Ze bestaan echt, hoor: die dagen waarmee de duvel speelt. "Het is alsof de duvel ermee speelt" betekent zoveel als "da's toevallig!". Of dat echt zo is?! Toeval bestaat, maar sommige onderwerpen zijn zó populair dat de kans ook wel érg groot is dat je het vaker tegenkomt.
Vandaag heb ik twee gesprekken gevoerd waarin netwerken een belangrijke rol spelen. In beide gesprekken kwam ook het thema van het miskende netwerk voorbij.
De term is verleidelijk: netwerk. Iets als een spinnenweb of een visnet, stellen we ons in het dagelijks taalgebruik erbij voor. En iets veiligs: risico's worden gespreid, lasten gedeeld en een groep die je beschermd.
Een netwerk bestaat uit knooppunten. Die knooppunten zijn niet per definitie allemaal even sterk. Een netwerk is dús per definitie flexibel, op zoek naar stabiliteit. Posities zijn niet vaststaand; ook niet ten opzichte van elkaar. Er is altijd een dynamische kracht aanwezig.
Netwerken zijn onlosmakelijk verbonden met interactie. Ze zijn er dus al zo lang er leven is. In dat opzicht is de mededeling dat we 'nu in een netwerksamenleving zijn terecht gekomen' enigszins onzin.
Niet de netwerken zijn nieuw. Ze zijn volop in beweging, waardoor posities veranderen. Onrust heerst.
Overheden bijvoorbeeld hebben decennialang in de veronderstelling verkeerd dat zij bepaalden wat in het collectieve en openbare deel van de samenleving gebeurde. De kritiek op de ivoren torens van de ambtenarij en het eigen dromen najagen van politici, komt daaruit voort; "u bedenkt van achter uw bureau wat goed is voor ons". Die positie was ook vrij eenvoudig te handhaven, omdat informatie niet makkelijk toegankelijk was.
Da's allemaal aan het veranderen. Exclusieve instrumenten zijn breder beschikbaar, en dat geldt ook voor informatie en kennis. Machtscentra zijn aan het verschuiven. De overheid heeft moeite daar mee om te gaan. Plots is de dynamiek de dynamiek van een netwerk. Daar is geen regisseur in bedacht. het netwerk zélf, de verhoudingen bepalen de dynamiek.
In die situatie kan - gaat! - het dus gebeuren dat andere partijen sterker worden dan jij. Voor een partij die comfortabel 'op het pluche' of 'aan de knoppen zat' moet dat een lastige ervaring zijn. Het zal je dan ook niet verrassen dat het gesprek vooral ging over het begeleiden van gemeenten in dergelijke trajecten (op verzoek krijg je van mij de naam van m'n gsprekspartner).
Waar, in essentie, overheden zich moeten realiseren ónderdeel te zijn van een netwerk, geldt bijna het omgekeerde voor individuen.
Niet dat individuen niet in een netwerk opereren. Dat doen ze - uiteraard - wel. Sterker, de netwerktheorieën zijn ontstaan op basis van waarneming van menselijk gedrag. Als ze al bestaan: mensen zonder netwerk, de eenzamen, sterven eerder. Dat zegt vast wel iets over de noodzaak van sociaal contact.
Over een bijzondere variant spraken we in het tweede gesprek; over de fixatie van werkzoekenden op het vinden van een baan. Da's eigenlijk raar. Niet de eigen kracht, inspiratie, droom, competenties of energie staat centraal, maar de afhankelijkheid van anderen die banen aanbieden.
Sollicitatieplicht past niet meer in deze tijd. Enerzijds worden werkzoekenden getraind in het nieuwe netwerken en vooral het belang van netwerken. Tegelijk wordt langs de andere kant diezelfde werkzoekende terug geduwd (in de tijd) om zichzelf afhankelijk te maken van initiatieven van anderen: het aanbieden van banen. Het zélf actief worden en wérk maken uit eigen energie - de nieuwe weg - is echter de manier die past in dat netwerk. Dat zal het UWV, dat zullen politici en ambtenaren zich eindelijk eens moeten realiseren.
Netwerken: zo simpel is dat nog niet. En een wondermiddel helemaal al niet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten