maandag 1 juli 2013

Jaren des Onderscheids

De bekentenis om mee te beginnen: ik spaarde ze ook. T-shirts. En dan niet zomaar unicolore, of hoe dat ook mag heten. Nee, het ging om de bijzondere. Nu ik dit zo tik, realiseer ik me ook dat ik niet weet waar ze nu zijn. Een t-shirt van een obscuur internationaal gezelschap, eentje met een soortement blauwe alien er op, iets met Kuifje, een aantal met data van popconcerten of bandnamen; maar in alle gevallen gekozen omdat ze mooi waren, en raar. Die fascinatie voor het afwijkende heeft er, denk ik, altijd al ingezeten bij me.

Dat ik ze niet weet te liggen, heeft er vast ook mee te maken dat ik ze nooit meer draag. Dat geldt ook voor de rugbyshirts hier in huis. Die sport heeft veel tradities; een ervan is het verzamelen van (trip)shirts. Hoe unieker, hoe beter. Daarin ben ik een kleintje. Ik heb niet een gedragen exemplaar van de Springbokken, of de All Blacks. Mijn mooiste is een shirt speciaal gemaakt voor een rugbyreis naar Frankrijk voor een internationaal jeugdtoernooi. Daarvan zijn er maar vijfentwintig.

Geen van die shirts draag ik nog. De tijd waarin ze passen - en me nog pasten - is voorbij. Het zijn aandenkens geworden. Zo hoort het ook. Als het gewoon kleren waren geweest, waren ze ongetwijfeld allang weggegooid of meegegeven aan het Leger des Heils. De herinnering beschermt ze tegen dat wrede lot.

Volgens mijzelf worstel ik soms nog wel met m'n zelfbeeld. Dat zijn van die dagen dat je ineens denkt: moet je je kleding niet wat aan je feitelijke leeftijd aanpassen? Persoonlijk vind ik dat ik dat al aardig doe, met twee kanttekeningen. De eerste is dat ik geen verfijnde smaak heb en kledingcombinaties mogelijk acht waarover anderen anders denken. En het tweede is dat ik vooral bij schoenen een voorkeur heb voor 'vreemd, maar comfortabel'. Ik heb een heel prettige schoen, een soort gymschoen, met een patroon van groen slangeleer. Of een schoen die wordt dichtgemaakt met een spie als in een scharnier.

Maar dat is het dan ook wel, geloof ik.

Pas geleden was ik weer op Parkpop. Gratis, mooi weer, lekker eten (muziek zozo, naar míjn smaak) en veel mensen. Wel 250.000, hoorde ik later. Da's dus een lekker gemêleerde bende. En inderdaad, jonge mensen, mooie meisjes en vrouwen, mooie mannen en jongens, ook lelijke van beiderlei kunne, oude mensen, gezinnetjes, mensen met verschillende huidkleuren en kapsels, met verschillende sociale gewoontes, kortom, vanalles.

Het confronteert je ook als je ouder wordt.

Op zo'n festivalterrein lopen ook mensen van jouw leeftijd. Daar zit toch een grote groep bij die eruitziet alsof ze proberen terug te stappen in de tijd. Of in elk geval willen vlaggen dat zij al heel lang popconcerten bezoeken. Dat doe je met t-shirts, met de kleding van toen. Van die oudere mensen met zwarte t-shirts, daarop namen als Dogtroep - hé, da's tejater! - of tourschema's uit de jaren zeventig en tachtig. Maar het heeft ook iets wanhopigs.

Dat gevoel zit me dwars. Want waarom zouden we ons moeten aanpassen aan onze leeftijd? In de auto bedacht ik me op de terugweg dat het dat ook niet is wat me dwarszat. Wat ik dacht te zien, is een verkleedpartij. Alsof tussen al die mensen een groep mensen rondliep die was gekostumeerd, in een herinnerings-uniform was gehesen. Waarom zou je niet in je dagelijkse kloffie gaan? Ik kán me vergissen, maar volgens mij zijn dat dan een heleboel van die zwarte t-shirts minder.

Natuurlijk, conventies. We kleden ons naar de gelegenheid. Maar net zo goed als dat ik het onecht vind als ik iemand in driedelig krijtstreeppak zie met lang haar in een staartje - da's vast 'een statement' - zo blijf ik het onecht vinden als er weer zo'n oudere (man!) langsloopt met een tour t-shirt aan. Het kan zelfbedrog zijn, hoor; maar ik zie een variant op 'ongemak in het pak'.

Alsof de kleding niet (meer) bij je hoort.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten