dinsdag 14 januari 2014

Gelukkig

Het valt me nu pas op; dat de titel een dubbele betekenis heeft in deze column. 'Gelukkig' in de zin dat het goed is dat iets níet verdween en in de betekenis dat iemand gelukkig kan zijn. Dat is een onbedoelde woordspeling, die er tóch in sloop.

Nederland is best wel goed in het kapot maken en slopen; vooral van zaken die anderen bedachten of maakten, want dat kán niet goed zijn. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is het welzijnswerk gedecimeerd. Een makkelijk doelwit, want het welzijnswerk leverde diensten ten behoeve van 'het welzijn'. Da's een heerlijk vaag begrip. De toenmalige crisis maakte dat alles en iedereen zijn bestaansrecht moest kunnen aantonen, met cijfers. Dat immers is het leidend beginsel in crises: wat kost het? Wat levert het op? En: kan het goedkoper? Op zich terechte vragen, maar enorm lastig als het gaat om 'welzijn' of 'geluk'.

Het welzijnswerk delft dan ook het onderspit. Hans Achterhuis' iconisch werk De markt van welzijn en geluk kan niet ongelukkiger komen. Hij stelt de juiste vragen, maar wordt ook misbruikt door (vaak rechtse) politici die het (vaak linkse) welzijnswerk een kopje kleiner willen hebben. De kritiek dat welzijnswerk zijn eigen vraag in stand houdt, is een verwijt dat op tal van sectoren toepasbaar is. Inmiddels is duidelijk dat geen enkele organisatie zich zonder slag of stoot laat opheffen.

In het geweld van de bestaansrecht-eisers gaat het welzijnwerk mee door akkoord te gaan met prestatie-contracten, ijkpunten (benchmarks in beleidsjargon) en openbare aanbestedingen. Zorg en welzijn stort zich er, min of meer verplicht, op en forse bedragen verdwijnen richting adviseurs die zich buigen over de vraag hoe je de opbrengst van dit werk meet en vaststelt. Het zal vast worden tegengesproken, maar die discussie is nog steeds niet beëindigd. Nog steeds wordt er veel verdiend aan welzijnsbeléid en -controle. Het werk zelf krimpt, krimpt en krimpt. Ook doordat de nieuwste na te jagen droom die van de vraaggerichtheid is.

Doen wat de klant vraagt. Dat is nu juist wat het welzijnswerk doet, maar binnen grenzen. De spagaat waarin werksoorten als buurtwerk werden gedwongen, was pijnlijk. Zowel zelf de broek ophouden - en dus commerciëler denken - als ondersteunend. Zowel veel mensen bereiken als (individuele) problemen aanpakken. De grootschalige activiteiten zijn overgenomen door volkomen commerciële uitbaters: "Waarom zou de gemeente een disco of een popconcert moeten subsidiëren?!". De café-eigenaar ziet zichzelf ook als maatschappelijk werker. De verwarring is compleet en het welzijnswerk de dupe.

Sinds een paar jaar is het welzijnswerk weer op de weg terug. Het werk wordt 'geherdefinieerd'. Zeker, ook nu verdienen externe partijen goed, beter zelfs dan werkers in het veld. Wat gebeurt, is nogal ontnuchterend. Al die wegbezuinigde werksoorten en methodieken komen onder een naam terug. Welzijn Nieuwe Stijl: oude wijn in nieuwe zakken.

Het programma ‘Welzijn nieuwe stijl’ van het ministerie van VWS stimuleert professionele vernieuwing. De welzijnswerker moet gaan werken aan de hand van de volgende acht bakens:
1. gericht op de vraag achter de vraag
2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger
3. direct er op af
4. formele en informele zorg is in optimale verhouding
5. meer collectief dan individueel
6. samenwerken met organisaties
7. niet vrijblijvend, maar resultaatgericht
8. gebaseerd op ruimte voor de professional.


Denk je nu echt dat het welzijnswerk oude stijl fundamenteel anders was?

Gelukkig vind de herwaardering plaats. Niet de inbreng van sluwe consultancy-bedrijven is daarin relevant. De erkenning door andere beroepsgroepen is dat, niet meer of minder. De politie ziet - opnieuw - een rol weggelegd voor het welzijnswerk bij maatschappelijke problemen. Mijn voorspelling is dat lokale overheden binnen een paar jaar zullen springen en schreeuwen om welzijnswerk dat problemen aanpakt. Straathoekwerk, outreachend werk: methoden die hun nut bewezen in het vinden en bereiken van groepen als zorgmijders, thuislozen, (ex-)psychiatrisch patiënten, moeilijk bereikbare jongeren. Reïntegratie is het nieuwe woord dat dezelfde lading dekt.

Vanavond zond de publieke omroep iets aardigs uit. Een hoogleraar Positieve Psychologie (sic) ontwikkelde een nieuw idee: in plaats van symptoombestrijdende medicijnen een recept voor ... deelname aan welzijnswerkactiviteiten. In groepsverband sociaal bezig zijn: waar hoorden we dat eerder?

Wil je het nog mooier hebben? De vraag wat dat oplevert, is wat hem betreft een irrelevante, buiten kijf staande. Tóch is er - uiteraard - wetenschappelijk onderzoek nodig om vast te stellen wat dit alles oplevert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten