Daar was-i weer even: de iPadschool. Hoe meer ik erover denk, hoe vreemder ik het vind.
We leven in een tijd waarin hulpmiddelen veranderen. Dat biedt nieuwe mogelijkheden (en laat andere verdwijnen). Het lei is vervangen door potlood en papier. Het potlood legde het loodje tegen de inktpen. Die op zijn beurt is verdrongen door de balpen (de iconische Bic). Die werden allemaal vervangen door schrijfapparaten als typemachines en computers.
Het interessante is dat ieder nieuw schrijfgerei iets tóevoegde zonder het bestaande ingrijpend te veranderen. In alle gevallen moest nog steeds worden gedacht en gekend: er moest worden geleerd. Met de toetsenborden veranderde wel iets, zij het op de lange termijn: het handschrift.
Dat op zich is een interessante ontwikkeling. Handschrift is niet alleen schriftelijke communicatie. Het is ook de ontwikkeling van fijne motoriek. En fijne motoriek is niet iets als schoonschrijven of kalligrafie. Met schoonschrijven hangen ook hand-hoofdcoördinatie samen, nauwkeurigheid en concentratie. Da's geen exclusieve relatie, maar wel een belangrijke.
Het bijzondere aan de discussie rond de iPadschool is dat daarin een apparáát wordt centraal gesteld. Alsof er ooit een potloodschool zou (moeten) zijn geweest.
Wat ik mis, is een visie; onderwijskundig, pedagogisch en leertheoretisch. Eerlijk gezegd, hoor ik nergens echt veel meer dan 'dat de iPad een nieuw paradigma is' en 'een grote omwenteling'. Dat is zo. En dat is niet voldoende voor het onderwijs. Voor het onderwijs is de verbetering van het leerproces relevant.
Dat in het huidig onderwijs nieuwe mogelijkheden om kennis op te doen en op te zoeken, moeten worden toegevoegd, lijkt me evident. Zoals je ooit leerde dat een tekst een inleiding, romp en conclusie heeft - en veel meer - zo leerde je ooit ook hoe een bibliotheek werkt. Daaraan is nu het Internet toegevoegd.
Ja. Maar met de iPad kun je veel speelser leren. Nog afgezien van de vraag of het werkelijk kwálijk is dingen te móeten doen tegen je eigen voorkeuren in - de instant bevrediging! - is daarmee niets anders gezegd dan dat de vórm anders zou kunnen. Natuurlijk: ook de boeken evolueerden van simpel naar kleurig. Ze leerden je allemaal nog steeds basale aardrijkskundige kennis aan, wiskunde en natuurkunde, rekenen en taal. Ook zonder GPSfunctie is het handig te weten wat oost en west zijn, en waar Emmen ligt.
Zoals met veel voorspellingen van ontregelende veranderingen: ze blijven (voorlopig) wensdromen.
Mijn iPad maakte ook mij duidelijk dat er iets was veranderd. In eerste instantie de mens-machine-interactie. Die was plots diréct, niet meer via een 'invoerapparaat'. Binnen de kortste keren maakte-i ook duidelijk wat 'mobiel' in zou gaan houden. De computer én de laptop vergaarden steeds meer stof doordat we ze minder en minder gebruikten. En de noodzakelijke sensoren om te bepalen in welke positie het apparaat was, boden ook nieuwe opties. Bijna alle andere effecten waren daar van afgeleid: een ultra-mobiele computer.
Dat 'mobiel' veranderingen tot gevolg heeft gehad, klopt. Een groot deel daarvan lijkt voor rekening van de (content)leveranciers te zijn gekomen. In essentie oude wijn in nieuwe zakken, maar dan niet cynisch bedoeld. Van werkelijk 'ontregelende omwenteling' is nog nergens sprake: de bestaande machtsbalansen zijn intact gebleven.
Vooralsnog kan zoiets als een iPadschool niet anders zien dan als een school met moderne hulpmiddelen. Zoals mijn oude lagere school met krijtborden niet vergelijkbaar is met de krijtstofloze basisschool met smartboard van onze zoons. Maar de kern, kennisoverdracht, en het curriculum bleven vergelijkbaar.
Als het meer is; waar blijft de omschrijving daarvan dan? Een visie op leren die aantoont, zónder het woord iPad, dat mobiele apparaten andere leereffecten bewerkstelligen. Dat mobiele apparaten andere mogelijkheden bieden, weten we al.
Een goede verwoording van mijn verbazing over het concept.
BeantwoordenVerwijderen