Deze verwarring wordt grotendeels toegeschreven aan de gewijzigde betekenis van fittest. Toen deze term ontstond in Engeland betekende fittest vooral meest passend (to fit → passen) of het geschiktst in tegenstelling tot in de beste fysieke conditie.
Veranderende betekenis is vaak een bron van ellende; zeker als-i bewúst wordt toegepast.
Het naakte feit dat een stad als Leiden aan city marketing doet, is op de keper beschouwd een veeg teken voor de inwoners. Tal van initiatieven zijn bezig met het verkopen van de stad. Waar marketing zich richt op 'klantrelaties' doet zich echter iets opvallends voor. De klant is primair niet de inwoner. De klant is de toerist, de dagjesmens, de winkelende mens, de congresbezoeker, degene van búiten de stad.
Daarmee is de stad omgekeerd. Was het decennia geleden nog de plek waar werd samengewoond, -geleefd en -geproduceerd in de vorm van een samenleving, is het nu een productiemiddel geworden. De stad als onderneming, als bedrijf. Niet de inwoner, zijn voorkeuren en belangen zijn richtinggevend, maar het daarvan losstaande belang van de vreemdeling. Dat impliceert principieel vervreemding in de stad. Waar ooit mensen naar Leiden kwamen omdat ónze sfeer hen beviel en aantrok, nu wordt de sfeer aangepast aan hún wensen. Dat in toeristische kernen als Amsterdam en Barcelona de inwoners de stad hún stad niet meer vinden, is in dat licht geen onverwachte ontwikkeling. Ook Leiden loopt dat risico.
Een stad is van en voor z'n inwoners. Dat kan inderdaad frustrerend zijn op het moment dat de resultante daarvan niet jóuw gewenste resultante is. Wellicht ís een stad als Leiden wel een slaperig provinciestadje en niet een creatieve broedplaats of dynamisch cultureel centrum. Soit. Incasseren, dus. Maar nooit proberen om die stadsgeest te ontkennen en tóch iets anders te maken. Daarmee vervreemdt je.
Ik denk dat (veel van de) stads- en burgerinitiatieven daaraan leiden: een vervreemding van de stad, die zij zien als een neutraal, kneedbaar geheel. Waarin niet de gevolgen voor het samenleven, maar wel voor 'de toerist' of 'de economie' aandacht krijgen. Dan heb je de stad omgedraaid, ten dienste van andere belangen. Zonder dat uit te spreken.
Het is het eeuwig probleem van (sociale) verandering en vernieuwing. Dat gaat altijd gepaard met die survival of the fittest, overal en altijd.
Het betekent al helemaal niet dat de 'sterkste' het morele recht heeft te doen wat hij wil met de 'zwakkere' met de motivatie dat dat nu eenmaal zo werkt in de natuur. Kapitalisten, fascisten en nazi's gebruikten dit argument om hun imperialistische aspiraties te verdedigen.
Het laadt verantwoordelijkheid op jouw schouders; als je verandering wilt bewerkstelligen. De verantwoordelijkheid serieus aandacht te schenken aan degenen die géén voordeel zullen behalen, degenen die nádeel zullen ondervinden en degenen die geen stem hebben. Je mag het ook 'eerlijk spelen' noemen. Niet voor niets kost verandering tijd. Die is nodig voor gewenning en overdenking. Een stad leeft langzamer dan een beleidsnota bestaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten