De vraag kwam pas later bij me op. Wat maakt een mens de mens? Dat is een vraag die ons al eeuwen bezig houdt en waarop misschien wel nooit een volkomen sluitend antwoord komt. De essentie van de mens wordt immers vaak gezocht in het onbegrepene en we gaan steeds meer begrijpen. Steeds meer. Da's niet synoniem voor 'alles'.
Gisteravond was ik één van de zowat vier-, vijfduizend bezoekers van de Nacht Van Kunst en Kennis in Leiden. Het is een festival in de zin dat er meerdere disciplines op meerdere plekken 'hun kunstje' vertonen. De bezoeker mag kiezen (en komt er niet uit omdat er zovéél is dat de moeite waard is). De kracht is dat alles zich beweegt op het niveau van populair-wetenschappelijkheid: geen avantgarde, maar ook nog geen mainstream.
Eén van de gesprekken die werd gevoerd, ging over de inzet van robots bij eenzaamheid. Op zich was dat verrassend want de aankondiging was dat "ons liefdesleven over dertig jaar" zou worden geschetst. "Kun je verliefd worden op een robot?" was wel de eerste vraag. Dat wel.
Als je dan zo zit te luisteren naar een wetenschapper die meent dat je mensen kunt nabouwen, maar dat het zo complex is en dus ongelooflijk kostbaar waardoor het er nog niet is.
Het is een leuke vraag: waarop word je dan verliefd? Met wát communiceer je? En, vooral, met welke emoties?
Robots die op mensen - of aaibare hondjes - lijken. Robots die net echt zijn. Maar hoe echt zijn ze dan voor de ander? Een mooie redenering is die waarin je uitgaat van het repareren van een biologisch mens met kunstmatige onderdelen. Die vervangingsmogelijkheden groeien. Stel dat op enig moment dat biologisch mens helemaal is vervangen door kunstmatigheid: wat is-i dan?
Eerlijk gezegd vind ik dat vooral een definitie-kwestie en niet de kern. De kern zou moeten zijn op welke manier de machine ook ongewenst kan reageren.
Als je je voorstelt dat je een robothulp krijgt, maken de meeste mensen daarvan dat je een machine krijgt die doet wat jij wilt. Dat is een kwestie van programmeren. Daar ligt de crux: wat jij wilt.
Relaties tussen mensen zijn vaak onderhandelingsrelaties: geven en nemen, soms ruziënd en soms liefhebbend, 'for better and for worse'. Dat lijkt overigens enigszins te veranderen als je op face value scheidingen ziet 'om meer ruimte voor mezelf te hebben'. Of het klopt?!
Het gesprek over wat die robot dan moet doen en kunnen, roept zulke vragen wel op. Ongetwijfeld zullen er mensen verliefd (kunnen) worden op een robot, zoals er nu verliefd worden op een foto of op een projectie. Zo zullen er ook mensen zijn die in een eigen wereld verdwijnen waar ze het verschil tussen mensen en robots niet (meer) opmerken en dus minder eenzaam zijn.
Maar dat alles gaat voorbij aan vragen als wat de mogelijke functie - liever: effecten - zijn van gedwongen eenzaamheid. Gedwongen, want de zelfgekozen situatie is wezenlijk anders. Wat de effecten zijn van voornamelijk meegaand gedrag.
We zijn geneigd de wereld beter te maken. Daarin past de coöperatieve machine. Maar de samenleving is anders, een mengsel van Kwaad en Goed. De vraag is wat de functie is van Kwaad. Of een samenleving van Goed uiteindelijk niet een dystopie is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten