Zeggen wat je denkt; transparantie, als het gaat over (bedrijfs)relatienetwerken en gegevens; ik ben vóór. Eerlijkheid en openheid zouden een heleboel misverstanden en ellende voorkomen. Dit blog bevat op verschillende plekken columns waarin wordt gepleit voor openheid.
In sociale netwerken gedragen de elementen, de mensen, zich als magneten. Afstoten en aantrekken. Maar ook zo sterk dat de delen vastklemmen, of met geen mogelijkheid vlak bij elkaar kunnen komen. Die kracht kun je goed voelen als je twee gelijke polen tegen elkaar probeert te drukken; alsof er 'iets vervormbaars' tussen zit. Met geen mogelijkheid druk je de polen tegen elkaar. Sterker, het kost je verdomd veel moeite om twee magneetjes recht naar elkaar te duwen.
Gelukkig zijn mensen geen magneten. Daarom klopt de vergelijking niet. Bepaalde verschijnselen lijken er wel op. Die magneten die aan elkaar gekleefd zijn, verbeelden toch ook wel de kracht die soms heel benauwend kan werken in gesloten gemeenschappen; de plekken waar iedereen alles van iedereen weet. Netwerken waarin een (ogenschijnlijk) natuurlijke orde heerst.
Sociologen hebben ooit zo'n 'natuurkracht' benoemd: distantie en betrokkenheid. Het is een verschijnsel dat ook enorm relevant is in transparantie-discussies en -meningen. De kern is dat we een voorkeursafstand hebben tot elkaar. Distantie en betrokkenheid duiden op het zo dicht bij je toelaten van anderen, dat ze je wel kennen - op je betrokken zijn - maar ook weer niet zó dichtbij dat het benauwend wordt. Die afstanden wisselen per rol. De buren, je partner of vage (internet)kennissen; het maakt uit.
Volkomen transparantie gaat dus nooit lukken. Er zal altijd een zekere mate van geheim zijn. Volkomen gekend zijn, betekent ook dat er geen afstand meer (mogelijk) is. Hoe ik het wend of keer; afstand heeft ook voordelen. Autoriteit is er op gebaseerd. Als je niet alles weet, rest je niet veel dan gezag, autoriteit accepteren. Andersom: als het internet alle informatie voor iedereen beschikbaar maakt, zal autoriteit daaronder lijden.
Da's ook precies wat gebeurt.
Het is behoorlijke kul te denken dat dús het internet de oorzaak daarvan is. Nee, dat is die veranderende distantie-betrokkenheid. Natuurlijk speelt het internet een opvallende rol. Het wereldwijde karakter, de snelheid (van informatiedeling), de (ogenschijnlijke) gelijkwaardigheid en toegankelijkheid tot vakkennis, de platte organisatie: het maakt het wel makkelijker. Als het internet de bepalende factor was geweest, dan hadden de roerige jaren zestig nooit ontstaan. Toch gebeurde het. Een eigen pers, muziek, radiostations... En daar kwam Oóm agent, de langharige dienstplichtige soldaat en de meesters Tom.
Inmiddels zijn veel mensen gewend aan de mogelijkheid zich te mengen in zowat alles. De basisschool die schoolplannen en -resultaten online zet, kan zich voorbereiden op ouders die zich óók gaan bemoeien met de lessen. Data beschikbaar stellen, zal onvermijdelijk leiden tot initiatieven die níet voldoen aan het oorspronkelijk verzamelingsdoel. Combineren en visualiseren is in potentie net zo misleidend als onjuiste statistiek waarin causaliteit wordt gesuggereerd.
Gecombineerd met snelheid wordt het pas echt leuk. Dat is het moment waarop reflectie en bezinning onder druk komen. Dat is het moment waarop het ongeduld van de leek het wint van de ingebouwde(!!) traagheid van de vakman. Dat is het moment waarop - terecht wanhopige - patiënten zoeken, vinden en eisen dat nog-niet-vrijgegeven medicijnen worden vrijgegeven. Dat is het moment waarop het nog maar helemaal de vraag is of transparantie voordelig uitpakte.
Transparantie en kórte termijndoelen: ook zij passen als een handschoen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten