In de De Volkskrant stond dit naar aanleiding van het advies van de Raad voor Cultuur over de toekomst van het omroepbestel:
Daarnaast is versterking van het merk NPO achterhaald, volgens ingewijden. 'Het is niet van deze tijd om merken rond netten te bouwen', aldus een commissielid. 'Juist merken als De Wereld Draait Door en Wie is de mol?, die ook op internet groot zijn, hebben de toekomst.'
Da's een verontrustende mening, vind ik.
Een merk 'bouwen' is niet een kwestie van een nachtje ijs. In tegenstelling tot wat het werkwoord 'bouwen' insinueert, is het niet bepaald een beheerst proces. Eerder is het vallen en opstaan, zoeken naar fans en luisteren naar hun wensen, overwegen of daarbij kan en wil worden aangesloten. Dat is dus toch principieel anders dan het bouwen van een gebouw vanaf een blauwdruk.
Merk. Tijd. Sleutelwoorden.
Stel, je bent verantwoordelijk voor de positionering van DWDD in die nieuwe situatie. Dan heb je een paar jaar 'gebouwd' aan 'het merk'. Denkt iemand nu echt dat dat merk zich laat verdringen door iets anders? Wat gebeurt, is dat prográmma's veel meer macht krijgen. Voor de sombermansen: ook - vooral? - de populistische flutpogramma's.
Maar wellicht gaat iemand me ooit eens uitleggen waarin, op dit punt, de vernieuwing zit. Het bredere 'omroep' wordt ingewisseld voor het smalle 'programma'. Dat zou vooruitgang zijn, omdat "het niet van deze tijd is merken rond netten te bouwen". Nee, om programma's wel. Wat een ongelooflijke onzin. Zég dan dat er binnen afzienbare tijd één omroep is met talloze programma's. Want da's de enig logisch volgende stap als programma's zelfstandige eenheden worden. Zoals nu een omroep z'n programma's ordent, zo zal dat dan ook gebeuren. Dat immers is een groot verschil tussen tv en internet: de schaalbaarheid.
Maar goed; ik zie met angst en beven nu de toekomst tegemoet. De genoemde programma's blijven tot het bittere einde werken aan hun merk en dus hun overlevingskansen. Lieve help. Programma's die Peyton Place-achtig nooit meer weg gaan. Een angstbeeld. Een nachtmerrie.
Gelukkig is dit niet de kern van het advies.
Dat is een pleidooi voor een veel opener systeem, waarin ook nieuwkomers een uitzendplek kunnen krijgen. Da's mooi, toch? Niet dat het zo zal gaan werken, als de kansen zich eens per vijf jaar voordoen en er toch echt verdeeld gaat worden. Het klinkt allemaal o zo sympathiek zo'n open systeem, maar dat heeft alleen waarde als er geen platformschaarste is. Gaan we dus naar heel veel meer zenders? Gaan we naar programma=zender=tvkanaal?
Snel dat rapport lezen, dus. En vooral te zijner tijd ook de reactie van de staatssecretaris, want die geeft de uiteindelijke richting aan. De Raad voor Cultuur adviseert.
Ik duim voor een situatie waarin we niet worden geconfronteerd met nooit verdwijnende programma's. Dat heeft niets dynamisch, maar wel iets enorm statisch. Leuteren over merken? Prima. Debatteren over het verschil tussen tv en internet? Vast machtig mooi. Maar zorg nu eens voor dynamiek! Da's een stuk moeilijker, hè?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten