Claimen van succes: persoonlijk ben ik er slecht in. Voor mij voelt het net zo aan als jezelf neerzetten als 'expert' of, nog vele malen erger, 'guru'. Het zijn waarderingen; en waardering kríjg je, die neem je niet. Toch zijn er zat mensen die heel actief bezig zijn met eigenschouderklopjes, zelfpromotie en zelfvervullende voorspellingen. Vooral van die laatste heb ik er veel gezien in mijn leven.
Ken je dat? Van die collega's die zichzelf een mooie, vaak niet eens bestaande, functietitel toekennen en die vanaf dan gaan hanteren. Na verloop van tijd ís dat vaak ook hun functie. Stomweg omdat niemand meer stilstaat bij het waarheidsgehalte. Vaak omdat 'het toch de moeite niet waard is in welke functie iemand zichzelf presenteert'. En eigenlijk is die reactie nog zorgwekkender, vooral omdat het vaak leidinggevenden zijn die zo redeneren. De valse secreetversie van mijn brein denkt dan dat zij zelf ook aan dat pimpen van positie doen of hebben gedaan. Het vereist een dief om een dief te herkennen. Toch?
Zulke vervormingstrucs zie je vrij veel. Vooral in politieke functies. Dat zijn niet per sé politici, maar al die mensen die zich behoedzaam denken te moeten opstellen om anderen, in eigenbelang, niet voor het hoofd te stoten. Doe je dat nét teveel, dan ben je een kruiperige slijmbal. Het is de grootste bedreiging voor het poldermodel: een gebrek aan eerlijkheid en rechte rug, maar een overschot aan politiek manoeuvreren.
Ik heb ooit een directeur gekend die dat deed: pas een standpunt innemen nadat hij had kunnen bepalen hoe het krachtenveld lag. Da's een goede manier van beslissen als je er níet van uitgaat dat een directeur leiding geeft en visie heeft. Het is de werkwijze van een vergadervoorzitter; een geheel andere functie. Je wordt wel speelbal van verschillende krachten, waardoor het verwijt zal komen dat je autoritair beslist en aan vriendjespolitiek doet. Voor een toeschouwer kies je immers pas achteraf positie, partij.
Wat veel gebeurt, is het creatief krom redeneren. Dát is wel iets des politici, geloof ik. Pas geleden zag ik een citaat van minister Schippers waarin werd gesteld dat de ontwikkelingen in de (ziekenhuis)zorg goed waren 'want de patiënttevredenheid was in Nederland erg hoog'. Wat me frappeerde, is het gelegde verband. Alsof patiënttevredenheid plots de maat der dingen is, maar vooral alsof er een causale, een verklarende relatie is tussen die twee. Het zijn woorden die je alertheid moeten opwekken: want, omdat, doordat. Hoezo: want, omdat of doordat?
Economisch herstel. Als ik het kort zou moeten duiden: we weten niet hoe dat precies gaat. Wat we weten, is dat als je aan een touwtje trekt dat uit de kluwen 'economie' steekt, dat er dan iets gebeurt. Net als touwtje trekken op de kermis. En toch wordt er geclaimd bij het leven.
Daar kan ik me figuurlijk aan ergeren.
Nederland heeft geen invloed op z'n eigen economisch herstel. Die zin ga je niet vaak zien of horen. Maar hij lijkt wel overal onder geschoven te zijn. De beroemde 'tekenen van herstel' zijn grotendeels gebaseerd op handelsnatiekracht: export, import en doorvoer. Dat zijn wel factoren waarin klanten bepalend zijn: 'het buitenland'. De ellende van handelen is dat je vrienden te vriend moet houden. Teveel opvallen, is niet per sé positief. Oubolliger geformuleerd: de kruideniersmentaliteit past dan goed, zuinig en onopvallend. Dát is ook exact wat VVD/PvdA nu doen. Zonder expliciete eigen visie reactief bewegen en vooral bezuinigen. Zonder expliciete visie is dat risicovol. Zonder visie moeten er geforceerde verbanden en effecten worden voorgespiegeld.
Zo een is het vreemde verband dat men meent te zien tussen economisch herstel en beurskoersen. Blijkbaar is speculatiewinst causaal gerelateerd aan óns inkomen. Alsof 'het vertrouwen van beleggers' ook maar iets zegt over 'vertrouwen in de economie'. Het zegt iets over hun vertrouwen in de winstgevendheid van dát bedrijf; ook als dat grootschalig reorganiseert en de daaruit voortvloeiende (uitkerings)lasten bij de samenleving parkeert, ook als het bedrijf doorstart en anderen met de lasten achterlaat. Dát zou op enigerlei wijze iets over 'de economie' zeggen?!
De ellende? Ze zijn er zelf in gaan geloven: de oppimpers, de politieke talers, de niet-leiders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten