'Platform voor de informatiesamenleving': da's mooi, toch? Dat klinkt in elk geval als dé plek om te zijn als je iets wilt weten over onze toekomst. Want dat is nogal wat: 'informatiesamenleving'.
Een tip bracht me ertoe een bijeenkomst van het platform te bezoeken, op de dag van de parlementsverkiezingen. Dat zetelt misschien 100 meter van de bijeenkomstlokatie af; je moet maar durven. Zeker als het thema bestaat uit vragen als deze:
- Op welke maatschappelijke en economische vraagstukken rond ICT zouden politieke partijen hun pijlen moeten richten?
- Welke thema’s mogen zeker niet ontbreken in het regeerakkoord? Privacy? Digitale vaardigheden in het onderwijs?
- Hebben Kamerleden wel voldoende notie van de rol van ICT voor de huidige economie en samenleving?
- Hoe is het gesteld met hun kennis, vaardigheden en bewustzijn ? Wat zou ieder Kamerlid minimaal moeten weten van ICT?
Zo'n kans laat ik natuurlijk niet lopen. Zeker niet omdat ik politiek al lang niet meer zweefde en dus efficiënt snel kon stemmen. Tijd zat voor een goed beeld.
Het is niet aan mij om een samenvatting te geven van de bijeenkomst. Maar er vielen me wel een paar dingen op. De obligate maar voorop: veel te veel mánnen (in pak), ongelooflijk lekkere hapjes bij de netwerkborrel, een programma dat ter plekke tóch moest worden aangepast - het blééf verkiezingsdag - én een programma dat niet te lang of te kort was. Je kent dat wel. Oersaaie sprekers en sessies waarbij iedereen op z'n stoel gaat zitten draaien en het einde lijkt te zijn verdwenen. Dat was hier niet aan de orde. Niet dat alle sprekers even leuk en boeiend waren, maar niemand kreeg de kans sfeer of tempo té veel te beïnvloeden.
Vier thema's speelden een centrale rol: veilig, vaardig, digitale overheid, en privacy. Een veilige informatiesamenleving (ver)eist regels, maar ook goede ontwerpen en alerte en vaardige gebruikers. Dat geldt voor álle lagen van de samenleving. Een gehéél digitale overheid komt dan binnen bereik. Terzijde: mw. Netelenbos - ja, díe - wees de aanwezigen op het Deens initiatief om alle overheidscommunicatie digitaal te laten zijn. En, ten slotte, een onderwerp dat vele vormen aanneemt: hoe ga je in een omgeving waar fouten onmiddellijk enórme gevolgen hebben, om met de privacy van gebruikers?
Het is nogal wat, toch?
Dat doe je dus niet alleen. Heel verstandig heeft ECP, voor als het over onderwijsgerelateerde zaken gaat, een jongerenpanel. Slim: de uiteindelijke doelgroep, de direct betrokkenen er bij betrekken. Beetje vanzelfsprekend: maar in al die andere discussies zijn toch ook direct betrokkenen? Patiënten? Consumenten? Wij? Ik weet 't; dat los je niet op door institutionele belangenbehartigers er bij te betrekken. Sterker, die voegen meer niet dan wel toe anders dan een specifiek eigenbelang. Maar het zou wel de moeite waard zijn kénnis over die gebruikers erbij te halen.
We bevinden ons middenin een turbulente periode. Een samenleving verandert continu. Maar nu maakt technologie mogelijk dat snelheid wordt gemaakt. Daardoor bevinden we ons nu in een situatie waarin wijzigingen zich aan lijken te dienen en soms wel en soms niet doorzetten, waar wijzigingen door andere groepen worden ingezet dan gedacht of bedacht, en waarin de snelheid zo groot is dat sommigen het allemaal niet meer bijbenen. Mij blijft het opvallen hoe vaak, ook in deze bijeenkomst, wordt gesproken in toekomstige tijd met zinsdelen als 'we willen', 'we gaan' en 'we zullen'. De onbestendigheid brengt een zekere machteloosheid met zich, die op veel plaatsen is aan te treffen: hoe ziet in vredesnaam die nieuwe samenleving er uit?
Eerder heb ik al eens geblogd over dit probleem. Want het ondenkbare, het nú nog ondenkbare, kún je niet plannen of bedenken. Het betekent dat we zullen moeten zien om te gaan met chaos en andere sturingsinstrumenten. Het betekent ook dat we inderdaad voor een deel de zaken op hun beloop zullen moeten laten en héél goed monitoren wat gebeurt. Daarbij mag niet uit het oog worden verloren wie de toekomstige gebruikers zijn en wat die wensen.
Mijn pleidooi is er dan, onveranderd, een voor
- een financieringsstructuur die ook riskante experimenten mogelijk maakt, want in dat risico huist nu juist de kans op innovatie. O, en riskant is niet hetzelfde als destructief. Ik bedoel niet anders dan dat de financier bereid moet zijn zijn geld te verliezen;
- een omgeving waar het mogelijk is te spelen. Dat impliceert de aanwezigheid van middelen, financiële als hierboven benoemt, maar vooral ook netwerken. Netwerken van mensen, die met elkaar in contact worden gebracht;
- dat is meteen de belangrijkste wens die ik zou hebben, voor ECP of een ander: de aanstelling van innovatieverkenners, mensen met inhoudelijke kennis én een neus voor vernieuwing. Medewerkers die de opdracht hebben continue de wereld in casu Nederland af te struinen op zoek naar mensen en technieken waarvan zij menen dat die de moeite waard zijn om met elkaar in contact te worden gebracht. Dat is dus een nét andere insteek dan al die adviseurs die momenteel actief zijn in het kader van een financieringsregeling. Innovatieverkenners zijn alleen maar bezig met innovaties en het dondert niet wáár die plaatsvindt.
Eén van de belangrijkste lessen die uit de geschiedenis van innovatie(s) is te trekken, is dat die innovaties bijna altijd ontstaan búiten de bestaande domeinen en instituten. Alleen dat feit al zou reden genoeg moeten zijn om verkenners onbekend land te laten verkennen. Want dat is precies wat we doen, om Star Trek maar eens te citeren: 'to boldly go where no man has gone before'. Zó dramatisch is het niet, maar de parallel is wel degelijk te trekken. Want de verandering zal niet komen uit de sectoren zelf of de partijen die daarin nú een rol spelen.
Aanstellen dus, die innovatieverkenners.
[...] Ze organiseren jaarlijks een, vind ik, interessant congres en beurs met de naam ICT Delta. Tussen twee haakjes, ook dit jaar weer. In oktober en in Rotterdam. 'Ze' zijn de organisaties verenigd in ECP, platform voor de ... [...]
BeantwoordenVerwijderen