Soms word aan je gevraagd hoe je geestesoog werkt. Visualiseer je? Zie je ze 'echt'? Of verwoord je ze? Voel je ze? Eerlijk, na 58 jaar leven weet ík niet precies hoe ik dat doe. Het enige wat ik weet, is dat het níet kristalheldere beelden of vastomlijnde paden zijn. ik heb ze zelf altijd omschreven als 'wolken van gevoel, kleuren, geluid'.
Zo'n geestesoog prikkelt de fantasie. Het geeft de ruimte; om iets vanuit een andere hoek te bekijken, te kneden, te laten vormen door de woorden van anderen. Vastomlijnde ideeën en patronen halen die flexibiliteit vaak weg. Mijn 'wolken' maken communicatie erover weer moeilijker. Inderdaad: alles heeft twee kanten. Ieder nadeel z'n voordeel.
Het zal je niet verbazen dat ik 'mooi' over het algemeen vertaal door 'gevoel oproepend'. Dat geldt voor beeld. Dat geldt voor geluid. Dat geldt voor woorden.
Mijn graal is een ondeelbaar ogenblik bij jou oproepen.
Zonlicht op een winterdag. Een oogopslag van een geliefde. De toon van een woord. De geur van je jeugd. Honderden, duizenden heb je er. Herinneringen en emoties.
Omdat ik wel goed maar niet gek ben, heb ik de graal maar even geparkeerd. Die momenten verbeelden, is te hoog gegrepen voor mij. Denk ik. Maar ik kan ze wel gebruiken. Om te (over)denken.
Wellicht snap je nu (iets beter) mijn voorliefde voor het onverwachte en opene. Een voorkeur om in een eerste alinea nieuwsgierigheid op te roepen. Dat wat je leest, ziet of hoort, moet je naar binnen zuigen, verleiden.
Ik moest daaraan denken toen ik dit weekeinde een Spotify-afspeellijst opende: A Campingflight to Lowlands Paradise. Niet dat ik er ooit ben geweest. Geen geld en planningsprobleem (vakantie) waren redenen. Nu is het ook mijn weerzin kaartjes te kopen voor iets waarvan nog haast niets bekend is (qua line up). Dat heeft iets van een schaapskudde.
Maar ik weet wel precies waarom ik wel naar Lowlands toe zou willen: de naam. Die is zó mooi. Voor mij is het de mooiste festivalnaam. Vol belofte: een campingvlucht, een paradijs en een Lowland. Een bonnefooi-reis naar onbekend terrein.
Het heeft enorm lang geduurd voordat er, in mijn blikveld, weer een naam opdook met die belofte er in: Into the Great Wide Open. Als het op beeldkracht aankomt, is een fotofinish nodig.
Tegen dit soort van kracht kan geen Parkpop, geen Pukkelpop, geen Pinkpop, geen Bospop, geen Werchter, geen Brabant Open Air, geen Oerol op. Wel is er een categorie die wedijvert: Motel Mozaique, (ooit) Pandora's Box, Mysteryland (net aan). Voordat er bloeddorstig gehuil uitbreekt: het gaat me om de kracht van de náám, niet de kwaliteit van de line up.
Wat ik wel grappig vind, is het verschil in denken over namen (en imago) door festivaldirecteuren en conferentie-organisatoren. Die laatste zijn meesters in saaiheid. De meeste conferenties zíjn dan ook saai. Met veel pijn en moeite worden ze opgeleukt door ingezette randverschijnselen. De cynischste vormen kwam ik tegen in de sociale zekerheid. Maar niemand die zich ooit afvraagt of je niet een echt inspirerend congres kunt organiseren (en laat je nu niet misleiden door hoezee-geluiden: congresgangers gaan ook vanwege hun 'dagje uit'). Nibud/Stimulansz hebben er ooit eentje laten organiseren in de Fabrique: erg goede vorm. Nooit herhaald.
Nietszeggende namen, nietszeggende omschrijvingen en nietszeggende vormen. Dat zijn congressen. Wat zou ik graag een congres met een festivalsfeer bezoeken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten