Innovatie is verandering. Toch?! In de jaren dat ik heb rondgekeken in dat wereldje is me daar wel iets opgevallen: de drijfveren.
Innovatie is niet iets wat zomaar uit de lucht valt. Ploef, en we innoveren. Waarmee ik maar wil zeggen dat het geen autonoom proces is. Of, zoals anderen het zouden zeggen, een middel en geen doel. Het beeld van een hamer is wellicht verhelderend. Het maakt nogal uit met welke intentie je een hamer vasthoudt voor de bepaling of het werktuig of een moordwapen is.
Innoveren, innovaties en innovatoren hebben iets vergelijkbaars: hun beweegredenen.
In de afgelopen jaren ben ik twee belangrijke tegen gekomen bij mensen: nieuwsgierigheid en angst.
Nieuwsgierigheid is een drijfveer die je verwacht bij academici. Dat zijn immers van die mensen die dingen uitzoeken om het uitzoeken. Fundamenteel (natuurwetenschappelijk) onderzoek is daarom zo kwetsbaar. Daar wordt onderzoek gedaan, gericht op kennisvermeerdering. Hoe je die daarna praktisch kunt gebruiken speelt geen rol. Mág geen rol spelen, vind ik zelf.
Angst, de andere drijfveer, ligt een stuk moeilijker. Die wordt, natuurlijk, zeer zelden zo benoemd. Toch is dit wellicht de belangrijkere drijfveer voor innovatie. Zeker als je innovatie opvat als de concrete verandering van gedrag, produkten of diensten.
Met angst bedoel ik niet de directe angst die ontstaat als je oog in oog staat met een woeste tijger of een ontsnapte dierentuingorilla, evenmin de angst voor een examen of het je eigen slechtnieuwsgesprek. Nee, dit gaat over de angst die zich op meta-niveau bevindt. De angst in de vergetelheid te verdwijnen is er zo eentje. Ik noem het angsten. Anderen zullen het wellicht het ontkennen van de realiteit noemen of het overwinnen van de natuur.
De reden dat ik er op kom, is dat ik pas geleden in de krant las dat er weer een prachtige toepassing is bedacht voor alzheimer patiënten. In navolging van het lifelogging - de godganse dag op intervalbasis foto's maken van wat je doet - lijkt het zo handig voor mensen met geheugenproblemen geheugensteuntjes te maken.
Maar waarom?!
Dat er brillen en gehoorapparaten bestaan, lijkt me verklaarbaar. Beide grijpen direct in op de gevolgen van het gebrek. Overigens heeft ongetwijfeld ook dáár de angst slechter te zien of te horen een rol gespeeld. Maar bij zoiets als geheugenproblemen lijkt dat een nog grotere rol te spelen, met als summum het uitstellen van ouderdom en de dood.
Waarom zou dat zo belangrijk zijn? Omdat angst een slechte raadgever is. Een van de grootste verschillen tussen beide drijfveren is dat de nieuwsgierige zowel voor- als nadelen in kaart brengt. De angst-versie zal dat niet zo vanzelfsprekend doen. Zoals patiënten selectief luisteren. Zoals slechtnieuwsgesprekken vaak maar half gehoord worden.
Dat je dan mensen krijgt die hun tijd van leven voor een deel gebruiken om pilletjes te slikken die hun leven wellicht verlengen, is tot daar aan toe. Wat je aan tijd verslikt, krijg je wellicht terug. Het lijkt me echter wel een variant van Zeno's Achilles en de Schildpad.
Wat wel nodig is in deze turbulente tijden is jezelf de vraag stellen wat die drijfveren mogelijkerwijs zijn. Want verandering omwille van de verandering bestaat niet echt. Wel verandering omwille van een onuitgesproken reden en doel. En zeker dat laatste is toch echt wel belangrijk.
Anders verkoop je een klauwhamer als moordwapen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten