmogelijk maakt te horen waarover ze het hebben.
De tafel is nu min of meer vol. Dat betekent zoveel als dat er tussen de drie groepen een stoel vrij is: de groeps comfort zone. Ze mengen ook niet. Terwijl ze weten dat ze hetzelfde zullen gaan meemaken, spreken ze elkaar niet aan.
Op zestien minuten voor aanvang is 'het publiek' een verzameling losstaande subgroepjes. Twee vrouwen en een man, koffie drinkend, aan een statafel. Twee vrouwen, de handen warmend aan thee, die - zowaar! - een onverwachte bekende verwelkomen. Rustig wijn nippende duo's. Aan de bar zelfs twee dames die hun koffie drinken met hun jas aan! Alsof ze ieder moment weg moeten.
Twaalf minuten voor aanvang.
Het gedrentel en geloer is begonnen. De zaal is immers niet enorm groot en op de kaartjes staat 'ongeplaceerd'. In Nederland kán dat leiden tot gedoe, want, tja, je wilt wel góed zitten. De alpha-neef positioneert één van de oudere dames dan ook voor de zaaldeuren.
Negen minuten.
Het wordt drukker in de doorloop naar de toiletten. Nog even snel een plas, want ook dát wil je niet: met volle blaas worden geconfronteerd tijdens de voorstelling. Het geroezemoes is nu gewoon echt práten geworden. Het strategisch gaan staan neemt toe, terwijl de tafel langzaamaan weer leeg achter blijft. Alleen het meisje met de laptop en de vrouwen van het gezelschap zitten er nog.
Vijf.
Het gros staat voor de zaaldeur; de meesten met het kaartje in de hand. De serveersters beginnen de wanorde op de tafel terug te brengen door alles op een dienblad te stapelen en af te voeren. Met de jas op de arm gaan sommigen toch weer even zitten. Wachten is iets tussen zitten en staan.
1
De sfeer is nu weg. Het lijkt alsof er een groep mensen, direct van buiten komend, staat te wachten bij een tramhalte. De ogen van de paar zittenblijvers schieten geregeld naar de deur en de wachtenden. Gesprekken?! Het is de vraag wie nu echt nog goed hoort wat een ander zegt.
-1
Gisteren liep deze fase tot -10 vanwege twee elektrische rolstoelen die ook de zaal in moesten kunnen. Nu valt het vast mee: op -3 duikt een laatste speler op uit de toiletgroep. "Over enkele ogenblikken gaat de zaal open"
-zes
De oudere dames gaan, met de armen ingehaakt bij de jongere, in de rij staan.
Het begint (vast zometeen).
Je schrijft prachtig... Ik hou ontzettend veel van dit soort observaties. Wilde dat ik hem zelf geschreven had.
BeantwoordenVerwijderen