De onthutsende conclusie moet eigenlijk zijn dat de heer Van Rijn een hele grote groep mensen criminaliseert. Je zou er haast demoniseert schrijven, als die term niet zo uitgehold was geraakt. Maar dat het een smerige stoot onder de gordel van zorgverleners is, valt duidelijk te maken.
Als je zorg nodig hebt, moet je die zorg hebben die op de oplossing van jouw probleem of aandoening is toegesneden.
In de somatische zorg is dat een probleem. Want de mogelijkheden om somatische aandoeningen - de 'echte' ziekten in het algemeen taalgebruik - te behandelen nemen met de technologische ontwikkeling toe. Medicijnen worden steeds beter, en duurder. Operatietechnieken worden steeds beter, en duurder. Protheses worden steeds beter, en duurder. In het algemeen beeld denken we nu dat 'de zorg' steeds duurder wordt en dat dat helemaal niet altijd in het belang van de patiënt is. Het zijn vooral de winsten van leveranciers die toenemen.
Er bestaat ook een soort zorg die minder in het oog springt, die minder de aandacht vraagt en ook niet krijgt. Dat is de langdurige zorg. Dat is de zorg voor mensen die afhankelijk zijn van zorg om te kunnen leven. Laat 'm tot je doordringen:
Dat is de zorg voor mensen die afhankelijk zijn van zorg om te kunnen leven.
Je hebt het dus niet over mensen die voor enkele dagen worden opgenomen, die misschien bij hoge uitzondering voor een paar weken worden opgenomen, en dan thuis herstellen. Let wel: herstellen.
Dit gaat over mensen die ouderdomskwalen hebben en thuiszorg nodig hebben, die psychiatrische problemen hebben en níet zo maar zelfstandig in de maatschappij kunnen bestaan, die een chronische aandoening hebben en zonder hulp geen kant op kunnen. Dit gaat over mensen die zonder hulp niet overeind blijven.
Van een zorgverlener verwacht je dat-i die zorg voor je probeert te regelen die past bij jouw situatie. Je bent, als patiënt, overgeleverd aan de mogelijkheden die je worden gebóden; niet aan de mogelijkheden die jij vráágt of nódig hebt. Da's meer dan een detail, meer dan een woordspel. Da's een essentieel verschil.
Iemand anders bepaalt wat jij nodig hebt.
Wat me mateloos stoort in de houding van Van Rijn en zijn lakeien - journalisten bijvoorbeeld - is het asociale, zuiver technocratische karakter. Er zit geen greintje medemenselijkheid in. Er zit geen enkele poging tot begrip in.
Stel: je bent een psychiatrische inrichting. Dag in dag uit is het zoeken naar de balans tussen zorgkwaliteit en kosten. Je hebt al talloze vrijwilligers in kunnen schakelen. Goddank. Je hebt al het maximale van je medewerkers gevraagd. Geregeld bedenk je je dat je blij mag zijn te werken in een sector waarin mensen uit overtúiging werken, waarin 'zoveel mogelijk verdienen' geen motto is, waar greed is good niet past.
Meneer Van Rijn, dat upcoding is niet anders dan een poging van zorgverleners om hun cliënten die zorg te blijven geven die ze nodig hebben en die de zorgverleners nodig achten. Het ís geen graaien in een pot. Het is in het belang van de ander. Dat heet medemenselijkheid.
Upcoding is frauduleus als het leidt tot hogere declaraties voor een niet-geleverde dienst. Dit gaat om hogere zórgindicaties opdat mensen zorg kunnen blíjven ontvangen. Omdat het nódig is.
Meneer Van Rijn demoniseert een hele sector, maakt ze zwart als 'mensen die zich niet aan regels houden'. Het gaat echter niet om regels; het gaat om tussentijds veranderde spelregels en vooral om geld. Van Rijn is zélf de kwade genius die deze beweging in gang zette.
Want dit is zijn basis:
Uit de rapportage blijkt dat in 23 procent (45 gevallen) van de 202 onderzochte gevallen sprake is van zwaardere zorg (of hogere zorgzwaartepakketten) dan het CIZ zou hebben vastgesteld: upcoding. In 4 procent is dat lager, in 73 procent was dat gelijk of met verwaarloosbaar verschil.
Ja, dat staat er echt: driekwart klopt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten