Hoe het Internet is ontstaan, zal de goegemeente inmiddels wel zo ongeveer bekend zijn. Zo ongeveer, want de verhalen erover zijn op details best wel uiteenlopend. Een probleem met geschiedschrijving: ook over de wereldoorlogen kunnen we vandaag de dag nog debatten voeren.
Eén van de belangrijkste motoren achter de ontwíkkeling van het Internet, denk ik, is het beroemde peering geweest. Eenvoudig gezegd: universiteiten cum suis, de eerste gebruikers, hadden niet enorm veel behoefte aan ingewikkelde verrekeningsadministraties voor het gebruik van data, netwerken en rekencentra. Wat is er eenvoudiger dan, op basis van een globale inventarisatie, te stellen: "Als we allemaal evenveel van elkaar gebruiken, dan leveren we ook evenveel. Ergo: we hóeven niets te verrekenen.".
Peering: tussen gelijken, peers, met gesloten beurzen uitwisselen.
De stimulans die daar van uit ging, is ontzagwekkend geweest. Het effect was dat veel mensen zijn gaan denken dat 'alles op het Internet gratis is'. Een de geldeconomie typerende verwringing: waarvoor niet wordt betaald, is gratis en heeft blijkbaar niets gekost. Productie en waarde zijn (ver) uit elkaar getrokken.
Als je het hebt over innovatie, dan is dit zo'n mechanisme wat nog steeds zijn invloed doet gelden.
Wederkerigheid is niet spectaculair nieuw. Wel is het eeuwenlang verdrongen geweest door kapitalistisch denken, waarin eigenbelang, winst en competitie centraler staan. Als economisch (handels)principe is dat geen slecht idee; als sociaal (maatschappelijk) principe wel. Met het internet brak dat sociale element door tot in economische principes. Zo leek het.
Dat is het spannende aan deze tijd. Niet de vraag welke technologie gaat 'winnen'. De vraag welk uitgangspunt voor de samenleving we gaan gebruiken - er wordt niets gekozen. Het zal 'ontstaan' - is relevanter. En, ja, ook daarin moet je eigenlijk ook weer differentiëren naar culturen.
Vandaag kwam een berichtje voorbij over Leiden. Daar wordt gestart met een Free Little Library.
Een Free Little Library is een persóónlijk, openbaar uitwisselingssysteem. Eline Levering, de Leidse initiator, moet nog wel een mooi buitenboekenkastje timmeren, dat wel. Daar kun je een boek uithalen en er eentje terug zetten. Zonder kosten. Een mooie aanvulling op andere initiatieven. We hebben bij voorbeeld De Boekenzolder. Daar kun je per keer zeven boeken meenemen, gratis, voor niets,met als enige voorwaarde dat je ze niet mag (door)verkopen. Houden? Terug brengen? Beide zijn prima. Persoonlijk vind ik Bookcrossing ook een erg mooie oplossing: boeken 'in het wild loslaten'.
Wat mij frappeert, is de onderliggende gedachte. Dat is niet die van handel(s-kapitalisme) maar die van wederkerigheid. Geproduceerd en geconsumeeerd in dat eerste domein, worden producten gedééld in het tweede. Da's nieuw. Nieuwér.
In de innovatietheorie onderkent men verschillende golflengtes: er zijn snelle, krachtige innovaties en er zijn langzamere. Die eerste groep is soms lastig te onderscheiden van hypes. De tweede omdat ze de neiging heeft onopvallend te zijn. Als je een aantal ontwikkelingen in samenhang ziet, ontrolt zich het beeld van zo'n langzamere golf: de Kondratieff-golf.
Dat-i onomkoombaar is, ga'k niet beweren. Wel dat-i aan kracht wint. De beweging die is gebaseerd op wederkerigheid. daarin past niet alleen het uitwisselen van boeken, daarin past ook het beschikbaar stellen van slaapgelegenheid, couch surfing, particuliere auto's, leensystemen als Peerby.
Het lenen van auto's is strikt genomen geen wederkerigheid meer. Die hoort in een categorie niet-bedrijfsmatige, kleinschalige verhuur. Die categorie explodeert. Niet verwonderlijk in deze tijd. Wel interessant is dat ook dit weer aanschurkt tegen saamhorigheid: er hoeven geen (grote) winsten te worden gemaakt. Een maaltijd? Thuisafgehaald. Oppas nodig? Buurthulp. En ga maar door.
Wat al deze initiatieven zo interessant maakt, is dat ze veel socialer zijn dan de zogeheten reële economie. Heel lang werd dat weggezet als de informele, of zelfs de zwarte, economie. De vraag is of de zaak aan het kantelen is. Of de basis waarop we moeten bouwen, niet júist die informele, wederkerige economie is.
Dat is wat de crisis ons gaat opleveren: veel initiatief waarin die sociale component centraal staat. Doodzonde dat al die politici, beleidsambtenaren en -adviseurs die boot aan het missen zijn en achterblijven in de oude wereld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten