Posts tonen met het label trend. Alle posts tonen
Posts tonen met het label trend. Alle posts tonen

donderdag 8 mei 2014

Twitter: een droomland

Wellicht dat m'n bioritme in een sceptische fase is terechtgekomen. Maar omdat ik niet in bioritmes geloof, denk ik dat dat niet zo is.

Ik heb de indruk dat twitter steeds meer een droomland is geworden.

Da's niet lullig bedoeld. Wellicht zijn er grote veranderingen in mijn tijdlijn opgetreden en is de samenstelling veranderd. Er zijn wel nieuwe volgers, maar de 'oude bekenden' zijn er nog steeds. Wel zijn die minder zichtbaar geraakt. Alsof hun gesprekken van karakter veranderden. Minder openbaar, wellicht zelfs minder in aantal.

Gelukkig is dit míjn blog met persoonlijke waarnemingen en gedachten. Het is geen onderzoeksblog of (semi)verantwoord. Het zal je niet verbazen dat ik veel meer zie in tentatieve, voelende waarnemingen.

Dat droomland; wensdenken.

Dat beeld kwam bij me op toen ik weer 's een tweet zag voorbij komen over de nieuwe overheid. De steller was van mening dat we ons niet druk hoefden te maken over overheidsproblemen, want 'de overheid gaat verdwijnen'. O?! Datzelfde heb ik met tweets die gaan over de teloorgang van 'de krant', 'de journalist', óver de komst van 'de mondige patiënt' of de paradigmawissel in de zorg.

Eerlijk gezegd, vind ik nooit enig bewijs dat dat ook gebeurt. Het zijn vaker stellenderwijs geschreven tweets dan vaststellingen.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik dat niet aan het medium Twitter kan en mag wijten. Het is eerder de mentaliteit, de mensen die die meningen boekstaven die droomlanderig is. Dat lukt jou en mij ook: vertellen wat er staat te gebeuren, maar vooral gebaseerd op selectieve waarneming. Voor mij is een mooi voorbeeld de ooit enorm verketterde Andrew Keen, die nu toch echt wel gelijk krijgt. Maar zijn verhaal wilden 'we' niet horen.

Droomland is gebaseerd op het ontbreken van tegengeluid. Alles en iedereen is enthousiast, positief en reageert vaak op kritisch denken met de melding dat 'het om kánsen gaat'. Da's, in de vaak door diezelfde mensen verafschuwde oude denkgewoontes en structuren, meest gebruikte discussiedoder die er bestaat: je wordt geacht méé te denken.

Zou 't (kunnen) kloppen dat droomland groeit? Als dat zo is, is dat het eind aan een veelbelovend sociaal experiment dat voor mij ooit met Twitter begon en waarin nieuwe kennissen met nieuwe meningen de kracht waren. Wat rest, is dan 'wil ik bij de club horen en me conformeren?'.

Misschien moet ik een nieuwe club zoeken. Tot dan, realiseer ik me nu tijdens het tikken, rouw ik over de uit zicht verdwenen kennissen, vrienden en meningen.

zondag 13 april 2014

Kaal?!

Laat ik beginnen te bekennen dat ik het probleem niet ken. Kaalheid. Op mijn hoofd groeit voldoende om iedere zes weken de kapster ermee aan de slag te laten gaan. En iedere keer halen de kapsters de beste marketingtruc uit die er bestaat: ijdelheid aanspreken. "Wat hééft u toch een mooi dik haar"

Wat me zo af en toe bezig houdt, is de vraag waarom steeds meer mannen geforceerd kaal zijn.

In mijn jeugd had je een type man dat je vandaag de dag eigenlijk nooit meer ziet. De kalende man had vaak een trench coat aan, een hoed op en daaronder bleek zich een atol aan verdunnend haar te verbergen. Hét voorbeeld van dat haar was, in mijn jeugd, de Boze Buurman uit Ja Zuster, Nee Zuster. Een sikkeneurig mens met een kale plek op z'n hoofd.

images (1)

Niet dat er meer echt kale mannen zijn dan toen. Wat er wel steeds meer is, zijn de nep-kalen. Dat zijn al die types die het hoofd kaal (laten) scheren. Het zijn absoluut niet fans van de coupe Amerikaans Leger, want de ellende is dat je vaak goed ziet dat het eigenlijk de kalende man is.

Een kale man is kaal. Egaal kaal en heel duidelijk zonder haargroei. De pseudo-kale heeft een probleem. Zijn haar groeit nog steeds en dat levert vaak van dat schemerhaar op. Daardoor ziet iedereen waar eigenlijk nog steeds haar groeit. De kalende man dénkt dat-i een kale man is.

Persoonlijk denk ik dat je er het best aan doet jezelf te accpeteren zoals je bent. Als dat kalend en grijzend is... soit. Verzet is nutteloos. Maar goed, ik kan me ook voorstellen dat er mannen zijn die er mee zitten. Het gedistingeerd grijs weg verven ís mogelijk.

Dat soort van ontwijkend gedrag kan zelf leiden tot een lemma in Wikipedia. Ik kende 'm: de overkammer, de spuuglok, maar dan overlangs bovenop de schedel.

Interessanter vind ik de vraag waarom mannen dat scheren zo massaal zijn gaan doen.

Als ik mag. Mijn idee is dat het imitatiegedrag is. Om het lekker ongenuanceerd neer te zetten: de (film- en televisie)voorbeelden van de stoere held die kaal is én succesvol is, willen de pseudo-kalen imiteren. Wat mij betreft, bevestigt het aantal leren jasjes en jacks dat. In het Tijdperk van de Kalende Man waren die voorbeelden er niet. In het Tijdperk van de Pseudo kale wél. Toeval?! (Wellicht. Want op een sullig kaalplekje mannetje wil je óók niet lijken. Die (negatieve) hypothese kan ook waar zijn)

Het leukst aan het verschijnsel zijn de discussies 'over kale mannen'. Zijn ze, in de ogen van vrouwen, nu wel of niet sexy? En, helemaal prachtig, hebben ze meer dan gemiddelde mannelijke hormonen? Worden ze gezien als leiders? En, jammer, hebben ze werkelijk meer kans op prostaatkanker?

Dat zijn allemaal discussies die gepaard zijn aan natuurlijke kaalheid. Jammer, pseudo's.

Op zich is het weer 's niet verwonderlijk. Het is weer de afdeling 'causaal'. Een bekende op die afdeling is de bewering dat creatieve mensen slordige bureaus hebben. Voor mensen met een slordig bureau is dat de bevestiging dat ze creatief zijn. Als je dan ook nog 's je kop kaal scheert, ben je meteen een zeer mannelijke, viriele creatief.

Voorlopig ben ík er niet aan toe. Het lijkt me ook niets. Iedere dag nog meer huid nat te moeten scheren met een vergroot risico op snijwonden en -wondjes.

scherenkop

zondag 17 november 2013

Jouw toekomst ken jijzelf ook al

Wat is dat toch dat we zo zijn gefascineerd op de toekomst? Het terugdringen van onzekerheid speelt ongetwijfeld een rol. Dat is de grootste uitdaging die de mensheid zichzelf oplegde: de chaos dresseren. Accepteren dat je komt en gaat, wordt geboren en sterft, zondermeer; da's blijkbaar lastig.

De toekomst is zó sexy, zó verleidend, zó hypnotiserend, dat we er allemaal volop over fantaseren. Van de oeroude vraag aan kinderen - "En, wat wil jíj later worden?" - tot de trendwatchersplaag van vandaag de dag, en vooral de romanciers. Zeker vanaf de Industriële Revolutie neemt onder romanciers het genre toekomstverkenningen een hoge vlucht. Wie kent de verhalen van Jules Verne niet? De tirannieke samenlevingen in Brave New World en 1984? en later de cinematografie, de film. Soylent Green?! Als je van het genre houdt; er is een overvloed aan toekomstbeelden.

Eat your heart out; ga je er aan te buiten. Maar bedenk wel dat je jouw toekomst allang grotendeels kunt kennen. In een tijd waarin het crowdsourcing tot een deus ex machina lijkt te zijn gerezen, is het vreemd dat we niet zien wat voor onze voeten ligt.

Ik ben jouw toekomst.

Nee, serieus. Natuurlijk moet je dat niet letterlijk opvatten. Toch klopt het. Ik maak het zelf mee, nu ik me tussen de 55 en 60 jaar oud bevind.

Als je vijftien, twintig of dertig bent - en wij ouderen wáren dat ook - heb je het idee dat je nog veel kunt, moet en zult gaan bereiken. Niet dat de hele wereld aan je voeten ligt, maar de hoop op een mooi leven is vanzelfsprekend. Dat is ook vanzelfsprekend omdat je dan op z'n gezondst bent, het energiekst denkt te zijn en me het opbouwen van een maatschappelijk bestaan bezig bent.

Het is de fase waarvan ik me ook herinner dat ik dacht dat oud zijn een feest zou gaan worden: met een pijp en een boek lezend je oude dag doorbrengend. Van dat beeld is geen wóórd gelogen. Gepensioneerden - en dat waren toen 55plussers! - móesten wel een goed leven hebben.

De utopie was krachtiger aanwezig dan de dystopie.

In de loop van de tijd - en dat moeten de jongeren nog gaan mee maken - is dat utopisch gefundeerde beeld nogal bijgesteld. Een juistere formulering is dat dat beeld aan gruzelementen ging. Hoe ouder ik werd, hoe ouder ook de mensen vóór mij. Ik zag ze langzaam vereenzamen. Stomweg vanwege het gegeven dat je persoonlijke omgeving uitsterft; iemand moet als laatste overblijven. Alleen. Daar kijk je in de kracht van je leven overheen.

Wat me ook altijd verbaasde, was al dat geklets van ouderen, ooms, tantes, over ziekte en ellende. "Oudere mensen zijn pessimisten die alleen over ellende kunnen praten". Die zin. Als jij dertiger of jonger bent: hoe vaak heb je dat gedacht? De koude douche: dat wordt jouw werkelijkheid. Het is niet dat ze over ziekte praten omdat dat gespreksstof is.

Het is realiteit. Vanaf je vijftigste(!) ga je merken dat er mensen in je omgeving worden geconfronteerd met de dood en met ellende. Ineens verschijnt jouw geboortejaar in overlijdensadvertenties. Ineens blijkt de een na de ander een (dodelijke) vorm van kanker te hebben. Ineens vallen kennissen van het ene op het andere moment dood neer.

Oudere mensen praten over jouw toekomst.

Daarom ben ik zo enorm verbaasd over de manier waarop we in deze samenleving met ouderen omgaan. Het zijn niet de wijzen uit enige windstreek. Het zijn wél de mensen die al zijn geweest waar jij nog moet komen. Dat je daar niets van meekrijgt, is niet zo vreemd. Denk maar na: jij, je partner en je kinderen, ze zijn allemaal in die opbouwfase. Daarin speelt dat wat ouderen je vertellen geen rol.

Science fiction? Lúister naar de ouderen. Léér van hun ervaring en advies. De snelheid van verandering is té hoog geworden om nog te beweren dat we zouden moeten doen als de volkeren waarin ouderen een centrale maatschappelijke waarde zijn. Maar nu negeren we ze, maken ze zwart als nutteloze uitvreters.

Het is lastig je dat voor te stellen als je jonger dan veertig bent, maar jouw toekomst is (deels) al geleefd. Je moet hem nu nog wíllen horen.