woensdag 6 november 2013
Leren kost móeite, doet pijn
Volgens mij wordt de plank mis geslagen.
"Kennis willen we, net als winkelen, beleven", beweert Bakas hierboven. Hij transponeert onderwijs dan ook met alle gemak van de wereld naar de belevingseconomie. Het is niet Bakas die het begrip munt. Experience economy is een ouder begrip, bekend gemaakt door Joseph Pine II en James Gilmore.
Het woord gonsde al snel door de wereld. En nog steeds. Alles moet een belevenis worden. Da's een goed voornemen - omdat daarmee de eindgebruiker veel centraler wordt gesteld - maar mijn vraag is nog steeds of van alles een beleving ís te maken.
Mij doet het enorm denken aan het bijna dogmatisch denken dat alles in eenvoudig Nederlands moet kunnen worden uitgelegd. Daarvoor werd zelfs een OESOnorm - voor tweede talers - uit z'n verband gerukt en ingezet: B2. Volgens anderen moest het Jip en Janneketaalniveau zijn. Zeker voor overheidsinformatie die relevant is voor het dagelijks leven, is het een goed uitgangspunt dat de boodschap helder en duidelijk moet zijn. Dat vermindert de kans op misverstanden, wrevel en beroepszaken.
Maar niet alles is leuk en eenvoudig te maken.
Hoe je het wendt of keert: kennis en begrip spelen ook een belangrijke rol. Niet iedereen is even slim. Zo snap ik bar weinig van scheikunde. Toch ben ik niet bepaald dom. Je kunt niet alles weten (en het is een teken van wijsheid te wéten waar je beperkingen liggen). Aan mij iets scheikundigs uitleggen, betekent of dat ik chemie moet leren of dat de uitlegger zich beperkt tot hoofdlijnen. Dat heb jij ook. Dat heeft iedereen.
Om iets te leren, moet ik me inspannen. Alleen het gegeven dat je móe wordt van leren, geeft al aan dat het energie kost. Volgens sommigen is het zelfs vergelijkbaar met pijn lijden; leren is geen plezierige ervaring. Mijn ervaring is dat niet. Wel dat het vermoeiend is en zeker niet vanzelf gaat.
Dat is precies de schuiver die hierboven wordt gemaakt.
Bakas heeft het grootste gelijk van de wereld: als hij bedoelde dat er een hausse is aan amusement. Lichtvoetig, tijdelijk, en primair vermakend: dat zijn veel van die bijeenkomsten. Maar om daar nu termen als 'kennis', 'wetenschap' of 'onderwijs' aan te koppelen, gaat veel te ver.
Het begon ooit met radio-(!) en televisiequizzen: feiten en feitjes toetsen. Nieuw is het allemaal niet. Twee voor Twaalf, Kick Stokhuyzen: ze deden het allemaal. Ook saillant: het medium televisie komt beschikbaar en vrij rap daar op volgend ontstaan bijvoorbeeld de Televisie Academie (TELEAC) en lezingenprogramma's als Openbaar Kunstbezit; met een maatschappelijke impact waar je U tegen zegt.
Wat daarna wordt ontdekt, is het werk van de amanuensis: de proefjesbegeleider op je middelbare school. Persoonlijk heb ik erg goede herinneringen aan Wim T. Schippers die de Wetenschapsquiz presenteerde: natuur- en scheikundeproefjes op teevee. Daarvoor had je nog aardig wat kennis nodig. Of iedereen de uitleg heeft begrepen, waag ik ook te betwijfelen. Als je daar de diverse Nationale ....quizzen tegenover plaatst, dan zijn die toch wat bleekjes. Toch weer feitjes.
De vergelijking met de onderbouw op een middelbare school dringt zich sterk op, hoor. Dat is de periode dat je van de exacte vakken de praktische kant voor je kiezen krijgt. Man, man, man, wat een berg proefjes kreeg je te zien (je mocht niet alles zélf doen). En wat een koude douche als je daarna in de bovenbouw de theorie, de wetenschap erachter krijgt. Géén proefjes, minder demonstratieopstellingen, veel (saaie) berekeningen en theorie.
Voor mij is dát wat we zien.
Heel veel mensen zijn gefascineerd door proefopstellingen. Wat dat betreft, zijn de TEDx-en cum suis van deze wereld ook precies dát: onderbouwkennis voor iedereen. Niet dat het minder is, maar het ontbeert wel precies dat ene vervelende stuk: de theorie, de pijnlijke wetenschapsbeoefening. Maar die is ook niet sexy, niet verleidelijk te maken. Dan kom je als snel in de categorie Grappen Voor Wiskundigen, die niet-wiskundigen niet begrijpen.
Dat zijn de gedachten die bij mij opborrelen als ik dat relaas van Bakas lees, als ik De Wereld Draait Door de wetenschap zie simplificeren, als technofanaten zich vergapen aan 'proefjes'. Dan vraag ik me af wat de drijfveer is. Is dat echt wetenschappelijke nieuwsgierigheid? Waarom moet er dan altijd 'iets te bekijken' zijn?
Zonder afbreuk te willen doen, maar wel een andere blik aan te reiken: waar zit 'm dan die kennisvermeerdering in?! Of is het toch primair vermaak?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Wellicht niet zozeer kennisvermeerdering als wel kennisdeling?
BeantwoordenVerwijderenVolkomen gelijk, de verdwazing ten top. Tegenwoordig moet alles leuk zijn en prettig gebracht worden. Leren is geen beleving, leren is gewoon hard werken en kennis in je kop krijgen.
BeantwoordenVerwijderen