woensdag 1 januari 2014

Leeghalen

Een verrassing kan en wil ik het niet noemen. Na een zoveelste TIA is een paar weken terug besloten dat mijn moeder in het verzorgingshuis blijft. De tijdelijke opvang wordt permanent.

Dat het leven een aaneenschakeling is van eerste ervaringen, zal je hopelijk niet verbazen. In elke levensfase zijn er ingrijpende gebeurtenissen, die één keer een ingrijpende ervaring zijn. Je eerste verliefdheid. Je eerste lichaamsbeharing. De eerste sex (die zelden iets met liefhebben van doen heeft). De stap het ouderlijk huis uit. De eerste frauduleuze daad (deed ook jij; al was het maar spieken of een rol drop pikken). Het eerste kind. Het eerste huis. Je eerste rit, alleen in een auto.

Een reeks van eerste ervaringen en allemaal samen jóu vormend, tot en met die eerste keer dat je haggis eet. Er is geen tweede serie eerste ervaringen die identiek is aan de jouwe.

In het kader van dat vormen, is er wel verschil. Veel eerste ervaringen zijn een direct gevolg van je eigen handelen. Dat kind is echt ontstaan na een stevige partij conceptie en eenmaal geboren, kun je het nergens ruilen of terug geven. Sommige eerste ervaringen zijn onafwendbaar.

De dood is er zo een.

Statistisch is er in een mensenleven één gebeurtenis met een kans van 1. Een honderd procent zekerheid. Je gáát dood. Alles wat leeft, gaat dood. Hoog of laag springen, meer bidden of gezonder leven; het helpt niet.

Die wetenschap doe je niet op als je je jeugd achter je laat. Je weet het altijd al. De dood heeft echter hoogstens een onbeduidend bijrolletje in je leven; totdat plots je omgeving begint te sterven. In de krant valt je ineens op dat geboortejaren van overledenen in jouw geboortedecennium liggen. Ooms, tantes, de generatie vóór je overlijdt. Plots hebben sommige gebeurtenissen voor bepaalde mensen een extra dimensie.

Dat verzorgingshuis gaat er zo een worden.

Het is noodzakelijk. Haar korte termijngeheugen gaat nu snel achteruit. De mobiliteit verzwakt ook. En over gezichtsvermogen en gehoor zullen we maar zwijgen (alhoewel dat laatste ook wel eens tot lach-opwekkende situaties, ook bij haar, leidt). Niet dat alles nu somberder is. Er is gezelschap; meer dan als je alleen in een eengezinswoning zit. Er is aanspraak en toezicht. Hoe gebrekkig ook: het dwingt je tot enige sociale activiteit.

Het betekent voor het voormalig gezin weer een unieke ervaring extra. Niet die kamer in dat verzorgingshuis. Een overlijden ook niet (mijn vader overleed een paar jaar geleden). Nee, de ervaring van het afscheid van het ouderlijk huis. Nu definitief.

Alles zal er uit moeten. De huur opgezegd. Gas, water en licht - en meer - afgerekend. Onomkeerbaar.

Vooralsnog is er nog geen datum voor vastgesteld. Maar het wordt wat. Al die herinneringen die door je handen gaan. De mogelijke controverses over van wie wat of vóór wie wat is. Dan heb je het nog niet eens over de banaliteit van hoe kosten en opbrengsten worden verdeeld.

Me er op verheugen doe ik vanzelfsprekend niet. Het zijn van die momenten waarop mensen die je denkt te kennen, heel anders reageren. Het nooit uitgesprokene wordt dat dán wel.

Het is onomkoombaar.

1 opmerking:

  1. Hallo Jan
    Zo heel af en toe lees ik een paar van jouw verhalen.
    Plots merk ik dat ik, een paar uur verder, toch nog een wil lezen. Heel interessante verhalen, soms fascinerend, indrukwekkend, soms net buiten mijn interessegebied en soms, zoals met dit verhaal voel ik diepe betrokkenheid. Ik dank je hiervoor.
    Lieve groet en knuffel voor tante Truus

    BeantwoordenVerwijderen