dinsdag 6 augustus 2013

Het ego van de schrijver

Ik worstel. Met een boek. Met een digitale versie van een boek, om precies te zijn. Voordat je denkt dat ik werkelijk lig te rollebollen met een boek. Dat niet. Sterker, het ís niet eens een boek om mee te rollebollen. Misschien is juist dat het probleem.

Het is een serieus boek. Van een serieus iemand. Iemand die al eerder serieuze boeken schreef. Ook boeken die aandacht trokken, in de zin dat ze werkelijk invloed hadden op het denken van lezers.

20130806-174650.jpg

Het boek dat ik doorworstel, is 848 pagina's dik. Dat is variabel, want het is de digitale versie. Als ik m'n iPad kantel naar landscape zijn het plots 1546 pagina's. De beste samenvatting is dan ook: best veel bladzijdes om te lezen.

De worsteling kroop er langzaam in. Zeker de eerste tientallen pagina's gingen vlotjes en vooral gepaard met een gevoel dat er hier zich iets moois zou gaan ontrollen. Wat is er mooier, in deze turbulente tijden, dan iets te lezen over situaties die juist worden gevoed door chaos, crisis en fragiliteit? Die daaruit dus juist stérker tevoorschijn komen?

Nassim Nicholas Taleb zal dat uit de doeken doen in Antifragility; Things That Gain From Disorder. Zoals gezegd, de start ís ook veelbelovend. Maar Nassim loopt hopeloos vast, terwijl-i de lezer al veel eerder kwijtraakte. Ik neem mezelf maar even als 'de lezer'. Dat kan ik vast wel doen, omdat ik mezelf zorgen maakte toen ik de draad niet meer zag en ben gaan zoeken op het Internet. Het boek wordt met de grond gelijk gemaakt. Vanwege het met de haren erbij slepen van willekeurige voorbeelden. Enigmatisch is een term die schrijfsels dekt die ondoorgrondelijk zijn, maar mooi in hun stijl. Da's dit niet. Het is een gesloten bolwerk waarin geen twijfel bestaat over de juistheid en grootsheid van de schrijver.

Wat was ik opgelucht toen ik las dat gerenommeerde critici en lezers dat ook zo vonden. En veel beter verwoordden.

Inmiddels ben ik iets over de helft van het boek. Of ik ooit het eind ga halen, durf ik nu nog niet te voorspellen. Wel dat er zeer zinnige gedachten in staan, waarvan de belangrijkste is dat we niet teveel moeten vertrouwen op ons rekenkundig vermogen als het gaat om de toekomst. In het begin dacht ik dat hij zowat de statistiek als zodanig ter discussie stelde, maar gaandeweg werd duidelijk dat het gaat om het gebruik en de interpretatie. Taleb blijkt zich vooral druk te maken over onze verwaarlozing van de statistische uitbijters en scheve verhoudingen. Terecht stelt hij dat effecten moeten worden gewógen. Veel nadelige kunnen heel goed worden gecompenseerd door minder voorkomende, maar grotere, positieve effecten.

figure-12

Wat het betoog echter stoort, is het ego van de schrijver. Dom ben ik niet. Bovenmatig slim ook niet. Zeer geregeld raakte ik de draad van het betoog kwijt. Vooral daar waar hij voor mijn gevoel aan de haal ging met de oude filosofen. Het werd echter duidelijker op de momenten dat hij 'eer opeist'.

Dan ineens zie je de schrijver voor je: aan zijn schrijftafel, gefrustreerd over al dat onbegrip voor hem en zijn genialiteit. Die frustratie klinkt teveel door in het boek. Da's jammer, want mij weerhoudt het ervan lekker door te lezen.

Zoals gezegd: ik zocht naar boekbesprekingen. Die vond ik ook. Omdat dit absoluut geen inhoudelijke boekbespreking moest worden, maar de signalering hoe de boodschap kan verdwijnen onder een ego; deze vond ik wel mooi: The New York Times, The Guardian en Forbes.

Wel of niet lezen? Moeilijk. Ik denk dat het goed is te worden gewezen op 'onverwachtheid', 'onvoorspelbaarheid', 'risico' en 'kansen'. En op de beperkingen van de dominante manier van denken daarover. Maar het zou allemaal wel een stuk toegankelijker kunnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten