Uit m'n jeugd kan ik me herinneren dat we het altijd enorm leuk en opwindend vonden als onze ouders een nieuw apparaat kochten. Niet dat we enorm warm liepen voor een wasmachine of een gasfornuis. Er was wél verschil.
De wegen van je geheuegn zijn ondoorgrondelijk. Dus waarom ik het beeld nog steeds tevoorschijn kan toveren, weet ik niet. Maar ik zie nog steeds hoe mijn vader en ik een hifi-installatie gingen kopen. Waarom ik mee ging? Geen idee. Waar de winkel was? Ook zo vreemd: ik denk in de Willemstraat in Rijswijk. Die straatnaam moest ik opzoeken. De straat zie ik zo voor me, maar de winkel niet. Als je dan een half uurtje zoekt naar de naam van die winkel, verdwaal je al snel in de herinneringen, van anderen en jezelf.
In die winkel kochten we een tuner-versterker van Sony, een platenspeler (Sony), een spoelendeck van Akai en geluidsboxen. Het bijzondere is dat ik nu niet meer weet van welk merk die waren, maar dat ik nog wel weet dat we over die keuze het langst hebben gedaan. In een afgezonderde kamer stonden er een stuk of twintig. Maar wat was mooi geluid? Dat was, denk ik, de eerste keer dat ik de naam Kev hoorde. De boxen die we niet kochten. Te schel.
Blijkbaar kunnen sommige keuzeprocessen grote indruk achterlaten.
In die jaren zeventig viel het nog mee. De wereld was nog vrij overzichtelijk en dat gold ook voor de keuzemogelijkheden. Wij vonden het al een hele klus, maar waren nog volslagen onwetend van de keur aan keuzes die vier decennia later zou zijn ontstaan; met keuzestress en al.
Toen was het een belevenis, een ervaring die je met vreugde vervulde. Dat zal vast ook met dat spreekwoordelijke kinderhart en kinderhand te maken hebben. Mijn eigen herinnering voegt er echter ook aan toe dat het bijzonder was, alsof het een verjaardag of sinterklaas was.
Mijn iMac loopt op z'n einde. Soms start-i, soms niet. Na tien jaar is het welletjes; temeer daar één van de katten het nodig vond op het scherm zijn territoriumgeurvlag te plaatsen (ik ken de dader, want die zit schijnheilig naar dit typewerk te kijken). In elk geval zat een half jaar geleden ineens rechtsonder op het scherm van de iMac een verkleuring. Zo eentje die je kunt oproepen door op het scherm te duwen. Deze had een andere oorzaak. En wat er binnenin de iMac is verzuurd?
Wellicht ben ik al te laat en heeft-i de geest gegeven. Het is in elk geval tijd voor een vervanging. En da's volledige ellende. Keuze één was niet héél moeilijk, afgezien van de kosten. De backup is met Time Machine gemaakt en die zinvol gebruiken betekent een Apple-machine aanschaffen. Dat gaat niet met tegenzin: het zijn goede, onverwoestbare dingen. Maar die prijzen.
Daar zit je dan. Het grote afwegen begint.
De Eeepc, waarop ik dit tik, is ook prima, open source én goedkoper. PC's met Windows er op zijn tegenwoordig ook stabiel en vriendelijk, ook qua prijs. Maar de ellende is dat ik nu een 'systeem' met gewoontes heb waarin een Mac zijn werk doet.
Een Mac?! Waarom niet één of twee iPads gekocht en een Macmini in het netwerk frutselen? Die laatste kan dan de netwerkserver (en NAS-functie) zijn, waardoor de backups eindelijk eens automátisch worden gemaakt. Tot op de dag van vandaag doe ik dat op willekeurige momenten, soms maanden na elkaar. Helemaal fout. Of een Macbook Pro; want waarom een vaste machine?
Maar als ik dat al doe: hoe maak ik dan een fatsoenlijk draadloos netwerk met één server daarin? Op een plek die níet de keukentafel is waar de kabelmodem staat.
Kiezen. Niks leuks aan. Het betekent, zeker in dit geval, volgens mij vooral veel werk en 'leermomenten'. Ik word oud, want alleen de gedachte daaraan maakt me nu al moe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten