Na bijna anderhalf jaar dagelijks bloggen heb ik de riemen wat losser gelaten. Zo af en toe mag er best een dagje niet worden geblogd. De belangrijkste reden was dat ik me in allerlei bochten moest wringen om tijd te vinden. Dat had weer alles te maken met de verhuizing naar een verpleeghuis van m'n moeder. Op zo'n moment sta je dan stil bij de vraag wat er zo dwingend is, anders dan de jezelf opgelegd discipline.
De afgelopen weken heb ik gemerkt dat er een andere reden is om wat minder te bloggen. Tot een ruime week geleden ging het eigenlijk min of meer in het dagelijks ritme door. Totdat het wereldkampioenschap voetbal begon.
Dat vind ik vreemd van mezelf.
Voetballen kan me al jaren niet echt meer bekoren. In m'n jeugd was ik, zoals zoveel jochies toen en nu, hartstochtelijk fan, van Ajax. Dan zaten we met z'n allen aan de buis gekluisterd om op witruisende zwartwit beelden Nederlandse clubs te 'zien' spelen in verre landen. Of Ard en Keessie om het hardst te zien schaatsen, in de sneeuw, wind tegen en met een onflatteuze en zeker niet aërodynamische wollen muts op.
Maar met de komst van het Grote Geld en het (slechte) theaterspel verdween de bekoring ook. De verhalen over doorgestoken kaartwedstrijden (match fixing) en de exorbitante salarissen, waren de druppel. Ik zag af en toe wat.
Nu speelt Nederland weer. Dat zijn wedstrijden waarvan ik nog steeds de illusie koester dat die eerlijker en beter zijn, ondanks de aanwezigheid van een despoot als Blatter bij de FIFA. Niet dat landenteams beter zijn dan clubteams; nationaliteit versus kapitaal als criterium. In beide gevallen is het niet zo dat de trainer de vrije hand in kiezen van spelers heeft. Er zijn, letterlijk en figuurlijk, grenzen.
De eerste wedstrijden zag ik op een klein teeveetje. Alsof de tijd werd terug gedraaid: slecht beeld, wel kleur, waardoor we de bank een meter of twee dichterbij het scherm moesten sjouwen. Letters kon je dan nóg niet goed lezen. Nederland won met 1-5 (met het nodige geluk, denk ik nog steeds).
Sindsdien blijk ik toch geregeld wedstrijden te zien (niet die na middernacht beginnen). Nederland kijken, snap ik nog. Maar de rest?!
De beelden zijn net zo als anders.
Buitelende spelers, om kaarten bedelende spelers, geblesseerde en binnen 5 seconden wonderbaarlijk genezen spelers, bíjtende speler, schoppende en trekkende spelers, ontroostbare spelers.
Publiek dat zo zot is uitgedost in de hoop op tv te komen? Publiek dat zot is uitgedost en niet in de gaten heeft dat ze op tv zijn. Publiek dat zit te social media'en en niet kijkt naar de wedstrijd. Publiek dat in slaap viel tijdens de wedstrijd. Publiek dat kilo's (water) afvalt in de brandende zon. Publiek dat opvallend vaak vrouw is.
De commentaren, voor- en nabeschouwingen zijn nog steeds onvervangbaar. Formuleringen die zo krom als een hoepel zijn. Formuleringen die getuigen van voetbalintelligentie. Commentaar dat zó in de wekelijkse horoscoop kan, zo nauwkeurig.
En tóch kijk ik. Of is het toch kéék ik. Deze blogpost wordt getikt in de tuin met ondergaande zon en op de achtergrond de wedstrijd Nigeria-Argentinië (2-3 nu).
Ik denk dat ik het toch een beetje weet. De eerste wedstrijden waren onbevangen. Inmiddels is de 'het doet ertoe'fase aangebroken en daarmee het grote rekenen. Eerste in de poule worden is niet meer het enige doel. De consequentie daarvan óók: tegen welk land speel je dan in de volgende ronde?
Het berekende is weer aanwezig en daarmee is, voor mij, blijkbaar de lol er af. Rekenende voetballers: voor mij nog steeds een tegenspraak, vooral omdat het tot minder attractief vermaak leidt en dus zou moeten leiden tot minder inkomsten casu quo salaris.
Maar dát gebeurt niet. Winnen is hoofdzaak. En eerlijk gezegd ben ik er ook wel blij mee voor het Nederlands elftal. Maar trotser en tevredener was ik met het mooie spel van jaren her. Zelfs als we geen kampioen werden.
Zondag zal het vast stil zijn in dit land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten