Het is in de eerste plaats een goed artikel over de nieuwe koers van de fotodienst Flickr. Lezenswaard. Zeker ook als je weet weten hoe Yahoo probeert de koers te verleggen daar.
De reden voor deze blogpost is echter een andere.
Bijna was ik er aan voorbijgegaan. Dat tussen haakjes staande stuk tekst waarin de verslaggever zijn positie verduidelijkt. Het is dat die deze keer zo lang is - meestal is het een regel of iets in die orde - dat me ineens te binnen viel: "Maar waar zie ik die plaatsbepalingen eigenlijk in de klassieke media?".
Het zijn dit soort van dingen - nee, niet 'details' - die het verschil aangeven tussen oude en nieuwe media(-denken).
In het oude denken is aan publieke functies een hoge mate van vertrouwen in integriteit toegekend. De politicus die onbelast en onbezwaard zijn werk moet (kunnen) doen. De politieman wiens proces verbaal onbetwijfelbaar moet zijn. De wetenschapper die controleerbaar moet zijn. De journalist die hoor en wederhoor toepast. In al die situaties gaat het om integriteit.
Wat een groot verschil is tussen de oude en nieuwe stuatie is dat anders wordt gedacht over die controleerbaarheid. In de nieuwe situatie wordt veel meer uitgegaan van een realistische werkelijkheid waarin integriteit enorm kwetsbaar is; mogelijk niet eens echt bestaat. Hoeveel moeite ook wordt gedaan, integriteit staat altijd onder druk. Integriteit verwáchten is een risico. Omdát je politieman bent, ben je niet onfeilbaar. Omdát je politicus bent, ben je niet onkwetsbaar. Omdát je journalist bent, ben je niet neutraal. Beroepscodes, beroepseer en zelfs beroepsééd zijn loze begrippen als er geen controle mogelijk is.
Dát is wat de nieuwe lichtingen doen.
De term is mogelijk al ietwat uitgehold, maar 'transparantie' maakt wél duidelijk wat de andere positie is. Daarin speelt dat vertrouwen nog steeds een rol, maar óók het realisme waardoor wordt verwacht dat men eigen posities duidelijk maakt. Waarom zou iemand zich kunnen verschuilen achter het imago van de organisatie waarvoor hij werkt? De journalist ís de krant niet. De consultant, de adviseur ís de adviesorganisatie niet. Zeker in die functies is het enorm verhelderend te weten in welke verhouding tot het onderwerp men staat.
De kracht van die nieuwe aanpak - beetje groots geformuleerd - is dat díe context op waarde wordt geschat: zijn relevantie is inderdaad fors.
Het is onthutsend om soms te zien hoe 'neutrale' adviezen feitelijk worden geschreven door mensen met duidelijke lijnen naar het onderwerp van advies. Dat hóeven geen belangen te zijn. Dat hóeft geen effect te hebben. Maar het verzwijgen ervan maakt ook dat wij het niet weten en wanneer we het ontdekken dat tot breekpunt bevorderen. En, echt waar, ik zie ze nog steeds geregeld: de mannen die adviseren over onderwerpen waarvan je wéét dat ze daarin niet neutraal zijn.
Kijk. Dat geloof in integriteit ben ik al lang kwijt. Ik ben enorm blij met onderzoeksjournalistiek en kritische journalistiek. En ik hoop al járen dat we ons eens een keer verdiepen in die netwerken en hun gevolgen voor integriteit. Tot dat moment, denk ik, is het verstandig iedereen die niet aangeeft waar-i staat, minder op z'n woord te geloven.
Dat is wat zo'n eenvoudige full disclosure in de klassieke media (en publieke functies) zou doen: duidelijk maken waar de auteur staat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten