vrijdag 21 maart 2014

Onze 'wiens naam men niet uitspreekt'

In de serie boeken over het tovenaartje Harry Potter wordt het onvermijdelijke kwaad verbeeldt door een karakter met de naam Voldemort. Die is zo angstaanjagend dat men zijn naam zelfs niet meer uitspreekt: 'hij wiens naam niet wordt uitgesproken'. Niet dat dat helpt, want met de hulp van een schare duistere volgelingen zegeviert hij, bijna.

Geert, wiens naam we proberen niet uit te spreken, het heeft wel wat.

Hij is leep, maar leep zoals de tovenaarsleerling die geen enkele controle bleek te hebben over de machten die hij ontketende. Het is de leepheid van een zelfingenomene. Voor hen is het misschien wel onmogelijk iets anders te zien dan wat hún bedoeling is.

Heb je ooit Der Untergang gezien? Doen. Het is dé film over iemand die de wereld in de ellende stortte. Wat die film zo bijzonder maakt, is de aandacht voor het totale gebrek aan neveninzicht wat de man tentoonspreid. Terwijl alles, maar dan ook alles, misloopt, twijfelt hij (nog steeds) niet aan zijn eigen waarheid. Volkomen geschift, zouden we nu diagnosticeren.

Diezelfde diagnose kreeg ook een waanzinnige Afrikaanse dictator die zijn eigen land zowat uitmoordde, een Russische dictator die zonder problemen ook vrienden liet kelen, een Koreaanse en een Chinese revolutie die meedogenloos huishielden. Het lijstje gekken is nog veel langer: in Zuidamerika hadden we er ook een paar, maar ook in Spanje en Griekenland. Maar het is teveel eer voor dat Nederlandse geval om daarmee te worden vergeleken.

Die overspeelde zijn hand.

Het is een intrigerende situatie. Ons imitatortje doet het lang goed. De vergelijking met ministers van propaganda klopt voor bijna honderd procent en ook de sprekerskwaliteiten van mening dictator gaan 'm goed af. Na járen vuur slaan en blazen, is het gelukt een klein fikkie te stoken. Er zijn zelfs mensen die geloven dat wat-i beloofd ook werkelijkheid wordt.

Wat precies gebeurde, vind ik het onderzoeken waard. Hij zei in elk geval iets en de zaak ontplofte. Het bizarre is dat-i iets zéi wat-i al die jaren insinueerde. Samengevat: we flikkeren iedereen die we niet mogen er uit. Het is net zoiets als dat ik zou beweren dat het een goed idee is hem en z'n volgelingen te verbannen omdat zij de bron van alle ellende zijn. Zottigheid. Dan zou, als ik daaraan een hekel zou hebben, ook alle albino's en daarop gelijkenden kunnen verbannen. Of alles wat niet de harde G spreekt. De nerveuzen. Iedereen met een IQ onder de 115. Degene die z'n stoepje niet wekelijks schrobt.

De flauwekul is dat tot op zekere hoogte. Want de gek vindt gehoor en mag daarom niet worden gebagatelliseerd. Meneer escaleert: inmiddels wordt-i zo expliciet dat we nu weten dat er hele bevolkingsgroepen het land moeten worden uitgeflikkert (waarbij mijn vraag blíjft of dat expliciete, dat hele bevolkingsgroepen of dat uitflikkeren de overschreden grens vormt).

Griezelig is echter zijn horde. Daarvan kan moeilijk worden volgehouden dat ook die allemaal een steekje los hebben zitten. Toch brullen ze mee.

Gelukkig is het maar de vraag hoe saamhorig die horde is. Het meebrallende café ís niet zo groot. En de eerste Kamer(!)leden haken al af van de partij. Het wordt nog eens eenzaam aan de top. In een centraal geleide, starre organisatie is een breuk gevaarlijker dan in een soepel reagerende open systeem. Het is meer dan craquelé.

In Den Haag kreeg-i 14% van de stemmen (27.938). Da's veel, totdat je gaat corrigeren. Op álle kiesgerechtigden (391.844) is het minder: 7,1%. Op alle inwoners van de stad (508.592) nog 5,49%.

Dat is dus minder een probleem. Het probleem is het gif dat-i inspuit: de angst voor 'hem wiens naam niet wordt genoemd'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten