vrijdag 7 juni 2013

En de eerste drie regels zíjn...

Vandaag is zo'n dag dat de blogpost een makkie is. Ik kan me er vanaf maken door je te wijzen op een artikel in Slate, want alles wat hieronder gaat komen, is daar uit gehaald.

Het is typisch zo'n onderwerp waarvan ik vond dat het goed is als het geregeld terugkeert in de aandacht: de vluchtige manier van lezen, van informatieverwerken. Ik zou eens moeten zien te turven hoe vaak ik dat verwijt voorbij zie komen op Twitter: dat iemand niet goed las. Ik heb er zelf ook last van, hoor. Soms laat je je helemaal meeslepen in die ongrijpbare drang ook eens ergens de eerste mee te zijn of de spitsvondigste van het stel. Maar als je dat wilt worden, moet je het juist níet nastreven.

Een nieuwtje is maar een deel van het verhaal. Veel belangrijker is wie degene ís die het brengt. Want de (status van de) brenger van het nieuws, bepáált meteen (of) het nieuws (is). Dan kun jij nog alle gelijk van de wereld hebben, als een BN-er precies dezelfde boodschap later brengt, is dát waarschijnlijk het bericht dat wordt gezien als het eerste. Lullig. Maar waar. En niets nieuws onder de zon, want zo werkt de werkelijke wereld ook. Inhoud is veel minder belangrijk dan we denken (wat dus echt anders is dan: inhoud doet er niet toe).

In Slate, dus, las ik vandaag een artikel met de titel You Won’t Finish This Article; Why people online don’t read to the end. Het antwoord op de why-vraag komt niet echt uit de verf, maar het artikel is desalniettemin lezenswaardig en informatief.

M'n advies is nú de vorige hyperlink te gebruiken en het originele artikel te lezen. Ik pik er twee citaten uit voor de overblijvers.

I’m going to keep this brief, because you’re not going to stick around for long. I’ve already lost a bunch of you. For every 161 people who landed on this page, about 61 of you—38 percent—are already gone. You “bounced” in Web traffic jargon, meaning you spent no time “engaging” with this page at all.

So now there are 100 of you left. Nice round number. But not for long! We’re at the point in the page where you have to scroll to see more. Of the 100 of you who didn’t bounce, five are never going to scroll. Bye!

OK, fine, good riddance. So we’re 95 now. A friendly, intimate crowd, just the people who want to be here. Thanks for reading, folks! I was beginning to worry about your attention span, even your intellig … wait a second, where are you guys going? You’re tweeting a link to this article already? You haven’t even read it yet! What if I go on to advocate something truly awful, like a constitutional amendment requiring that we all type two spaces after a period?

Wait, hold on, now you guys are leaving too? You’re going off to comment? Come on! There’s nothing to say yet. I haven’t even gotten to the nut graph.

Het is en blijft un peu onthutsend: vijftig procent van de lezers haalt de helft van een artikel niet. Ernstiger is dat een grote groep eigenlijk niet verder komt dan de eerste regels, het eerste schermbeeld. Heel terecht stelt Farhad Manjoo dan ook de vraag wat die mensen eigenlijk wél lazen en opnamen.

En wat ze (dan dus ) doorgaven via social media.

There’s a very weak relationship between scroll depth and sharing. Both at Slate and across the Web, articles that get a lot of tweets don’t necessarily get read very deeply. Articles that get read deeply aren’t necessarily generating a lot of tweets.
(...)
Schwartz tells me that on a typical Slate page, only 25 percent of readers make it past the 1,600th pixel of the page, and we’re way beyond that now. Sure, like every other writer on the Web, I want my articles to be widely read, which means I want you to Like and Tweet and email this piece to everyone you know. But if you had any inkling of doing that, you’d have done it already. You’d probably have done it just after reading the headline and seeing the picture at the top. Nothing I say at this point matters at all.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten