zondag 16 juni 2013

Hij is niet meer

Het is vast doordat Cultura24 het hele weekeinde Pinkpop 2013 uitzendt, dat ik me dit herinnerde. Eerlijk gezegd, heb ik geen idee wat de herinnering precies wakker maakte. Hij was er ineens?Tijdens het kijken naar Lianne La Havas - had ik nóóit gehoord - schoot de gedachte langs 'hoe heette dat programma ook alweer dat gesprekken in muziek omzette?'.

Dat was dus de Listening Machine en ik zal je een beschrijving van de zoektocht besparen.

Twee dingen over die Listening Machine.
Het eerste is de vaststelling dat het project is van een publieke omroep en een externe partner. Daarop kun je alleen maar jaloers worden, vermoed ik, als Nederlandse publieke omroep. Het is niet niks in de ogen van 'nuchtere' - lees krenterig-zuinige - Nederlanders: een project om emotie in muziek om te zetten. Ik zie het al voor me: "En? Waarvoor dient het?".

Zullen we die toevoegen aan het lijsten verboden zinnen, zoals "Ja, maar..."? Nooit meer als eerste vragen naar nut of functie. Pas als, laten we zeggen, dertiende vraag mag dat.

20130616-200408.jpg

Het tweede is het project zelf. Het is, jammer genoeg, gestopt. Maar dat neemt niet weg dat de website van The Listening Machine nog steeds de moeite waard is. En zeker die van de koepel waaronder hij werd ontwikkeld The Space.

Wat ik mooi vind, is een opmerking die in het kader van de ontwikkeling van The Listening Machine is gemaakt: dat ook de softwarebouwer een creatieve is. Dat wordt nog weleens vergeten. Dan krijg je zo'n situatie dat iemand iets bedenkt en dat 'een bouwer de opdracht krijgt dat te maken'. Zo, dus. Plof, op het bord. Doe mij dit maar.

Zo gaat dat dus niet. Ik kan helemaal niet code schrijven. Maar wat ik na al die jaren wél weet, is dat het geen 'bouwen' als in 'bouwen met constructieblokjes' is. Dat soort bestaat wel. Maar dat zijn vaker applicatie-inrichters. Die worden, begrijp ik, ook veel te duur betaald. Degene over wie we het hier hebben, zijn de mensen die beginnen met niets. Althans, niets anders dan een idee. Die mensen kun je niet zien als zuiver uitvoerend wat een ander bedenkt. Ze werken en denken mee.

Niet voor niets staat zijn naam er dus bij: Daniël Jones.

En nu zit ik me dus af te vragen hoe vaak ik zulke credits eigenlijk zie. Niet naar een bedrijf, maar naar een persoon. Weinig. Waarom eigenlijk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten