Een kwartiertje bij de HEMA. Da's soms al genoeg. Niet om genoeg van de HEMA te krijgen - dat lukt niet - maar wel om te kijken. Naar mensen.
Warenhuizen hebben geregeld uitverkoop. De winkeldochters moeten er uit. Winkeldochters die sinds jaren worden ingekocht om winkeldochter te zijn. Over handel gesproken. Maar wij zijn dol op uitverkoop, op koopjes, op voordeeltjes. Sterker, we neigen ernaar behoorlijk verblind te zijn als we in de juiste uitverkoopstemming komen.
Drie Dwaze Dagen, Prijzencircussen, Opheffing, (Lichte) Rookschade; allemaal termen waarop we aanslaan. Daar is te halen. Dáár is het nu goedkoper. En goedkoop is het, hoor: spullen vanaf €5,00. Okay: één artikel en de rest wel íets goedkoper. Of een korting van 60%: ten opzichte van de fabrieks- of adviesprijs; een prijs die ik nog nooit berekend heb zien worden in de detailhandel. Hoe heten die dingen? Bij ING krijg je rentespaarpunten. Die rekenen ook zo grappig met die adviesprijs en komen daarna nog boven de prijs van een Goedkoopteparadijs uit. Ik heb dan ook duizenden punten. Onzin.
Zo'n uitverkoop stimuleert begeerte, hebberigheid. Als groepen mensen iets gaan doen, is de aanzuigende werking enorm. Het is erg, erg moeilijk je te onttrekken aan dat gevoel daar ook bij te moeten zijn. Gelukkig heb ik een nog grotere afkeer van massa's dringende mensen. Dat werkt in mijn nadeel als ik iets echt zou willen hebben (festivalkaartjes!) maar in m'n voordeel in dit soort van situaties.
Zaterdag stond ik een beetje suffig te zijn bij de HEMA. Daar stonden een paar uitverkoopbakken. En dus een aantal vrouwen die bezig waren die door te nemen.
Als je goed keek, was het echter anders dan - ik in elk geval - op het eerste gezicht dacht: graaiend op zoek naar koopjes. Dat zal vast een rol spelen. Maar zo toekijkend, viel me ineens in wat mogelijk een rol speelt bij de aantrekkelijkheid van winkelen: creativiteit.
Wij mannen vinden - of doen alsof - winkelen een crime. Slenteren door een stad, winkelcentrum of koopgoot; grote ellende en op den duur ook tot pijnlijke voeten leidend. Maar omwille van de lieve vrede en de liefde sjokt menig man achter vrouwlief aan. Terwijl dat winkelen toch ook iets anders betekent.
Winkelen is ook continue inschatten wat je met een gevonden artikel kunt. Mannen doen dat minder, vermoed ik. Die vliegen een winkel in, scannen 'm en nemen de waren op hun door de winkelier aangeboden betekenis. Feitelijk is dat enorm beperkt denken. Iemand anders, de winkelier, sorteert je gedachte dan voor. Bij een winkelend mens, vaak een vrouw, gaat dat moeilijker.
Mijn indruk is dat zij tijdens het winkelen veel meer bezig zijn met mogelijkheden inschatten. Wat kán ik hiermee? Dat eist een open geest. Het lijkt een detail. Maar ik zou toch maar eens beter opletten. Mij zou het absoluut niet verbazen als ook dit winkelengedrag past in een patroon dat veel meer creativiteit en flexibiliteit verraadt.
Daarover kunnen mannen dan wel denigrerend doen. Maar of dat terecht is of een achterhoedegevecht moet nog maar blijken. Ik neig naar dat laatste, heren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten