"Ik ben gedreigd. Ik heb er de hele nacht niet van geslapen."
Mijn eerste reactie op de drie meisjes die in de trein met elkaar zaten te kletsen, was eerder eentje van 'Het is bédreigd, hoor' dan van nadenken. Dat kwam pas een paar seconden later.
Dan realiseer je je waarover ze het hebben. Eén van de drie kreeg via Whatsapp bedreigingen die, als ik het goed hoorde, er op neerkwamen dat ze haar zouden opwachten. Wie die 'ze' zijn, werd me niet geheel duidelijk. Wel dat het instrument dat ze in zouden zetten een wildvreemde jongen zou zijn die het meppen zou gaan doen.
Zoals ze erover spraken, zou je denken dat het ging over het tijdloze onderwerp Jongens en Meisjes. Maar dan dus anders.
Nogal anders. Zo is het de vraag hoe we dat 'dreigen' moeten interpreteren. Natuurlijk, de letterlijke tekst kan intimiderend, bedreigend overkomen. Dat zal ongetwijfeld ook de bedoeling zijn.
De manier waarop de meisjes ermee omgingen deed me denken of ik het niet verkeerd zag.
In alle openheid - ze spraken niet extreem luid of zacht - bespreken ze de dreiging. Namen van andere meisjes en jongens zijn in het gesprek opgenomen. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Alsof dit gewoon was in hun levens.
Zou het zo zijn dat dit het nieuwe hofmaken is?!
Het is optie die ik met moeite zag, want hofmakerij associeer je toch eerder met tederheid, liefde en aftasten. Maar misschien (blijkbaar?) zijn de mores verandert.
Onze oudste zoon, nu in de twintig, maakte het een aantal jaren geleden uit met z'n vriendinnetje; per sms en kort telefoontje. Over zakelijk gesproken, en hij vond het toen al de gewoonste zaak van de wereld.
Voor zover ik dat als jongen wist, kwam het in mijn jeugd bij 'de meisjes' geregeld voor dat ze elkaar zwart probeerden te maken. Roddel en achterklap, zowaar een incidentele meppartij, en bedreigingen. Dat werd nooit helemaal helder, want de dames hadden en hielden hun geheimen.
Uit het jongerenwerk kan ik me het ook nog wel herinneren. Dat er ineens een enorme beroering ontstond in één of twee groepen. De reden was in vier van de vijf gevallen: een meisje en een jongen, een verkering. Die uit was gemaakt. Of die niet áán ging. Of een vervelende derde partij die alles in de prille relatie overhoop haalde. Gezoem, geloop, gepraat, gehuil: emoties die de pan uit kóókten.
Omdat ik niet geloof in evolutionaire verandering op jaarbasis, denk ik dat die drie meisjes in de basis nog steeds hetzelfde zijn als degenen uit de jaren 1975. Dat zou betekenen dat die meisjes in de trein het ook niet over bédreigingen hadden, maar over een nieuwe vorm van sociaal gedrag. Zou het wellicht een krachtmeting in het kader van hofmakerij zijn?!
Volgens mij is dat geen idiote gedachte.
Toen ik bij station De Vink uitstapte, zaten de drie nog steeds te praten. Over school, uitgaan en huiswerk. Alsof de gedreiging in die wereld echt niet iets bijzonders was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten