zondag 13 oktober 2013

Gevoeligheden

Ieder beroep heeft z'n eigen codes. Veranderingen daarin verraden soms ontwikkelingen in een beroep.

Sociologen hebben ooit vastgesteld dat beroepen waarin veel vrouwen werkzaam zijn, over het algemeen lager worden beloond, betaald dan beroepen waarin veel mannen werken. Die situatie is nog steeds niet fundamenteel anders: vrouwen verdienen minder dan mannen, grosso modo.

Het is niet de bedoeling die kennis zo te gebruiken, maar het kan wel: van een beroep dat feminiseert, kan worden verwacht dat het in status aan het veranderen is. Die verlaagt. Andersom geldt ook: een toename van mannelijke beroepsbeoefenaren is vaak een teken van stijgende beloningsniveaus. Dat gebeurt allemaal niet van de ene op de andere dag. Maar de tendensen zijn er.

Iets vergelijkbaars gebeurt met vaktaak, jargon. Op het moment dat vaktermen worden opgenomen in het algemeen taalgebruik, daalt de status van dat beroep een fractie. De kern is eigenlijk heel vanzelfsprekend: als iedereen snapt hoe iets wordt gedaan, is de exclusiviteit minder. Vaktaal is echt heel belangrijk voor beroepsstatus.

Een mooi voorbeeld zijn de journalisten.

De afgelopen maanden ben ik minstens tien keer tegen de felle reacties aangelopen van journalisten die zich hevig verzetten tegen het 'schrijven van stukjes' in plaats van het 'schrijven van artikelen'. Dat is eigenlijk een tekenende reactie.

'Ik schrijf 'artikelen'' is een achterhoedegevecht.

De erosie van het journalistieke beroep lijkt hevig. Lijkt, want ik denk dat het wel meevalt. Wat wél gebeurt, is dat een specifieke categorie journalistiek werk erodeert: het dagelijks, beschrijvend nieuws. Dat wordt inmiddels ook goed gedaan door talloze websites, bloggers en andersoortige schrijvers.

Die mensen spreken vaak over het schrijven van stukjes. Zo wordt dat ook ervaren. Het interessante aan de reactie is dat er blijkbaar een open zenuw wordt geraakt. Een open zenuw die mogelijk neerkomt op: 'shit, ze hebben gelijk. Dit zíjn stukjes'. Hoe je er ook naar kijkt, een overtrokken reactie op terminologie wijst vaak op een status die bijna uitsluitend is gebaséérd op terminologie.

Eerlijk gezegd ben ik van mening dat de term er niet heel veel toe doet. Maar inmiddels ben ik er ook achter dat de verdedigers van 'artikel' vaak een werkwijze en schrijfstijl hebben die eenvoudig zijn te kopieëren. Het zijn niet bepaald de beste onderzoeksjournalisten of stijlbepalers.

'stukjes schrijven': zo ís het gewoon, en dat is voor veel journalisten heel bedreigend.

4 opmerkingen:

  1. Dat werpt dan natuurlijk de vraag op: is iedereen die stukjes schrijft dan in wezen een journalist? En geldt dat ook omgekeerd? Leuk stukje! ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Of: is een journalist degene die nieuws zoekt en vindt? Eerder dus de onderzoeksjournalist van nu en veel minder de persberichten-afloper.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik vind een journalist iemand die op zoek gaat naar de achtergronden bij het nieuws. Persberichten aflopen kan iedereen, dat was bijv. mijn taak als stagiair in jaar 3 van mijn studie journalistiek...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Je hebt gelijk. Dat neemt niet weg dat je ook van persberichtennieuws meer kunt maken dan alleen het persbericht overnemen. Maar het zijn de niet-zelf-onderzoekende journalisten die ten prooi zullen vallen, want hun aanpak is niet exclusief genoeg. Dat kan ík ook.

    Plaatselijke en regionale bladen hebben er veel last van. Die verwarren het doorgeven van plaatselijke (politieke) roddel en achterklap nogal eens met journalistiek werk en onthulling.

    BeantwoordenVerwijderen