Achteraf denk ik: "waarom is dat eigenlijk allemaal bewaard?".
Typisch zo'n vraag die heel vaak terugkomt als je moet opruimen. Móet. Als je verhuist bijvoorbeeld. Of het nu op kantoor is of privé; iedere keer weer sta je er van versteld wat je hebt bewaard... en nooit meer gebruikt of ingekeken.
Het antwoord op de vraag weet ik niet. Wel weet ik dat veel mensen vrij veel bewaren en dat er maar weinig mensen zijn die niets tot zeer weinig bewaren. Want ook de verkondigers van Het Lege Onpersoonlijke Kantoor als werkplek vergeten dat ze ook nog een thuis hebben. En of daar herinneringen worden bewaard.
Dat is mogelijk nog de beste verklaring voor dat bewaren. Er kleven herinneringen aan.
Op mijn werk ben ik indertijd een paar keer verhuisd. Al die keren gaan dan hele stapels papier door je handen. Verslagen, rapporten, notulen, nota's, berichten; allemaal herinneringen. De echt oninteressante zijn dan allang weggemikt. De 'sleutelstukken' bewaar je.
Als je tijdens zo'n verhuizing eenmaal op stoom bent met opruimen, dreig je al vrij snel veel te veel toeren te maken. Ik zie mezelf nog steeds in onze werkkamer staan en samen met een collega enorme hoeveelheden papier door de openstaande deur een grote blauwe papiercontainer in gooien. Om de seconde vloog er wel iets in die richting, totdat ons werd verboden het op die manier te doen. Passerende collega's dreigden de papieren tegen het hoofd te krijgen.
Da's dan nog je werkplek. De herinneringsfunctie is daar vooral verbonden met een rechtvaardigingsfunctie. Je wordt er zó moe van; al dat gedoe over tijdbesteding en opbrengst. Dan is het noodzákelijk je aan alle kanten in t dekken door 'een dossier te vormen'. Da's ambtenarentaal voor 'alles bewaren wat je als bewijs van je gelijk kunt gebruiken'. En, ja, dat ambtenaar in de vorige zin is symbolisch. Ook particuliere werkgevers, zeker die die in hun hart ambtenaar zijn, kunnen er wat van, hoor.
Al die mensen die menen dat een klinisch kantoor een goede zaak is, moeten vooral eens stilstaan bij dat belangrijke aspect van herinnering dat emotie heet. Wellicht zoeken zij klinische medewerkers. Of ze zich realiseren dat dat meestal ook de minst loyale zijn, is de vraag. Ik ken ze, hoor, de werkgevers die de minst betrouwbaren aanzien voor de beste medewerkers die ze in dienst hebben.
Het wegmikken van aandenkens heeft iets louterends. Weg is weg, is vergeten. Althans, weer ietsje moeilijker op te roepen. Vandaar dat het toch wel moeite kost om zaken die dicht bij je staan, weg te gooien. Op je werk als in een roes weggooien, gaat stukken makkelijker dan in je eigen huis.
Uiteindelijk gooien we toch weg. Altijd en overal. En nooit zonder slag of stoot. Of het nu het weggooien van de stad is of het weggooien van spullen; er kleven herinneringen aan, particuliere herinneringen. En die conflicteren heel vaak...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten