Met de eer gaan strijken, willen heel veel mensen. Niet voor niets kennen we in Nederland een gezegde als dat succes vele vaders heeft (en mislukking geen?). Tot grote hoogte klopt dat ook wel. De meeste mensen willen zich warmen aan de warmte van de beroemdheid. Het zal vast en cynisch kantje zijn, maar ik ben keer op keer verrast door de aantallen 'goede vrienden' die een overleden BN-er heeft. Wat dat betreft, vind ik het wel mooi om te zien dat een woord als 'snob' een enorm negatieve betekenis had, maar waarvan het de vraag is hoelang. Want in een samenleving waarin het er meer en meer om gaat wíe je kent, moet je ook kunnen tónen wie je kent. Dat wordt nog een leuke omdraaiing.
Maar voordat je kunt pronken met veren, moet er wel iets zijn gegroeid. Voordat je de parels hebt, moeten ze de kans hebben gehad zich te ontwikkelen. En pas bij volle wasdom weet je of je iets bijzonders hebt dat boven met maaiveld uitsteekt.
En dan mis ik nog steeds iets.
Het zal duidelijk zijn dat er, net als in andere tijden, ook nu sprake is van het ontstaan en bestaan van subculturen. Een daarvan is die van wat ik voor het gemak maar de Nieuwe Economie noem. Een subcultuur omdat ze gemeenschappelijkheid ervaart als het gaat om waardecreatie. Daarin staat niet het vehikel geld, of kapitaal, centraal, maar de kwaliteit van het idee. Omdat de waarde niet direct wordt bepaald door klassieke factoren, is het voor veel van die initiatieven moeilijk voet aan de grond te krijgen. De aanpakken, de paradigma's voor mijn part, wijken teveel af van elkaar. Een startup die zich eerst richt op het vinden van grote aantallen gebruikers en zich daarna gaat richten op het vinden van een verdienmodel, zal niet eenvoudig handen op elkaar krijgen in de klassieke denkwereld.
De enorme impuls die is uitgegaan van de digitale wereld - games en mobile - heeft geleid tot alternatieven omdat de omgeving die ontstond op allerlei manieren een nog volkomen onbekend was. Een terra incognita waarin alles moet worden verkend: van de manieren waarop de technologie kon worden gebruikt tot en met de manieren hoe je dat dan totstand bracht en hoe effecten te waarderen.
Met name aan de kant van de 'creatieve industrie' ontstaan daarom nieuwe verbanden en manieren van werken. Kleine bedrijven zoeken elkaars deskundigheid op op basis van ad hoc noodzaak, of soms op basis van gedeelde visie. Een inzakkende economie versterkt de tendens alleen maar, doordat meer en meer vakmensen noodgedwongen uitwijken naar een positie als zelfstandig vakman.
Die transitie is nog lang niet voltooid. Het is zelfs de vraag of de Nieuwe Economie een alternatief zal blijken te zijn of dat zij wordt verzwolgen door de klassieke aanpak. De kracht van geld en kapitaal staat vanwege de crisis onder druk, maar of het alternatief daar voldoende van zal kunnen profiteren om aan kracht te winnen is maar de vraag. De oude structuren blijken taai te zijn.
Inmiddels zijn er wel vooruitgeschoven posten van die Nieuwe Economie, zeker op het gebied van 'werken en arbeidsverhoudingen'. De aanwas van zelfstandigen heeft tot gevolg gehad dat er een groei ontstond in de vraag naar tijdelijke werkplekken. Sterker, die tijdelijke werkplek was tot voor een paar jaar terug een zeldzaam fenomeen. Inmiddels zien we op tal van plaatsen tijdelijke werkplekken ontstaan. En zien we overigens ook de groei die daaruit logischerwijze voorvloeit van de vraag naar iets grotere en permanentere werkruimtes.
Omdat die vraag er is, opent dat mogelijkheden om panden te gaan gebruiken die tot dan onbruikbaar leken. Oude fabriekspanden bleken niet alleen relatief goedkope units op te leveren, maar vaak ook de juiste sfeer uit te ademen en niet zo nauw te luisteren naar schoonheidsvoorschriften en dergelijke. Het bedrijfsverzamelgebouw, maar dan net anders.
Inmiddels is dat een systeem aan het worden. Aan de top de luxueuze kantoorunits, direct daarna gevolgd door de eenvoudiger. Daaronder vinden we het aanbod aan flexwerkplekken voor mensen die af en toe 'eens even niet thuis willen gaan zitten werken'. Opvallend is dag, hoe 'lager' je komt, hoe flexibeler de oplossingen. Een flexwerkplek kan zo ad hoc zijn als bijvoorbeeld Seats2Meet ze aanbiedt, maar ook bestaan uit een abonnement bij een organisatie. Het verschil zit 'm vaak in de mogelijkheid inkomsten te genereren: het Seats2Meet-concept biedt daartoe meer mogelijkheden.
Maar iets ontbreekt.
Als je de ontwikkeling bekijkt, dan zie je dat het heel belangrijk is dat er kristallisatiemogelijkheden zijn. Dat kan zijn omdat mensen elkaar kennen van een opleiding, of van een café of uit de buurt. Maar er moet contact mogelijk zijn. Die les, eenvoudig en vanzelfsprekend als hij is, kun je trekken uit de Nieuwe Economie. Want als dát er niet is, zal alles doodbloeden omdat er geen aanvoer meer is.
Er van uitgaand dat er in een samenleving zat ideeën zijn, maar dat maar een fractie ooit zal worden gerealiseerd, zul je als gemeenschap dus eigenlijk moeten zorgen voor een levendige uitwisseling. Dan moet je dus iets zoeken dat vruchtbare aarde is.
En zeker in deze tijd is dat noodzakelijk én mogelijk. Leegstaande winkelpanden lijken te schreeuwen om gebruik: zet er popup ontmoetingsplekken in, probeer aan te sluiten bij wat in de buurt leeft en tracht op die manier aan te jagen. Omdat het popup is, is het tijdelijk en niet belastend voor de verhuurder. Omdat er iets gebeurt, zal de waarde (van pand en buurt) stijgen. Omdat er mensen zijn te vinden, zal de sociale structuur herstellen.
Momenteel probeer ik, in Leiden, mensen te vinden die met mij aan de slag willen om die laag extra te maken: de laag van de vruchtbare aarde. Want waar alles op is gebaseerd, is het bij elkaar kúnnen komen van ideeën en mensen.
Gewoon ontmoeten, want daarmee begint Alles.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten