maandag 17 juni 2013

Geen creatieve klasse?!

'Ze' maken zich er enorme zorgen over. Over de toekomst van Nederland. En dan ook nog 's in het bijzonder de económische toekomst. 'We' moeten daar iets aan doen. 'We' installeren denkteams, brainstormbijeenkomsten, topteams en maken geld vrij. Allemaal initiatief, denken 'ze', om de economie te stimuleren. Zonder groei gaan we het niet redden. Want dat is 'hun' adagium: groei, groei, groei. Tot je over de rand de afgrond in kukelt.

Maar waarover maken 'ze' zich eigenlijk druk?

Het klinkt allemaal zo logisch. Als je economische groei nastreeft, heb je innovatie nodig. Ontwikkeling. Dan heb je creativiteit nodig, die, op zijn beurt, ruimte nodig heeft. Die ruimte bestaat vooral uit geld en middelen. Dus is er een regeling nodig. Voila. De Oplossing.

Zo werkt dat dus niet.

Het is verbazingwekkend dat we nog steeds aan de slag zijn met regelingen. Inmiddels had toch wel eens duidelijk mogen zijn dat die niet werken. Een voor de hand liggende verklaring - en de plausibelste van allemaal - is dat het bestaan van die regelingen het bestáánsrecht is van een aantal organisaties en het lévensonderhoud vormt voor een aantal individuen. Da's ook niet verwonderlijk: wij mensen werken nu eenmaal graag in circuits, in en met bekende netwerken. Dus zie je vaak dezelfde namen opduiken in subsidietoekenningen en op conferenties. Als je daar maar vroeg genoeg inschuift, wordt je haast vanzelfsprekend op den duur de expert. Jíj bent immers de voorloper.

Dat de gekozen oplossingen vooral het bestaande faciliteren, mag geen nieuws zijn. Dat dit één van die publieke geheimen is, evenmin. Dat verklaart waarom keer op keer toch die weg wordt gekozen. Die heeft niets met de inhoud, maar alles met plooiing te maken. Deze aanpak komt de status quo goed uit, maar of daarmee de werkelijke vraag, de werkelijke behoefte is gedekt?!

Zoiets als creativiteit. Dat is inderdaad een heel belangrijke drijfveer. Alleen met verbeelding kunnen we problemen oplossen. Dan moet je wel verbeelding in al zijn vormen accepteren.

En daar wringt iets.

De indruk wordt gewekt dat we een gebrek aan innovatiekracht hebben. Dat we meer technici nodig hebben. Dat innovatie niet alleen een factor van economisch belang is, maar vooral een technologische.

Onzin. En getuigend van een bekrompen visie.

Je hoeft er niet van te houden om het te zien gebeuren. Het bárst van de creatieve uitingen. Niet dat ik kunsthistoricus ben; maar hoeveel componisten liepen er in de periode voor de twintigste eeuw rond? Ik durf te verwedden dat zelfs als de rondreizende minstrelen en troubadours worden meegeteld er toen niet zoveel muziek werd gemaakt als nu. En , nee, niet omdat we nu met meer zijn dan zij.

Persoonlijk vind ik het nog steeds een fenomeen om te zien hoeveel mensen vinden dat zij muziek kunnen en moeten maken. Maar vooral het verschil tussen klassiek en populair. De klassieken schrijven de muziek uit, waarna 'het stuk' wordt gespeeld door anderen. Populairen maken het zelf en spelen het zelf. Nog mooier, het is helemaal geen aanbeveling als je muziek van anderen speelt. Dan verdwijn je zo'n beetje in de bak Feestmuziek en Coverbands.

Eind van dat liedje is dat het werkelijk bárst van de mensen die muziek maken om iets uit te beelden. Het leidt ook tot intrigerende fenomemen als ongeduld - ze denken ook meteen wereldberoemd te kunnen worden - en selectie - wat mooi is, bepaalt de toehoorder. Het interessantst van allemaal is echter dat het ook aantoont wat hen beweegt.

Eigenlijk zou ik de vraag zo willen stellen: is het niet eerder zo dat de bestaande creativiteit een heel andere richting wil kiezen dan de economisch-technologische? Dat het gros van de mensen mogelijkerwijs veel liever scheppend kunstenaar - muzikant, schilder, filmer - wil zijn?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten