woensdag 12 maart 2014

Moderne bedelaars

We bedenken het niet zelf. We kopiëren het uit een buitenland, uit de VS bijvoorbeeld. In dat 'land' - meer een continent - bestaat al tijden het idee dat je niet voor alles een overheid nodig hebt (wel heb je voor veel een ander nodig, maar die mag niet overheid heten). Dat leidt onder andere tot bedelen. Dat nóem je uiteraard niet zo, want bedelen doen alleen armen om in hun levensonderhoud te voorzien.

De bedelpartij noem je bijvoorbeeld fund raiser. Klinkt sjieker, maar is in essentie precies hetzelfde: wij vragen u geld te geven. Het slimme aan fund raisers is dat je in ruil voor deelname veel meer aardse gunsten terugkrijgt dan bij het altruïstisch bedoeld gebaar. Een diner waarvoor je extreem betaalt, omdat het grootste deel van dat bedrag naar Het Doel gaat. En met gelijkgestemden; altijd mooi voor het netwerk.

Dergelijke bijeenkomsten bestaan al tíjden. Ook de debutantenballen, roeiwedstrijden en hippische evenementen kennen die traditie. En wie kent de namen niet? De Rotary en Lions als bekendste?! De serviceclubs, dus; zij het dat die min of meer permanent goede doelen steunen en fund raisers gericht eenmalig.

Het ligt er maar net aan hoe je zo'n fund raiser organiseert. Te patserig en je vliegt de hoek in van de neerbuigende giften, de aalmoezen. Da's een subtiele grens, hoor. Je hebt het immers over mensen die geld kunnen míssen en dat schenken aan een doel wat er (ongetwijfeld) om zit te spríngen. De juiste mores zijn dan ongelooflijk belangrijk.

Van de week was ik bij zo'n fund raiser. Althans, bij het deel ná het diner. En niet als funder. Het was leerzaam.

Ten behoeve van een Goed Doel werd De Slag Om Leiden georganiseerd. Alles en iedereen deed belangeloos mee, alhoewel ik dat niet zeker weet van de catering. Veel leuker om over te hebben, is dat De Slag Om Leiden de zaken omkeert. Natuurlijk, het gáát erom zoveel als mogelijk op te halen. Maar de trekker is eigenlijk ook dat waarvoor ik kwam: de quiz. Zesentwintig teams - eentje kwam niet opdagen, hoorde ik - strijden om de eer.

Nou, dan zie je gamification in aktie, hoor.

Zo'n quiz maakt iets los bij mensen. De teams bestonden uit vijf volwassenen, maar dat werden gedurende de quiz steeds meer vijf kinderen die een wedstrijdje doen. Het is toch frappant te zien hoe mensen in zo'n spel worden gezogen en zich niet willen laten kennen. De spelende mens is toch anders. De sfeer zíe je veranderen: afkijkers, maar ook rode koppen en 'niet te hard praten'-overleg. Het toppunt was 21.31 uur. Dan gaat de hoorn ten teken dat het is gedaan (en het wachten op de tellingen begint).

Dan ontspant zo'n hele zaal. Even stilte en dan barst er een geroezemoes los. Niet alleen dat, ook mensen die plots naar de wc moeten. Wat rest, is de sfeer vlak na een examen of tijdens een schoolsportdag. Uitgelatenheid, die geleidelijk plaats maakt voor nervositeit. Want, tja, het ís een wedstrijd, ook als je vooral voor de lol meedeed.

Tuurlijk, er worden ook zakendeals voorbereid. Tuurlijk, er ís veel betaald om aanwezig te kunnen zijn. Tuurlijk, het ís geen dwarsdoorsnee van de bevolking. Bezwaren, bezwaren, bezwaren, en bedenkingen. Die heb ik ook.

Maar het bewijs dat je met 'spel' heel veel kunt bereiken - al is het maar een goede, constructieve sfeer - is wat mij betreft weer wat sterker. Dat van die homo ludens van Huizinga ís zo gek nog niet, hoor.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten