Het gegeven dat ik vanaf m'n tiende een bril draag, zegt natuurlijk wel íets. Meestal zie je dan slechter dan anderen. Meestal heb je dan een jeugd gehad waarin je hulpmiddel je hindert. Als voetballer koppen? Nou, nee. Geen goed idee.
Zo'n ding heeft nogal wat gevolgen. Zo dreunde er ooit bij het opbouwen van een podium een houten draagbalk in m'n nek. Van het optreden van die band - de Kjoe - heb ik dus nooit iets gezien. Barstende koppijn.
Of de keer dat je je verstapt. Terwijl je een lichttoren inklimt. Met een spot in je ene hand. Da's verdraaid slecht voor je zelfvertrouwen daarboven. Daarna ook met veel minder plezier gedaan.
Ook leuk is het steeds sterker wordend vervormingseffect. Laat mij geen haakse hoeken zagen of rechte lijnen uit zetten. Aangezien ik zowat geen enkele lijn nig als recht zie, maar als een kromme, moet ik vertrouwen op het uitmeten. Daarover zal ik maar niet verder uitweiden. Maar dat ik één jaar HTS Bouwkunde deed, heeft ermee te maken.
Toch vind ik waarnemen zó belangrijk. Kijken met een open blik.
Zit ik naar een mij volkomen vreemde tuin te kijken. Ideaal om onbevangen te kijken, toch? En voor lachwekkende situaties.
"Kijk, de mensen in dat huisje daar hebben een groot kunstwerk in hun tuin staan."
"?! Waar?"
"Daar. Aan de overkant."
"..... Da's een parasol onder een hoes!"
Dat soort van dingen, dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten