Het heeft me een baan gekost: beleid. Achteraf denk ik dat het maar goed is dat we uit elkaar gingen. Onze visies lagen te ver uit elkaar. De organisatie was vooral kwantitatief ingesteld, waardoor cijfers discussies beslechtten. In die omgeving hield men zich ook bezig met beleidsonderzoek. Dat botste nog meer. Beleid vond en vind ik een zwaar overschat fenomeen.
Het vreemde aan beleid is dat het vanaf het eerste signaal invloed heeft op zijn doel. Op het moment dat beleid expliciet wordt, zal daar op worden geanticipeerd. Maar die reactie op een juiste manier voorspellen, is extreem lastig. Zeker als het gaat over maatschappelijke gevolgen of over eigenbelang van individuen slaan beleidsmakers geregeld de plank mis. De nieuwsberichten zijn bekend: "Vanwege onvoorzien groot succes wordt regeling XX stopgezet". Of het nu over elektrische auto's gaat, de mogelijkheid kinderen €100.000,00 te schenken (voor hun nieuwe huis) of het nog snel gebruik maken van zorgvoorzieningen; beleid zet iets in beweging, zonder de uitkomst daarvan te kennen.
Het enig echt interessante aan beleid is de beleidsfilosofie. Dat is net zoiets als de maatschappijvisie die de beleidsmakers hanteren. Dát beeld geeft weer in welke ríchting de beleidsmakers de situatie willen beïnvloeden. Wat is hun ideaalbeeld? Welke normen en waarden hanteren ze? In een beleidsfilosofie komen vragen aan de orde als 'is de mens ten principale goed of slecht, actief of lui, te vertrouwen of te wantrouwen, sociaal of egocentrisch?'.
Het gaat mij nu vooral om dat aan beleid inherente effect.
Mooi geformuleerd: wij acteren op basis van wat we weten. In het sociale deel van ons bestaan is dat vaak gebaseerd op aannames (en vertrouwen), op verwachtingen. Niet voor niets ligt de Nederlandse economie bijna op z'n gat, stil. Zes(!) jaar geleden was de toekomstverwachting somber. In de jaren daaropvolgend is dat niet verbeterd, maar verstevigd doordat ook onderling vertrouwen beschaamd bleek. Hoe je ook denkt over de invloed van graaiers op de economie; één signaal was 'zorg voor jezelf'.
Veel beleid heeft een vergelijkbaar effect, zeker als het de directe levenssfeer van mensen raakt. Stel: een gemeente benoemt zijn integratiebeleid en geeft daarin aan dat gemengde wijken en acceptatie van andere godsdienstuitingen worden toegestaan. Als voorbeeld noemt men de bouw van een moskee. Vanaf dat moment zullen tegenstanders van dergelijk beleid alert zijn en bij het eerste signaal van een voorbereidingsbesluit op de barricaden klimmen. In wijken kan dan allang onrust zijn ontstaan, want 'zulke vermenging doen ze echt niet in de chique wijken waar ze zelf wonen'.
Stel je kondigt een versoepeling van het ontslagrecht aan, en een drastische versobering van de vergoedingen. Dan zóu je kunnen voorspellen dat zo ongeveer een jaar voor invoering het aantal ontslagen en de werkloosheid daalt. Om direct na invoering extreem omhoog te schieten. Werkgevers zijn ook niet van lotje getikt; een half jaar wachten en daarmee een forse gouden handdruk kunnen besparen, is de moeite waard.
De ellende is dat beleid haast geen causaal verband kan tonen voor zijn gelijk.
Dat heeft alles te maken met het gegeven dat veel beleid tevens ónderdeel is van zijn omgeving waardoor causaliteit, oorzakelijkheid wordt versluierd. Onvoorziene gevolgen van beleid zullen dan ook vaker voorkomen dan gedacht. Waarmee ook de vraag gesteld is wát beleid dan beoogt te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten