Beschermen. Een intrigerend begrip, waarmee je veel kanten op kunt.
Zo is het altijd íets wat je moet of wilt beschermen. Niet voor niets is de volkswijsheid dat bezit vooral tot zorgen leidt. Heb je een mooie auto; moet je je druk maken om krasjes in de lak of, erger, een diefstal van de totale wagen. Of, ook een angstwekkende gedacht, een autobrand. Heb je een mooi huis; dat zal niet worden gestolen, maar er kan wel worden íngebroken. Of het gaat kapot door verrotting. Brand, ook een bedreiging. Fysieke eigendommen zijn wat dit betreft vooral een brand van zorgen: ze kunnen worden gestolen of onherstelbaar kapot.
En dus verzekeren we ons.
Hetgeen ook steeds grotere onzin wordt. Verzekeren is - dacht ik zomaar - het afdekken van een onvoorzien risico. Die zin is dus te kort. Daar hoort ook in te worden opgenomen 'bij geaccepteerd dagelijks gebruik'. Want verzekeraars zijn aan de slag gegaan met 'onvoorzien'. Het een na het andere risico wordt inmiddels uitgesloten, waardoor heg nog helemaal de vraag is wat dat verzekeren eigenlijk nog voorstelt. Vooral de zorgverzekeraars zijn er goed in.
Bij de meeste verzekeraars is het taalgebruik zó ondoorzichtig dat het nog maar de vraag is welk deel van de verzekerden wéét wat is gedekt. Waterschade. Wat is dat? Niet heel eenvoudig: schade door water. En waarom natuurrampen uitsluiten? Juist díe horen heel erg duidelijk tot de categorie onvoorzien.
In de zorg heb je dat ook. Daar zijn de uitsluitingen inmiddels zo ver dat de wél gedekte kosten min of meer bestaan uit een lijst zeer zeldzame aandoeningen. Da's een overtrokken voorstelling van zaken, maar wel de beweging weergevend: steeds meer wordt benoemd als 'geaccepteerd in het dagelijks leven'.
Beschermen kun je ook nooit helemaal. Mensen zijn nu eenmaal kwetsbare wezens, die kapot kunnen. In ons oorspronkelijk biotoop kon je worden aangevallen door een ander dier. Of een stuk rots of een zware tak op je schedelpan krijgen. Einde oefening. Veel meer was er niet. Alle gevaren als gevolg van onze 'vooruitgang' waren er niet: betonblokken, auto's, massavernietigingswapens en meer van die dingetjes. Ziekten passen overigens ook in dat beeld. We leven langer, maar of we nu méér ziektes kennen of meer ziektes kunnen benoemen... Wat wel zo is, is dat er werkelijk nieuwe ziektes zijn. Stralingsziektes zijn niet besmettelijk, maar wel nieuw. Nieuw én besmettelijk zijn de gemuteerde virusstammen.
Inenten wil nog weleens helpen. En preventie - gezond eten! - ofwel beschermen. Bacteriën zijn enge beestjes. Dóód moeten ze; levend gekookt of gebakken opdat hun ziekmakende werking stopt. Steriliseren, pasteuriseren, koken en bakken: dé dooddoeners. De ellende is wel dat dat niet altijd kán. Je hele lichaam zit vol met die figuren. Sterker, we leven in een mooie symbiose met ze. Zij in onze ingewanden en op onze huid - miljarden - in ruil voor hulp bij het beschermen. Teveel je handen wassen - laat staan met desinfecterende zeep - is ronduit slecht.
Als niets meer helpt, hebben mensen niets om in weg te kruipen. Geen schelp, geen schild, zelfs geen stekels. We kunnen wel wegkruipen. In een hol, een huis. We hebben hulpmiddelen nodig. Duikpakken, ruimtepakken, exoskeletten, thermopakken, harnassen, gaspakken, clean roompakken, stralingspakken, voor zowat iedere omgeving hebben we wel bescherming.
In dat hele spectrum aan beschermers nemen voor mij de latex handschoenen een bijzondere plek in. Die kun je twee kanten op gebruiken, merkte ik.
Die strakzittende handschoenen associeer ik nog het meest met steriele ruimtes. In elk geval met een omgeving waar hygiëne een groot goed is. Van die plekken waar de medewerkers met onnavolgbaar mooie bijna ballet bewegingen uitvoert om vooral zonder besmetting ín het omhulsel te kruipen. Zo'n chirurg die met de elleboog een deur openstoot om te voorkomen dat-i z'n steriele handen vuilmaakt. In het belang van de openliggende patiënt worden beestjes uitgesloten van meedoen.
Maar dan sta je op de markt.
Te kijken naar de mevrouw van de viskraam. Die heeft ook handschoenen aan. Latex. Vast om te zorgen dat de vis schoon blijft. Maar nee, nadat jouw vis is ingepakt, wordt geld uitgewisseld. Zonder dat de handschoentjes uitgaan. De volgende koper van 'vers gefrituurde kibbeling' krijgt er gratis extra leven bij.
Mij laat het voortaan wel even nadenken als ik van die zorgvuldige aanpakken zie. Van die chocoladeverkopers met handschoentjes. Vleesverkopers en -inpakkers met handschoentjes. Die leken me ter bescherming van míj. Handschoentjes om te voorkomen dat de koper besmet voedsel kreeg.
Nu denk ik: "Verrek, die dingen zijn om hún handen te beschermen".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten