Op Tweede Paasdag was Untouchables op televisie. Een enorme hit is die film geweest. Ik heb 'm indertijd ook gezien in de bioscoop en vond 'm, samengevat, goed. Nu was-i er dus weer. En tot mijn ontsteltenis activeerde-i ook heel veel herinneringen. Herinneringen aan emoties die ik liever kwijt dan rijk ben.
Toen ik Untouchables in de mooiste bioscoop van Leiden en verre omstreken zag, zat ik in een dip, zeer eufemistisch gezegd. Niets was goed en niets zou ooit weer goed kómen. Ik vind mijn toestand van toen nog steeds pre-depressief, maar de artsen verschillen daarover met mij van mij. Het wás er gewoon eentje, zij het niet in de zwaarste categorie.
Mijn eega sleurde me mee, wijs als zij is. Want het was de eerste keer in weken dat ik ergens om kon lachen en af en toe m'n gedachten lekker kwijt was. En dat in een periode waarin ik verbannen naar de woonkamer voor het doorkomen van de dag niet eens in de verste verte de aandrang voelde muziek op te zetten.
Ik kan het je niet uitleggen hoe dat voelt. Het is/lijkt een ongrijpbare emotie die je als een vloedgolf overweldigt. Eigenlijk ben je je er op het moment suprême niet eens van bewust dát je je zo voelt. Altijd, vroeger en in de toekomst, was het toch zo? Het is in elk geval geen prettige ervaring. Radeloosheid, rédeloosheid, doodswensen, drogredeneringen, eindeloos malen; het hoort er allemaal bij. Het enig positieve is dat je er enorm van afvalt. "Ja, dat piekeren vreet energie. Dat bewijst dit wel", zo benaderde m'n huisarts indertijd de zaak. Een man waaraan ik overigens veel heb gehad. "Benader de situatie eens van dag tot dag. Kijk er eens naar alsof je vroegtijdig bent gepensioneerd en allerlei kansen krijgt."
In die tijd zag ik in een donkere zaal Les Untouchables dus.
Ik kan me herinneren dat ik het eerste kwartier, zo ongeveer, me helemaal niet prettig vond bij de film. Met name de schets van het leven van de hoofdpersoon in de banlieu van Parijs deed pijn, veel pijn. Zoals het hoort bij mijn geestestoestand toen betrok ik álles op mezelf. Dus ook de ellende van het leven van een uitkering in Parijs, met een 'moeder' en een schare broertjes en zusjes. Vooral de overzichtsbeelden van de naargeestige flatwijken - een fractie in de film - waren verpletterend.
Van de film kan ik me nog herinneren dat het me moeite kostte geconcentreerd te blijven kijken. Maar dus óók dat er een lach moet zijn geweest. Vraag me echter niet op welk moment.
Dan komt de film op televisie.
"Die moet je kijken", vertel je iedereen die het je vraagt of-t-i goed is. En, uiteraard, kijk je dan zelf ook. Alleen want verder is die avond niemand thuis.
Die komt dus knalhard binnen. Wéér. Precies dezelfde emotie maakt-i los als de camera de flats met hun naargeestig karakter toont. Maar nu komt de lach niet.
Het laat je nadenken over waarneming en beleving daarvan. Hoe groot de invloed ís. Ik kan me goed herinneren dat onze eerste zoon werd geboren en ik van het ene moment op het andere met een héél ander gevoel naar documentaires op televisie keek waarin jonge kinderen slachtoffer waren. Pas in de loop van heel veel jaren veranderde die emoties weer iets.
Het stikt momenteel van de verhalen over depressiviteit en meer. Daaraan wil ik niets toevoegen. Maar wat ik wel aan jou wil geven, is dat allerlei gebeurtenissen emoties kunnen oproepen die je vooraf niet of nooit voorzag en die ingrijpend effect hebben op je beleving en waarneming. En denk niet dat die gebeurtenis heftig moet zijn. Een simpele woordenwisseling tussen weggebruikers of een denigrerende opmerking van je baas doen het al, zij het met een veel kortdurend effect. Hoop ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten