"The medium is the message". Wie kent dat wereldberoemd zinnetje niet? Als om de kracht van dat medium te bewijzen, staat er overigens niet 'message' maar 'massage'. Zetduiveltje.
Ik moet er geregeld aan denken als mijn gedachten wegzwerven naar de toekomst van papier.
In de loop van de tijd ben ik steeds minder geneigd het verdwijnen van papier als communicatieplatform te zien gebeuren. Da's een best wel ingewikkelde situatie. De krant is een goed voorbeeld.
Stap één is de vermenging van (nieuws)feiten en duiding. Wie een krant open sloeg, opende een venster op de wereld. De krant bracht je nieuws en plaatste dat in een perspectief. En omdat er daarvan veel bestaan, van die perspectieven, kun je tal van krantentitels hebben.
Met de komst van radio en tv verdween de krant niet. Da's best vreemd, want nieuws kon véél sneller worden gebracht en de duiding kon veel gedetailleerder. Maar radio en tv ontwikkelden zich vooral als vermaaksmedia. Zelfs 'nieuwsfeit' is door die media van karakter veranderd.
Stap twee is de verongelijkte (schrijvende) journalist. De oorzaak? Internet en de komst van 'burgerjournalistiek'. Dat is een houding die past bij een zwaktebod en een identiteitscrisis als gevolg van een erváren bedreiging. Blijkbaar is er een grens overschreden, want burgerjournalistiek was er al en ontwikkelde zich. Neem alleen al de piratenzenders die vlak voordat de kabelnetten (porno)uitzendingen maakten. Een deel van die radio- en tvmensen is doorgegaan in de lokale en regionale omroepen. Ooit ondenkbaar: programmamakers en verslaggevers uit die sferen die terecht komen op de nationale zenders.
Stap drie is de beklijving. Dát vind ik de interessantste, zeker met McLuhans beroemde woorden in het achterhoofd. Het medium 'digitaal' versus 'papier' heeft karakteristieken. Sneller, beweeglijker, veelvormig: allemaal waar. Ook is waar dat steeds meer mensen dit medium kunnen gebruiken.
Maar wat óók waar is, is dat 'digitaal' inmiddels zulke kwantitatieve vormen heeft aangenomen dat het niet meer te behappen is. Kiezen, kiezen, kiezen. Infostress, infobesitas, filter failure: het is teveel en leidt tot een lijdende mens.
Ik zie dat anders.
Als ik zie wat er gebeurt, dan is dat er een enorme groeimogelijkheid ligt voor journalisten en magazine-achtigen. Het medium 'digitaal' is vluchtig. Dat wat je digitaal leest, beklijft slecht. Je vergeet het snel. Wellicht omdat je diagonaler leest, wellicht omdat je sneller leest, wellicht omdat het adagium 'korter is beter' daar geldt: de reden maakt niet uit. Mijn indruk is dat 'digitaal' ideaal is voor (nieuws)feiten en snelle lectuur. Maar dat het waardeloos is voor duiding en diepgang.
De digitale krant (of een e-boek) lezen, betekent dat na uit lezen geen ankerpunt, geen herinnering in je omgeving achterblijft. Wat je níet ziet, zal verdwijnen. Zo merk ik dat een digitale krant ongelooflijk veel vluchtiger is dan een papieren krant.
Het is die eigenschap van 'digitaal' die mij steeds overtuigd laat raken dat er wel degelijk kansen zijn voor 'papier'. Voor mooi uitgevoerde boeken, waar je voor gaat zítten. Maar zeker ook voor bladen die achtergronden gaan bieden. Ik schreef het al 'ns: waarom de VPROgids nog steeds programmagegevens brengt en niet véél meer achtergrondartikelen. Blendle is leuk, maar daarin zit de ontwerpfout te denken dat krant digitaliseren de kern is (ooit gelet op de code-fouten in de digitale kranten?). Wat dat betreft zit De Correspondent er dichterbij. Maar die zou op papier moeten. Want long reads zijn helemaal niet dood.
Langzaam komen 'we' erachter dat het een en-en-en-situatie is; de graal. Digitaliseren (sec) is het niet. Bang zijn voor anderen is het niet. De hoeveelheid alleen maar ordenen, is het niet. Kort als noodzakelijke vervanging voor lang is het niet. Vanuit doelmatigheid redeneren is het niet.
Mij zal het niet verbazen als 'papier', maar dan met andere inhoud, als een feniks uit z'n as herrijst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten