zondag 1 juni 2014

Je reinste wanhoop

Een paar dagen jicht, gevolgd door een soort voetbalknie - dat hoop ik althans te horen van de huisarts morgen, want jicht ook in de knie..... - is verdraaid onhandig om auto te rijden. Gelukkig was het een paar dagen geleden nog niet zo ver. Het is wel de reden waarom ik nu pas weer blog.

Vrijdag was een heel lange dag (waarschijnlijk ook de reden van de opgezwollen knie zaterdag en zondag). Een collega-verpleeghuis had een afdelingsuitje gepland voor vijf patiënten, twee begeleiders en een chauffeur. Die dus ziek werd, waardoor het geheel zou worden afgeblazen. Pas op het laatste moment kreeg iemand het idee eens rond te bellen. Zo kwam ik dus in het dagje-uit terecht.

Het is altijd een gedoe, met afdelingen eropuit gaan. De ene keer is tellen het probleem "Maar ze zeiden dat er acht mensen mee konden" "Ja, lopende. Met drie rolstoelen kunnen er nog drie mee, soms vier. En met acht patiënten kunnen er niet ook nog 's drie begeleiders mee. Da's elf." Je zou het kunnen betitelen als 'jezelf wegcijferen', maar in een bus werkt dat niet.

Het andere probleem is de standaardisering. Mijn bus is er een die rolstoelen vastzet met beugels. Een stevig systeem, maar niet flexibel. De dwarsbeugels zijn wel enigzins schuifbaar, maar niet 'eindeloos'. Dus sta je geregeld tegen een rolstoel aan te kijken die niet past. Wel in de bus, maar niet in het zekeringsysteem. Da's heel lullig.

Gelukkig doet zich iets vreemds voor; veel oudere patiënten vinden een uitje doodeng. Soms heb ik dan ook het idee dat er mensen opgelucht waren omdat hun rolstoel niet paste. Triest is het wel, maar om een heel andere reden. Het is je al honderden keren gezegd, iedereen weet 't en vind het kwalijk, weinigen dóen iets: of mensen thuis wonen of in een instelling, er zijn er veel te veel die geïsoleerd raken. Waar de familie eens in de zoveel weken in en uit vliegt, hopelijk. Waar de buren eens een neus om de hoek van de deur steken. Maar waar de leefomgeving heel klein is geworden, waardoor álles daarbuiten eng en bedreigend is geworden.

Da's geen overdrijving!

Op enig moment komt het moment dat het onbekende steeds dichterbij komt en al het bekende verdrijft. Dat overkomt óoḱ een gezond mens. Ga jij maar 's drie jaar thuis zitten of laat je detineren. Je raakt sociaal geïsoleerd, onhandig. Fysiek gehandicapt kan dat gebeuren. Bij een dementerend mens is zijn of haar wereld onvoorstelbaar.

Moet je je voorstellen: een rit van een minuut of dertig naar een stadspark (in een andere stad, dat wel). Vogels, vijvers, speeltuin, kasteeltje, Japanse tuin, theehuis: alles is er, behalve invalidenparkeerplaatsen. Het is zonnig en het is niet verschrikkelijk druk. Gezellig druk, noemt Nederland dat.

Na een half uurtje lopen en rolstoelen duwen hebben we genoeg gezien - vooral kleine kinderen, want dát vinden de dames véél leuker dan de omgeving - en strijkt het konvooi neer op een terras. Da's al een onderneming op zich. Eén boterham met één kroket is voor iedereen, behalve de chauffeur, wel genoeg. We zitten.

Niet ver van huis, omringd door bekenden; en toch raakt één van de dames enorm in de war van al het onbekende. Stomweg het aantal mensen. Niets helpt. Zelfs de vaste begeleiders en mede-patiënten (her)kent ze niet meer. Ze wil naar huis "want m'n moeder weet niet waar ik ben". Iedere beweging leidt tot opstaan "Gaan we?".

Het is geen verdriet. Het is ángst.

Eerst zijn er alleen tranende ogen, maar al snel neemt de onrust het over. Als de begeleiders even met de anderen weg moeten naar het toilet, probeer ik haar duidelijk te maken dat we écht weer terug gaan en ze zich zo min mogelijk druk moet proberen te maken.

"Mijnheer, ik ben wanhopig. Breng me naar huis alstublieft. Ik ben radeloos. Ik ben helemaal over m'n toeren. Help me alstublieft!'

Dat gaat je niet in je kouwe kleren zitten. Voor mij bevestigt dit soort ervaringen het gelijk van allen. Deze mensen hebben een veilige omgeving nodig, waarin professionele hulp kan worden geboden. Deze mensen hebben ook voldoende sociale steun nog om ze een beetje, een béétje, in contact met vreemde omgevingen te laten behouden.

Maar het wordt helemaal níets als het of-of wordt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten