En toch hebben vijftig netjes openhaardhout iets lulligs.
Ook in Leiden hebben we van die jaren dertigwoningen, in verschillende formaten; wel allemaal opgetrokken uit dat 'gezellige rode baksteen'. Het zijn populaire huizen, vooral door de sfeer. Zeker voor degene die zich niet wil laten kennen als kneuterig, zijn ze ideaal. Hipstergezellig, zullen we maar zeggen. "Nee, zeg. Dit huis vráágt om deze inrichting. Moet je dat glas-in-lood zien. Daar móet toch een openhaard bij?!"
Het blijft me wat vreemd voorkomen; niet passende elementen. Wellicht het idiootst vind ik wat je in Wassenaar nogal eens zag, en waarschijnlijk ziet. Als je daar op een zaterdag in het dorp kwam of bij de plaatselijke supermarkt, dan waren ze in ruime mate voorhanden: de buitenmensen. Je kent ze vast wel; van die types die waxjassen dragen en liefst ook nog donkergroene laarzen. Wellingtons, uiteraard. Dat is een ensemble waar een terreinwagen bij hoort, een four wheel drive.
Wat het idioot maakt, is dat in het dorp geen enkele onverharde weg is te vinden en evenmin woest of onbegaanbaar buitengebied wat stevige buitenkleding vereist. Het is een gewoon dorp met asfaltwegen en gecultiveerde, zij het soms grote, tuinen. Wat zich op zaterdag op die manier in het dorp vertoont, is niet anders dan een modegril, een status statement. Het namaak druipt er ook van af. Het is toch allemaal niet hoe de koddebeier in de duinen of een jachtopziener er bij loopt.
Niet dat het hier in de stad principieel anders is. Wellicht minder landlevenkleding, maar toch ook hier, op het asfalt, te grote four wheel drives, suv's en grootwielige Amerikaanse pickup's. Overal gaat het om imago.
Bij huizen gaat dat wat lastiger in die zin dat die nogal plaatsgebonden zijn en je er niet mee kunt paraderen. Wat je wel kunt, is mensen in dat huis uitnodigen en dan nonchalant op de bijzondere details wijzen; zoals de open haard. Die er oorspronkelijk niet in zat. Maar die wel een leuk sfeertje geeft. Net als de kaarsen, de overheerlijke knoflook-olijven en de noten-tapenade op toast.
Een haard als (bij)verwarming kan ik me nog goed voorstellen. Een showhaard ook wel, maar ik geloof dat ik 'm zelf niet veel zou gebruiken. Je moet toch ergens goedkoop hout vandaan halen. Zoals ik ooit zag bij een goede kennis die een huisje in Frankrijk heeft. Die betaalde heel erg weinig voor droog, gekloofd hout. Maar dat werd dus wel zo uit de vrachtwagen in de tuin gestort. En wij maar sjouwen en stapelen. Kijk, dan lijkt me een haard wel zinvol.
Hier in Leiden reed ik van de week langs een huis waar in de voortuin openhaardhout lag; van die pakketjes met een netje er om heen, zoals je ze bij een tankstation kunt kopen. Voor te duur. Van die netjes voor mensen die hun hout bij het tankstation moeten halen omdat de winkels al zijn gesloten. Dat soort.
In die voortuin lagen dus naar schatting zo'n vijftig van die netjes. Dat gezicht doet me denken aan die kleding en die auto's: ergens klopt er iets niet in dat beeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten