dinsdag 2 september 2014

De valse Nederlandse volksaard

Het zal me een worst zijn hoe jij je in het verkeer gedraagt, zolang ik (wij) er geen last van heb. Da's, denk ik, mijn grondhouding.

Het komt er op neer dat ik naar regels kijk als instrumenten om een geschil te beslechten. Rode stoplichten zijn onzinnig op wegen waar ('s avonds bij voorbeeld) in geen velden of wegen ander verkeer is te bekennen. Het is betwistbaar of je daar dan voor moet stoppen 'omdat de regel nu eenmaal zo is'. Maar áls er iets misgaat, ben je wel de lul als je daar door rood reed.

Hoe drukker, hoe belangrijker hoe jíj met regels om gaat. Rood licht negeren, is dáár vragen om problemen. En recht op het aanstormende verkeer in een eenrichtingstraat af rijden, verdient ook geen schoonheidsprijs. Die leveren conflicten op, die je subiet verliest.

In dat kader heb ik met verbazing gekeken naar fietsers in (oost-)Berlijn. Die nemen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, de stoepen, zwenkend tussen voetgangers. Ik heb me laten vertellen dat het een overblijfsel is uit de pre-fietsperiode. De brede wegen waren voor de tram, bus en auto. Op de trottoirs is dat nog terug te zien in de vorm van de bestrating: veel stoepen hebben een centrale strook van afwijkend materiaal. Dat schijnt fietspad aan te duiden. En dus rijdt iedereen - bíjna iedereen - over de stoep. Vooral het 'tegen het verkeer in fietsen' is populair.

Op de weg fietsen doen minder mensen. En dat terwijl de wegen eigenlijk gewoon geschikt zijn, zowel oost als west en zowel de drukke als de stille. Dat neemt niet weg dat een 'tegengestelde stoepfietser' ons toebeet 'Primitiven' te zijn. Terwijl het toch echt fietsstrook was.

Hoe kan het dat die enorme stad op die manier met fietsers omgaat? Wij hebben er hier concepten voor nodig; zoals shared spaces.

Vandaag dacht ik het te zien. De Berlijners accepteren de fietsers. Dat is één. Maar belangrijker: beide respecteren elkaar. Eigenlijk heb ik geen enkele van de tientallen ontmoetingen gezien dat de voetganger níet opzij ging voor de stoepfietsers, heb ik geen enkele keer gezien dat de stoepfietser zijn weg af dwong of heb ik gezien dat beide elkaar stonden verrot te schelden.

Vandaag zag ik met andere ogen ons Nederlands gedrag. Da's anders, in zijn bedoeling. De Nederlandse verkeersdeelnemer lijkt uit te gaan van superioriteit, de zijne. Ik wil die kant op, jij gaat maar opzij. Oók fietsers doen daaraan volop mee. Tegenfietsers zijn eerder provocateurs of spelers van chicken games. In elk geval zijn het geen coöperatieve type-jes.

Wij negeren regels in volledig en uitsluitend eigenbelang. Het is frappant te zien hoe Nederlanders in staat zijn anderen in problemen te brengen zolang zíj maar veilig zijn.

Nederland is o zo trots op z'n open samenleving, onze volksaard. Dat dat 'open' feitelijk zou moeten worden vervangen door het veel terechtere 'onverschillig' werd voor mij (weer) bewezen, in Berlijn deze keer. Want in het land dat bekend staat om z'n Gründlichkeit en het misbruikte Befehl ist Befehl, blijkt men véél socialer en volwassener te zijn dan hier.

Blijkbaar is het voor Nederlanders noodzakelijker regels en scheidsrechters te hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten