Waar gaat dit alles toe leiden?
Het is zo'n vraag die iedereen zich weleens stelt. Het is ook een vraag waarvan je eigenlijk weet dat het antwoord op voorhand niet goed te geven is. Teveel is ongewis. Teveel factoren spelen een rol. Maar wij mensen houden blijkbaar niet van de natuurlijke houding van leven in het moment. Dieren doen dat een stuk beter. Alles wat zij doen, staat in het teken van hun (over)leven, niet meer, niet minder. Ons lukt dat niet. We kijken verder vooruit dan tot aan de volgende maaltijd.
Steeds meer ben ik ervan overtuigd geraakt dat dat een onvermijdelijke doch ook onwijze houding is. Onvermijdelijk omdat we er inmiddels als soort helemaal op zijn ingericht. Onwijs omdat het niets anders dan zorgen heeft gebracht. Het systeem waarin we onszelf hebben opgesloten, vereist invloed. Invloed op de natuur, invloed op ander leven, invloed op soortgenoten; invloed om te kunnen realiseren, kunnen sturen. Vooruitkijken betekent immers keuzes maken.
Keuzes maken, betekent (na)denken.
Een aspect daarvan is dat denken over de toekomst niet per sé gelijkluidend hoeft te zijn. Ons nadenken heeft de menselijke soort laten ontwikkelen tot een soort die vooral biologisch coherent is. Twee benen, twee armen, een hoofd en hetzelfde binnenwerk (ja, heel kinderachtig: afgezien van de sekse-verschillen). Onze soortkenmerken zijn net zo generiek als die van mieren, vogels, kwallen of bijen.
Maar wij denken en verschillen van mening. Het is nog een groot raadsel of en hoe dieren denken. In de tech-wereld is het een enorme trend geweest te denken dat we vergelijkbaar zijn met een zwerm of een korf, met een bijen- of een mierenvolk. Dat, immers, zijn collectieven die samenwerken ter meerdere eer en glorie van iets groters dan het individu: het collectief. Dat is wat waarnemen. Dat is wat we dénken waar te nemen. We hebben geen idee hoe die mier of die bij denkt. We hebben geen idee of het dictatoriaal wordt afgedwongen of dat ieder individu het belang inziet van zijn inspanning.
Links en rechts grasduinen hobbyisten in de natuur(lijke orde?!) om handvatten te vinden voor hun idee van de menselijke soort. Maar ons denken heeft ons uniek gemaakt: vernietigend vooral. Als je dat te confronterend vind: consumerend, parasiterend, gebruikend, het mag allemaal. Maar nooit anders teruggevend aan het ecosysteem dan waardeloos afval.
Wij noemen dat vooruitgang: niet tevreden zijn met wat de dag brengt, maar dat wat de dag brengt beheersen. Tot we het onvermijdelijke bord STOP! op de route vinden.
De huidige periode lijkt de karakteristieken te hebben van een revolutionaire omslag. Dat zullen overigens pas over tientallen jaren kunnen vaststellen. Maar stel dat het klopt, hoe denk jij er dan over?
Dat denken van ons, dat ontwikkelen, lijkt ten goede van de mens te zijn (afgezien van het detail dat een komende generatie de laatste zal blijken te zijn). Maar dat denken levert ook heel verschillende beelden van de mensheid en van zijn toekomst op.
Eentje die mij al jaren bezig houd, is de vraag of we nu eindelijk een ander economisch systeem tegemoet kunnen zien. Lang dacht ik van wel, maar daaraan twijfel ik nu. Ik denk dat we een volgende fase van het kapitalisme binnenstappen; een crypto-versie. Een geheime, een verhulde versie van een systeem waarin niet de groep als totaal, maar een extreem kleine subgroep wordt bediend door de rest. Als dat stadium wordt bereikt, mag het verhullende er af en hebben we hyper-kapitalisme: een dictatuur, waarin mens productiemiddel is, zoals de koe melk levert.
Dat klinkt somber. Dat ís somber. Maar al die figuren die heilig geloven in zwermdenken, zijn overtuigd van korfsamenlevingen, zouden de optelsom eens anders moeten maken.
Neem LEANstartupdenken. Ik vind het (nog steeds) heel sympathiek: niet lullen, maar doen en op basis van ervaringen bijsturen. De vraag is wélke ervaringen en vooral wélk doel. De methode is feitelijk enorm conservatief en zal met name aansluiten bij winstdenken. Dat is wat ik noem cryptokapitalisme. Ogenschijnlijk vriendelijk en sociaal is de onderstroom onaardig en vijandig. Uiteindelijk moet er succes zijn. En ook 'succes' wordt niet benoemd.
De manier van denken en werken is ten enen male ongeschikt om fundamentele koerswijzingen in de maatschappij tot te brengen. De massa zal immers nooit voor rigoreuze wijzing opteren.
Dat is meteen het gevaarlijke aan het zoeken naar analogieën in het dierenrijk. Zonder te weten hoe daar wordt gedacht, zien we de oppervlakte en interpreteren die. Op die manier zien we ook niet zo snel de zwarte kanten van onze eigen ideeën. Tot het te laat is en er weer een stap is gezet die we 'eigenlijk niet wilden, maar die autonoom ontstond'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten